't kinderhoofd met namen en woorden en holle klanken; - of opvoeding - meest 'n misvorming der persoonlikheid, daar van 't goede en kwade en zoveel andere dingen 'n algemeene regel gemaakt wordt, wijl toch reeds klaar bewezen is en door ieder denkend mens aangenomen, dat wat voor de ene goed is, voor de andere kwaad kan zijn. Kwaad is al wat iemand van z'n natuurlike (goddelike) bestemming afvoert, goed al wat er toe leidt en behulpzaam is... Hoe nu dit vermoorden der persoonlikheid van 'n kinderziel goed kan zijn in die betekenis, laat ik onze wijze vaders van schoolwetten en gediplomeerde opvoeders uitmaken. Die bewustwording van de geest kan bevorderd worden door kunst en als dusdanig is kunst een, neen, dé belangrijkste opvoedingsfaktor. (Waarschijnlijk leert men daarom niets van kunst - dan wat techniese bizonder- en eigenaardigheden van schrijvers en stukken - in de school, omdat de staat geen mensen moet hebben, maar burgers, (d.i. 'n kuddegeest bezittende klasse om hem recht te houden). Door kunst... doch niet gans. kunst spreekt alleen 'n verstaanbare taal voor bewusten. Hen is de kunst waarlik 'n vertolkster van de Godheid, het bovennatuurlike, schoonheid en waarheid.
Het bewustzijn zetelt in de geest, doch het zintuig wekt het. Het zintuigelike zien: niet het weerkaatsen op je netvlies van het voorwerp, dat in je gezichtshoek valt, maar het opmerken, herkennen, begrijpen van dit voorwerp. Hoeveel malen lopen we langs de straat en keren weer, hebben niets gezien en brengen geen enkele indruk mee thuis. Zien, d.i. opmerken wanneer er iets langs je voorbijgaat dat je aandacht trekt, zo dat je staan blijft en opmerkingen maakt, gedachten oppert en besluiten trekt, overwegingen maakt of bewonderd hebt; dan heb je gezien en heeft je bewustzijn gewerkt, je goddelik verstand, dàt wat je mens maakt. Zo het horen... Horen is niet opvangen van een geluidgolving in je trommelvlies, maar onderscheiden, opmerken, erbij voelen en leven... waarnemen dat er iets gebeurt, en toon en klank en rithm en karakter begrijpen; zo 't smaken, voelen, ruiken... zo het denken.
We moeten leren leven; daartoe zal kunst ons helpen... de kunst in welke Bewusten de indrukken die ze van de dingen in kleur, klank, gevoel of vorm ontvingen, neerlegden en gestalte gaven, en door welke de slapenden, de doden kunnen gewekt worden.
Gedenk te leven!
Dit is de eerste plicht van ons, ménsen... Omdat we zonder dat niets zijn of zijn kunnen dan doden... wezens die 't leven ondergaan, over wie 't leven heengaat, die 't leven vertreedt en vertrapt... en die stervend bemerken nooit geleefd te hebben, nooit iets, nooit zich-zelf geweest te zijn.
Multatuli riep eens: ‘Uw roeping mens is mens te zijn’... doch dat is niet waar. Het mens-zijn is geen roeping, het is 'n voorwaarde met de natuur meegegeven, zonder welke men nooit z'n roeping beantwoorden kan.
Wij staan bewust in 't licht van 't sterke leven... en 't kennend beheersen wij het en voeren zelf ons leven, als meesters, ons leven óns diénen doende, en het doel dat wij ons gesteld hebben; het doel dat de mens in de verte der eeuwen wacht: God te worden.
Maar wees eerst mens... wek uw geest, denk en lééf, o jongmens! word uw