De Stem. Jaargang 1

[p. 661]

Kwatrynen op schilders
door Plasschaert

1
Vermeer

Gij vondt den eindelijken buit: de klaart der innigheden;
en wist, dat nooit een ‘werklijkheid’ haar waarde krijgt
zoo achter haren schijn niet dralend d'aandacht stijgt,
en dus verlicht, wat anders niets is dan te vol onvreden.

2
Aan...

In 't avonduur vindt uw melancholie haar makker,
wanneer de scherpe vormen, daags te strikt, gaan deizen,
en zij zich eenen tot een oud, gemeenzaam peizen -
wanneer als dof en donker water golft al akker.

3
Rembrandt

Gij maakt de menschen traag en groot met smart voor Koningen,
en in uw vrouw, die oud is, zie 'k den grooten Dood
zich haasten op zijn tocht; de bloem, die 't Leven bood,
welkt snel in maagre hand - als 't kort geluk in woningen...

4
Aan...

Gij weet hoe in het meisje een vrouw zich zal gebaren,
en hoe uit struiken vol van pijn een hoofd zich opwaarts steekt,
en hoe uit oude handen, bezig nog, de droefheid leekt -
en soms, hoe edel 'n oogkas wordt, een mond, door jaren!

[p. 662]

5
Titiaan

De vreugde van den Trots is in uw sterke vrouwen,
en heevger nog in 't zelfbewust gezicht van eenen man,
die stout den stuggen staf hanteert van een', die winnen kan,
wat met den lauwer kroont, als d'open luchten blauwen.

6
Aan...

Gij hebt den tijd weerstaan, en waar hij andren lokte
tot luchten daad, die snel geprezen snel weer machtloos blijkt,
hebt gij geaarzeld tot ge vondt, wat, vast kristal, niet wijkt;
gij waart verduldig, hoe uw eerzucht soms u schokte!