instincten, U vijandig, waar zij U nog onbekend zijn, opwoelen en veroveren en U plaatsen achter de krachten van Uw eigen aard om Uw leven richting en doel te geven? Gij wilt, zoo ik mij niet verkeken hebbe - zegde hij? bijeenvergaren de gebroken en uiteengeslagen deelen Uwer menschlijkheid en deze vermalen tot een brij waaruit gij boven de heilige vlam van Uw ziedend hart het levenselixer trekt, dat U de eeuwige vrede moet schenken. Is dat alles niet zoo?
Zeker, mijn vriend, wiens genegenheid geen twijfel kent en achterdocht, gij spreekt zeer wel.
Welnu, waarom zijt ge dan zulk een beul en blauwbaard? Hoe vermetel en roekeloos beneemt gij U tegen de vrouw, dit zwakke vat, en hoezeer wekt gij illusies in haar op, die gij met één tred van Uw lompen voet vergruist en verbreekt! Hoe begaat gij de treurige zwakheid om een teedere band te doen ontstaan, zij het slechts door oogopslag of handdruk, welke leidt tot een ongekend behagen voor een liefhebbend hart en de poorten der verbeelding ontsluit tot een hemeloord waar de schoonste aller verwachtingen sluimert, welke wordt opgewekt in het zoet verlangen tot werkelijkheid. Zijt gij een kind, dat speelt met vuur zonder de gevolgen van een brand te beseffen? Of een wreede cynicus, die een psychische vivisectie pleegt op argelooze harten, teneinde het welbehagen te ondergaan voor de verrijking van Uw kennisse van goed en kwaad? Zijt ge een wreedaard, een tyran, een harde egoïst, die jongleert met de teederste gevoelens eener vrouw en speelt met haar heiligste instincten als een kater met de muis? Slurpt gij Uzelf vol zoeten wijns en slaat ge in Uw roes het voetstuk weg onder den kostbaren kristallen beker? Wat weten zij van Uw toeleg en eeuwigheid? Wat vermoeden zij van Uw onmenschlijke vrijheidsidealen en onverbiddelijke rede? Wat is