gezondheid daarom niet!). Van Konijnenburg heeft sinds de figuur belangrijk werd in zijn werk, zich met alle macht gezet tot dien stijl; hij heeft dezen verworven, hoewel hij door nauwkeurig détail levendigheid bewaart. Hij ziet en hanteert nu ieder menschelijk wezen op deze wijs. Van zelf. Het werd hem natuurlijk. Het is met spanning. Klein en groot portret wijst dat aan, en uit. Het werk is niet onnatuurlijk noch dor, door dezen stijl; ik weet dat sommigen dat mochten meenen. Maar is dor of onnatuurlijk, wat iedren dag meer waar wordt, en met zijn psychologie in een langzame overreding zachtkens dwingt en soms overmag? En is deze stijl zonder spanning? Dan ware het werk nutteloos. Maar kunt ge niet, met meer waarheid, zeggen, dat Van Konijnenburg de golfbeweging, de golf alleen vergroot heeft, zoodat alles langzamer deint? Dat is hier de waarheid. Met andere woorden: een portret van Willem van Konijnenburg mijdt zooveel mogelijke verbrokkeling, - en het mijdt daarenboven, of dáárom! zooveel mogelijk toevalligheid (van verlichting, van gemoedstrek!); het wil in Boutens niet een mensch geven, toevallig en desnoods tegen 't diepste wezen in verlicht; het wil in Boutens den dichter geven; het bepaalt daarnaar verlichting, stille houding, 't uitzien, 't langzaam uitzien der oogen... Willem van Konijnenburg bedwingt het psychologische, de actie daarvan, om het te verdiepen, te verinnigen; hij omgaat in zijn portretten ieder tijdelijk gebaar, maar hij is daarom niet stijf en stilstaand; ik zeide u: innerlijk beweegt zich het langzame, diepe leven. Een kenner als Toorop erkende dat om dit portret van Boutens; dat is voor velen voldoende!..
Er is voor zwakken en nabootsers een gevaar in Van Konijnenburg's kunst: verstarring, leege vorm. Maar