De Stem. Jaargang 4
(1924)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |
Bibliographische aanteekeningenHet schoone boekDeze bibliographische aanteekeningen betreffen boeken, die meer door hun uitvoering dan door hun inhoud de aandacht vragen, 't zij omdat hun inhoud reeds zeer bekend is, 't zij omdat deze inhoud op dit oogenblik minder in aanmerking komt om besproken te worden. Voorop ga de vermelding van een uitgave, die eenvoudig verwonderlijk is. Het is de uitgave van een geheel nieuwe onderneming, die gevestigd is in een stad, die totnogtoe vrijwel buiten het Hollandsche cultuurleven is gebleven: de firma Leiter-Nijpels te Maastricht. Deze firma heeft een uitgave van de ‘Lucifer’ van Vondel bezorgd, zoo rijk en smaakvol, zoo gedegen en edel, als wij zelfs niet in de verste verte bezaten. Zwaar oud-Hollandsch papier, druk in verschillende kleuren, een groot formaat dat toch de grens niet overschrijdt en ook in de leesfauteuil nog vastgehouden kan worden. Een boek dat in zijn witten omslag, mat roode letter, ondanks alle verzorging nog voor het dagelijksch gebruik bestemd blijft. En men bemerkt nu pas, met deze uitgave in handen, - hoezeer wij altijd misdeeld zijn met de bestaande Vondel-uitgaven. Dit statige Renaissancevers van Vondel, in zijn statigheid zoo ongeloofelijk nerveuslevend (men merkt het met verrassing telkens weer) moest door ons altijd afgelezen worden van ellendige schooluitgaafjes of populaire boekjes. En het is of dit vers een nieuwen glans ontvangt door de wijze, waarop het in deze uitgave gedrukt staat, met een nadruk en een statigheid die aan zijn zwaren welvenden klank beantwoordt. - En dit nu is het verwonderlijke: dit boek kost in dezen boekenduren tijd f 3. - Het is geen usance in een recensie een prijs te vermelden, maar ter wille van de lezers van ‘de Stem’ willen we ditmaal van dezen regel afwijken. - Wij meenden dat op deze wijze een statige compleete Vondel-uitgave zou ontstaan, die daarbij door dezen lagen prijs in ieders bereik zou vallen. Iets dergelijks schijnt ook de bedoeling van deze firma inderdaad te zijn. Want thans reeds ontvingen wij een tweede Vondel-uitgave: die van de ‘Adam in Ballingschap’, benevens | |
[pagina 300]
| |
een heruitgave van Jeremias de Deckers ‘Goeden Vrijdag’. - In zekeren zin gaf dit tweede werk na het eerste een teleurstelling. - Wij hadden gehoopt op een compleete uniforme uitgave, - en nu is het uiterlijk van het tweede deel alreeds gewijzigd, en gewijzigd in de richting van een betwijfelbaar-moderne boekversiering. Al zijn er technisch enkele verbeteringen aangebracht: als geheel heeft deze Adam in Ballingschap niet de eenvoudige hanteerbaarheid, die in de rijke Lucifer-uitgave bewaard gebleven was, en die ons verlangen deed naar een gansche Vondel op deze wijze uitgegeven, en die ons van het succes van zulk een gansche uitgaaf overtuigd deed zijn. Dit nieuwe deel is te groot en te dun, het toont bij het hanteeren neiging door te knakken in den rug, en de kracht van het zeer moderne vignet op den omslag is niet in overeenstemming met de nadruklijkheid waarmee het zich opdringt. - Een stap verder in de richting van het precieuse, over een geslaagde uitgave van De Deckers ‘Goeden Vrijdag’ heen, is de prachtige uitgave van een fragment - enkel maar een fragment! - van het boek Job. Het is merkwaardig dat er op alle gebieden analogiën zijn. Zoo is er ook een modernisme in de boekverzorging ontstaan. Deze laatste uitgave van de firma Leiter-Nijpels is een symptoom van zulk een modernistische tendenz. Bij deze tendenz gaat de ernst van de boekverzorging verloren. Deze ernst ligt in het rustige dienen. Boekverzorging wil voor een schoonen inhoud - voor alles een schoone inhoud! - het passende gewaad ontwerpen, en daardoor als 't ware het psychisch welbehagen dat het schoone boek geeft verhoogen, als 't ware door physisch welbehagen aanvullen. Bij de modernistische tendenz gaat deze grond-gedachte verloren. Het boek zelf probeert den inhoud te verdringen. Deze inhoud wordt voorwendsel: men kiest een willekeurig fragment. En omdat het niet gelezen behoeft te worden, verliest men al spoedig ook de hanteerbaarheid uit het oog. Men heeft een voorliefde voor verbluffende formaten, die nog verbluffender worden door de teringachtige dunte van het boek. Zulke boeken zijn beklagenswaardige schepsels. Ze vinden geen liefde op hun weg door de wereld, geen handen die ze streelen. Ze hooren nergens thuis: niet in de boekenkast, waar ze niet staan of liggen kunnen, niet in onze handen, zelfs niet plat op de tafels, - zij zijn bestemd om in een donkere kast te worden gelegd en daar helaas, vergeten te worden. Deze neiging tot een modernistische grilligheid is een gevaar voor het moderne boek. Eug. de Bock, die wanneer hij zich niet forceert, een meesterlijk | |
[pagina 301]
| |
uitgever isGa naar voetnoot1), heeft het klaargespeeld, een korten tijd door deze tendenz verleid, een boek te fabriceeren (alweer: een onbelangrijk fragment van de Don Quichot) een boek dat van slaplendigheid op geen enkele wijze vast te houden was en dat ons als wij het met beide handen voor ons uit hielden, brutaalweg op den neus viel!! - Wij meenen ook deze nieuwe artistieke firma voor deze tendenz te moeten waarschuwen. Deze rijk omlijste scherf van het boek Job geeft de malaise der grillige nutteloosheid. Bovendien houdt de schilderkunstige verzorging geen gelijken tred met de technische uitvoering. Men heeft hier eenigszins aan de navolging van het Middeleeuwsche handschrift gedacht - via de moderne techniek! - maar de versiering der hoofdletters en de prent in hellen kleurendruk missen juist het merk der Middeleeuwsche handschriften: de geconcentreerde stille en diepe kracht, de streek van het van voorzichtige liefde trillende penseel. - Wij hebben zulke boeken niet noodig. - Schoone boeken kunnen wij gebruiken. Want waarom zou men de som van schoonheid in het leven niet gaarne verhoogd zien door schoone boeken, - nieuwe en oude - en welk een vreugde ook, de oudvertrouwde texten te ontmoeten in een schoon en nieuw gewaad, dat ons dwingt ze weer te herlezen alleen reeds door deze uiterlijke bekoring! Maar over die grens der geoorloofde schoonheid begint de doellooze en pretentieuse luxe, - begint de grillige onbruikbaarheid, ontstaat het modernistische pendant van den beruchten en verwenschten salon-prachtband der 19de eeuw, de Ten Kate J.J.L. en verguld op snee!Ga naar voetnoot2) - Mogen de uitnemende uitgevers en heruitgevers onzer oude boeken deze scheidslijn steeds in het oog houden. Juist de meest smaakvollen onder hen loopen gevaar, door hun eigen smaak verleid en bedrogen te worden. dirk coster |
|