Hier geen fatale noodwendigheid, hier geen machtelooze strijd om zich uit het drijfzand van eigen noodlot te heffen, hier eer het tegendeel, een moedwillige miskenning van natuurlijken levensloop om den ondergang te forceeren. Hij wilde een Fransch vertalen van 't Russisch wezenlijke bereiken.
Lenormand heeft gemeend de uiterste mogelijkheden van de Russische ziel, in voorzichtige dosis zijn objecten te kunnen injecteeren, en door de bedrijven in 14 tafreelen te verbrokkelen, de psychologische sprongen of bokkesprongen, de diepe kloven van het ongemotiveerde, voor goed aan 't oog te onttrekken.
Er worden gedachten uitgesproken van onpeilbare schoonheid, maar te Russisch om door den auteur zelf begrepen te worden. Indien hij de uitgesproken gedachte van de ‘Hij’: ‘Ik zou mijn ziel willen bezoedelen om jou, nu je zondigde, meer nader te komen’, indien de heer Lenormand deze woorden in hun heiligende liefde, in hun vollen diepen openbarenden zin vermoed had, hij zou ze niet als woorden onder woorden, die bij het uitspreken vergaan, hebben neergeschreven. Zij zouden hier onuitgesproken zijn gebleven of schier tegengestelde richting aan den tragischen neergang hebben gegeven.
Dagelijks leest men van nieuwe uitvindingen; de heer Lenormand kan bezwaarlijk over gebrek aan stof klagen. Maar gelijk het wetenschappelijke onderwerp gewetensvolle bestudeering verlangt, zoo verlangt het Leven, dat men tot haar komt.
Ook al zou men uit Dostoievski een Ratés-brevier van sublieme schoonheid kunnen saamlezen, toch, door zijn werken te lezen, en Larousse na te slaan, wordt niet de schepping geboren, die onverbiddelijk eerbied voor het levende, waarachtige leed eischt, die meer vraagt van den auteur dan zijn kennis, zijn papier en inkt.
* * *
Nu Marie Kalff Georges Pitoëff in haar geboorteland introduceerde, kan ons de keuze van 't stuk niet verbazen, die - afgescheiden van de zeer betrekkelijke waarde - reeds om de bezetting der hoofdpersonen onverdedigbaar was.
De ‘Hij’ werd als ‘de altijd denkende’, de ‘Zij’ als de intuitieve gedacht. In deze bezetting echter werd de Zij ‘een Hollandsch liefhebbende, overdenkende vrouw’, en de Hij een Russisch gevoelsmensch! Dus speelden zij feitelijk elkaars rol, immers hier was de vrouw de Noordsch cerebrale, en de man het Slavische hart.
Wat de tooneelbouw en regie betreffen, het te groote Holland-