De Stem. Jaargang 1

[p. 961]

Bericht Aan De Lezers Van ‘De Stem’

Den 30^sten October l.l. was het honderd jaar geleden, dat Fedor Dostojevsky geboren werd. Om dit feit te herdenken, meende de Redactie van De Stem niet beter te kunnen doen, dan een enquête in te stellen naar den invloed, dien Dostojevsky's levenswerk tot nog toe op het Nederlandsche geestesleven heeft gehad. Aan een 50-tal vooraanstaande Nederlandsche publicisten heeft de Redactie de volgende vragen gesteld:

1.	Wanneer laast U voor de eerste maal een werk van Dostojevsky en herinnert U zich nog welke indrukken dit in U wekte?
2.	Heeft de voortgezette lectuur van zijn werken beteekenis voor U gehad, en zoo ja, kunt U ons daaromtrent iets mededeelen?
3.	Welk werk van Dostojevsky beschouwt U als zijn centrale schepping: Schuld en Boete of een der latere hoofdwerken (de Idioot, De Demonen, De Gebroeders Karamasoff)?
4.	Is Dostojevsky's zielsontleding U zeer vertrouwd, öf uiterst vreemd? M.a.w. is zijn werk U in de eerste plaats aanleiding geweest, om Uzelf dieper te peilen, de menschen Uwer omgeving beter te doorzien, kortom Uw eigen wezen dichter te benaderen, of heeft hij U vóór alles gefascineerd door de openbaring eener U vreemde

[p. 962]

	gedachte- en gevoelswereld: de Russische, of, zoo men wil, de Aziatische?
5.	Welke acht gij Dostojevsky's beteekenis voor de religie, en speciaal voor de religie der toekomst?

De antwoorden op deze vragen zullen in de December-aflevering worden gepubliceerd.

Het is onze bedoeling niet, deze enquête streng beperkt te houden tot de bekende publicisten van ons land. Ook ongevraagde antwoorden, in de eerste plaats van de lezers van De Stem, zullen gaarne worden ingewacht. Zij, die naar aanleiding dezer vragen zich rekenschap zouden willen geven van de reacties, die de lectuur van Dostojevsky in hen wekte, kunnen hun oordeel of beschouwingen inzenden vóór den 10^den December. De belangrijkste dezer antwoorden uit het publiek zullen zoo mogelijk worden gepubliceerd in de Januari-aflevering. Ten slotte wijzen wij er met nadruk op, dat wij niet alleen uitingen van bewondering verwachten. Ook uitingen van verzet tegen den geestelijken invloed van Dostojevsky kunnen dienen tot verheldering van het belangrijke probleem: hoe verhoudt de Westersche geest, in het algemeen, zich tegenover den Russischen, zooals die in den machtigsten Russischen denker en schrijver tot openbaring kwam.

DE REDACTIE