Kernen
Vriendschap en liefde
Vriendschap ontstaat uit wederzijdse waardering, zowel als uit genegenheid, het laatste tekent meer de vriendschap der meisjes, die de tederheid welke ze vroeger aan hun pop besteedden, op hun vriendin overdragen tot het kind er zal zijn voor 't welk, in laatste instansie, al de genegenheid bestemd is aanwezig in het meisjeshart.
De vriendschap tussen jongens kenmerkt zich door vertrouwelijkheid en hulpvaardigheid, wijl 'n zekere neiging om uit deze vriendschap nut (soms ook voordeel) te halen, op te merken valt.
Vriendschap (tussen jongens en meisjes) kan volgroeien tot liefde. Is deze uitgebloeid, en komt er 'n verkoeling, dan gaan gewezen verliefden vaak vaneen, elkaar tot troost belovend, dat de vriendschap bestaan blijft. Dit is onzin en leugen. Liefdesbetrekkingen zijn niet per-se van vriendschappeliken aard, en de tijd wijst altijd uit, hoe 'n zelf-bedrog-volle leugen het troostwoord was. Wanneer de liefde heengaat, gaat de vriendschap mee weg. En dat is wel natuurlik mits het tegenovergestelde van liefde niet haat maar onverschilligheid is, en vriendschap komt tot uiting in elkaar betoonde belangstelling.
Voegt zich bij deze belangstelling sentimentaleit (in de beste betekenis), bekomt men liefde ('n vorm van goedheid). Deze platoniese liefde is de ‘schone droom’ in elk jongelings-leven, maar brengt ook steeds 'n pijnlik of ontgochelend ontwaken mee.
Men kan van iemand houden om z'n persoon (verdiensten, hoedanigheden, karakter) of omdat hij U bemint. Dan nog is 'n zekere mate van zelfzucht niet te ontkennen. Daar men bemint omdat de persoon U goed of aangenaam aandoet, men er door groeit. Deze zelfzucht is schoon omdat ze geen aanslag daarstelt op het persoonlik-zijn, maar dit veeleer opheft en versterkt.
Doch deze mooie liefde, waarmee haast alle liefdesverhoudingen beginnen, wordt altijd neergehaald, òf, omdat de personen wanneer ze elkaar niets meer te geven hebben als in laatste toevlucht elkander weer zoeken te vinden in de geslachts-lietde, (die de droefste ontgocheling voorbehoudt), óf nog bij elkaar blijven, terend en vegeterend op de (voorbije) aandoeningen, stilstaand en dus dood, elkaar's persoonlike uitgroei belemmerend.
Wie in liefde-zaken meer doet dan zich geven, zal alijd bedrogen uitkomen.
Het beste is, er niet te veel van te verwachten, je gevoelens natuurlik en bewust uit te leven en geen te hoge eisen te stellen aan de toekomst, wat het