bestaat grootendeels uit ‘bewerkingen’ door vrienden van 't geen de schrijfster aan uitvoerige notities voor cursussen naliet. Dit boek is de schets van een onvoltooid levenswerk. Maar ik wenschte wel, dat niet allereerst het onvoltooide den lezer trof, maar het verwezenlijkte. Mij treft het verwezenlijkte leven, waarvan dit boek getuigt, veel sterker dan het onvoltooid gebleven resultaat. Mij treft de gaafheid van dit nobel karakter en van dezen klaren geest veel sterker dan de onvolledigheid van het werk. Mij treft de schoone, harmonische persoonlijkheid, die uit dit boek tot mij komt, veel sterker dan de gebrekkige vorm. En ik geloof, dat dit boek vruchteloos zal blijven, indien het wordt gelezen met dien weemoed over den ‘te vroegen’ dood, terwijl het zeker veel beteekenen kan voor hem, die het in zich zelf reeds zoo rijpe leven, waaruit het voortkwam, voor oogen houdt. Dit boek, in zijn onbevredigenden vorm, brengt meer dan menig vollediger arbeid.
Het bevat een vijftal studies: Van mensch en maatschappij, het historisch materialisme, philosophische grondslagen van het Socialisme, het recht tot straffen en het Taylorstelsel. (Dit laatste is slechts een kort opstel en m.i. het minst belangrijke).
Het eerste, tevens vroegste opstel, in tegenstelling tot de andere, werd nagenoeg geheel gegeven in den door de schrijfster zelf vastgestelden vorm. Niet alleen door den toon, door den stijl der schriftuur, maar ook door den zakelijken inhoud zelf, geeft het misschien het intiemste inzicht in haar persoonlijkheid. Toch draagt het nog eenigszins de kenmerken van geestelijke onvolgroeidheid. Men leest met instemming en met blijdschap de vele fijne opmerkingen, de soms diepzinnige en altijd doorvoelde gedachten, maar het laat in zijn geheel een ietwat vagen en zwakken indruk na. Men voelt, dat de schrijfster iemand is, die het leven van vele zijden ziet, die van nature meer beschouwend dan handelend tegenover de wereld staat, maar die door de kracht van haar zedelijk voelen en van haar liefde gedwongen werd tot een strijdvaardigheid. Deze innerlijke dwang echter manifesteert zich nog een weinig te moraliseerend.
De belangrijkheid van den bundel berust ongetwijfeld in de beide groote opstellen, die haar gedachte het klaarst vertolken: dat over het historisch materialisme en dat over het recht tot straffen. Dit zijn zeer verhelderende geschriften, de vrucht van diep voelen en klaar denken, geschriften die, bij alle objectiviteit, toch haar eigen willen en zijn direct uitdrukken. Wat zij zegt over het psycho analytisch element van het historisch materia-