die hierdoor volkomen inhoudloos werd. De Heer Verkade had beter gedaan deze dan in godsnaam maar te supprimeeren, waar hem het organisch verband ontging. Nu werd door dezen hier uit den toon vallenden Epiloog niets anders verkregen, dan een wonderlijk en verwonderend theatraal gedoe, in hinderlijke tegenstelling met het voorafgaande, dat - dank zij den vertolkers - bezield en levend bleef. Trouwens, nauwelijks was 't scherm op, of de regie bleek reeds te kort te schieten.
Een bal. Njoe, bewonderd en aangebeden, zweeft, wegdroomend op de zoete melodieën, van danser tot danser, om 't even welken. Is 't haar lichaam, zijn 't haar droomen, of zijn 't beiden, die hier zacht deinen op melodie? Hoe irreëel is haar deze werkelijkheid, hoe boordevol dit irreëele van elke mogelijkheid. En dan tusschen elken dans, in die korte spanne tijds van lichte bezinning, nadert de dichter haar met zijn taal, een jonge man met voor haar het irreëele van het dichterlijke. De bedoeling van den auteur is hier duidelijk! Niet op 't klare uur van nuchteren dag, maar in deze zwoele atmosfeer, waarin als een giftigzoete geur de zucht naar overspel zwaar hangt, moet de dichter Njoe beslissend naderen, Njoe, de in dansmuziek verlorene, wegdroomend in den zwijm der verheerlijking. Van dezen droom moet de dichter haar realiteit maken, en verblind door 't geloof ziet zij de reëele smart niet van haar man, ziet zij in 't geheel geen realiteit, eer droom en werkelijkheid haar ontglippen. Den beslissenden inzet zagen wij echter nuchter en koel. Nuchter en koel was ook de wijze, waarop de zin van dit drama werd voorbijgegaan en men zich bepaalde tot het ‘geval’ Njoe. Vandaar dat èn dichter èn echtgenoot, hun individueele opvatting niet toetsen konden aan de idee, vandaar dat de laatste woorden van den dichter, het eindelijk doorbreken van het smartelijk inzicht in de leegheid van alle hoog hartigheid, het eerste pijnen van 't berouw, hier geen verband en noodwendigheid vonden. Dat hier De Meester Jr. zich bepaalde tot een zeggen op gevoelige wijs. Teekenend is dat zijn geheele knappe vertolking slechts op die enkele plaats te kort schoot, waar hij den specifieken gevoelstoestand, die de zoo speciale karakteristiek van dezen dichter even doet oplichten, in enkele woorden moest uitzeggen. Deze afwezigheid van 't decisieve in de karakterbeelding moest noodwendig
volgen uit het feit, dat aan de regie de zoo noodwendige psychologische verdieping ontbrak. En dit is jammer, want het volmaakte was hier te benaderen geweest. De echtgenoot van den gevoeligen voortreffelijken acteur Van Dalsum, wiens vertolking volkomen