zwollen zwartverbrande klompen die lichamen waren, uit welke klompen dagenlang nog een interessant geluid komt, - hoe lang nog moeten we wachten op een flinkere herhaling? Wee den verachtelijken snob, die ons dit prikkelend vooruitzicht bederven zou! Internationalisme: maar wat is er vermakelijker dan de blinde botsing der volkeren, de botte verwaandheid der rassen, de krantenvullende phrasenhaat, het liegen en bedriegen en het tournooi der ellebogen, de economische wurging van het gezinsleven, van kinderen en vrouwen, - welke verachtelijke snob zou daartegen zijn stem verheffen durven? Dat hem dan de adem uitgeranseld worde! - En Socialisme: het heeft gelukkig nog maar weinig uitgericht tegen de sociale ellende, die door God-en-traditie verordend is, maar het bedierf toch al veel te veel, - dat dit snobbistisch werk een einde neme! Er moeten weer veel meer duizenden kinderen in de klauwen van honger en tering geworpen worden, de krotten verminderen angstwekkend, de achterbuurten stinken niet voldoende meer, men ziet er zoo weinig krijschend geranselde vrouwen en gemartelde dieren, en de syphilis doet maar flauw haar werk! Ziet ge dan niet, o socialistische snobs, dat op die manier het schilderachtig aspect der wereld hopeloos verloren gaat! - En zoo zouden wij kunnen doorgaan met paraphraseeren. O, welk een verschrikkelijk man is deze Greshoff opeens geworden, die zachtzinnige flaneur! Vanwaar ineens die ontzettende duivelsche bloedgierige haat tegen die paar arme idealen waar de menschheid (zij 't
met oneindige traagheid) aan werkt en voor leeft? Hij kan den geschrikten lezer waarlijk doen denken aan den ergsten duivel, die ooit uit het brein van een groot kunstenaar is voortgesproten: aan Pjotr Werchowenski, die ook van zulke visioenen ijlde, die de dommen tegen elkaar in jagen wilde, die boven een zee van bloed zijn troon wilde vestigen en dan God lachend toedrinken.
Maar wij willen dien schrijver verdedigen! Het is niet zoo vreeselijk, en de lezer behoeft niet bedeesd opzij te gaan of naar een politieagent om te zien, wanneer het stralend goedmoedige gezicht van den Heer Greshoff op straat voor hem opduikt. Wij willen dien lezer fluisterend een geheim toevertrouwen. Wanneer de Heer Greshoff zoo knarsetandt en schuimbekt, is hij juist het minst gevaarlijk! Dan droomt hij hardop. Dan is hij bezig, zich te verdiepen in zijn beste reisherinneringen, juist in zijn zoetste herinneringen. Dan herinnert hij zich dat groote heerlijke Parijs, en ziet hij een aantal Parijsche heeren met wie hij wellicht delicieuse phrasen gewisseld heeft, die zoo ongenaakbaar correct