Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij
[Folio 122v]
| |
De Propheet HABAKUK. | |
Inhoudt deser Prophetie. | |
DE Propheet Habakuk voorseyt, dat Godt besloten heeft de Joden, van wegen hare leelicke ende menighvuldige sonden, te laten vervallen in de handen der Chaldeen, doch alsoo, dat die oock selfs, van wegen hare sonden ende boosheden, van Godt souden gestraft worden. De Propheet voeght hier by een seer beweeghlick gebedt, Godt den Heere biddende, dat de elende die den volcke van Israël ende Juda over quam, mochte zijn een vaderlicke kastijdinge, niet eene eyndelicke uytroeyinge, Cap. 3. Wy en kunnen niet sekerlick weten wanneer dat Habakuk geleeft ende gepropheteert hebbe: verscheydene geleerde meynen, dat hy gepropheteert heeft ten tijde der nasaten van Iozia, ofte ten tijde Manasse, overmits de sonden die hy bestraft, seer wel over een komen, met de sonden Manassis ende des volcks in die tijden levende. Immers blijckt het, uyt Cap. 1. vers 6. dat hy geleeft ende gepropheteert heeft, eer Jerusalem van NebucadNezar is verheert geworden: Uyt desen Propheet worden eenige spreucken in het Nieuwe Testament aengetogen, als Actor. 13.41. Rom. 1.17. ende Galat. 3.11. als oock Hebr. 10.38. |
|