een poging tot aanpassing van de kulturele en ekonomiese toestanden en vereisten, tot een staatkundig harmonies geheel; eveneens brengt ze een regeling tussen de uiteenlopende belangen van de individuën, door een wetgeving van kompensatie en verzoening. Ten slotte schenkt de welingerichte staat aan al de mensen, in zijn verband begrepen, de mogelikheid van arbeid tot algemeen nut, maar verzekert tevens de voorziening in hun levensbehoeften.
De rein-logiese staat, in tegenstelling met de tans bestaande, wordt gevormd door een volk met gelijke taal, zeden en kultuur, wonende in een streek met een karaktervolle, natuurlike gesteldheid, en hebbend een eenheid van ekonomies leven; het staatsverband dekt volledig het volksverband.
De organisatie van een staat, omvat de wetgeving en de uitvoering; die beiden moeten op een zo eenvoudig mogelike grondslag worden ingesteld. Van de regeringen van ieder volk, allen op bovenstaande wijze ingericht, moet een sentrale afvaardiging worden bijeengeroegen, die de internationale van de volkeren zal samenstellen.
Het recht van ieder individu is het recht tot leven en de noodzakelike voldoening van zijn billike stoffelike maar ook geestelike behoeften. Het recht van ieder volk luidt: behoud van eigen taal, ontwikkeling volgens eigen kultuur, zeden en gebruiken en het recht van eigen ekonomies leven, onder de regering van een zelfgekozen landsbestuur.
Het recht van de mensheid schrijft in eerste plaats het woord wereldvrede op zijn tafelen. Vervolgens eist het een onderlinge hulp van de volkeren op alle gebied, ekonomies als kultureel of staatkundig, eindelijk een bevrijding van het kapitalisties regiem in een geleideliken overgang tot het Kommunisme.
Als men een huis wil bouwen, hangt men niet eerst het dak in de lucht, om er vervolgens het huis onder aan te hangen en eindelik ten slotte de kelders en grondvesten te maken.
Als men een steen in een kalm water werpt, kringt het water daar omheen, steeds in breeder golvingen wegdeinzend: Die golvingen ontstaan niet opzij, om in 't midden in een punt saam te lopen en te verzwinden.
Zo ook met de hier inbespreking zijnde theorie. Internationalisme moet ontstaan uit een volgroeid nationalisme. De redenering, dat nationalisme moet geboren worden uit een allereerst gevestigd internationalisme is vals, neen eiger: onzinnig.
Vaderlandsliefde is de gehechtheid aan het plekje waar men geboren werd, waar men opgroeide en lief en leed beleefde, de liefde tot de omgeving van dit kleine stukje gronds en tot de mensen die het onmiddellijk omringen. In meer uitgebreide zin is het de trouw aan heel het ras, dat gelijk-spreekt en gelijke zeden heeft als de omringende bekenden, aan heel het land, dat dezelfde karaktertrekken vertoont als uw geboorteplaats. Die laatste vaderlandsliefde echter kan maar alleen bestaan met de eerste als aanleiding, en nooit omgekeerd, of met uitschakeling van die eerste.
Nationalisme is het streven, dat aldra tot een systeem kan worden, van een volk om de opvoeding, de ontwikkeling en de uiting des levens van al zijn leden te doen plaats grijpen in de nationale taal, in het kader van de nationale