Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijGodt sweert den Grooten te Samaria, ende al het volck, dat hyse gevangelick sal laten wech voeren, ende verjagen, om haer gewelt, suyperije, afgoderije, ende onbekeerlickheyt in vele toegesondene plagen, vers 1, etc. noodightse evenwel noch tot bekeeringe, met voorstellinge sijner Majesteyt ende macht, 12. | |
1HOoret dit woort, ghy Ga naar margenoot1 koeijen van Basan, ghy die op den bergh van Samaria zijt; die de arme verdrucket, die de nootdruftige verplettert: ghy die tot Ga naar margenoot2 haerlieder heeren segget, Ga naar margenoot3 Brenght aen, op dat wy drincken. | |
2De Heere HEERE heeft gesworen Ga naar margenoot4 by sijne heyligheyt, datter, siet, Ga naar margenoot5 dagen over u-lieden sullen komen; Ga naar margenoot6 dat men u sal Ga naar margenoot7 optrecken met haken, ende uwe Ga naar margenoot8 nakomelingen met visch- Ga naar margenoot9 angelen. | |
3Ende Ga naar margenoot10 ghy sullet [door] de Ga naar margenoot11 bressen uyt gaen, eene Ga naar margenoot12 ydere Ga naar margenoot13 voor haer henen: ende ghy sult Ga naar margenoot14 het gene in den palleyse [gebracht] is wech werpen, spreeckt de HEERE.[kolom] | |
4Ga naar margenoot15 Komt te Ga naar margenoot16 Bethel, ende overtredet; Ga naar margenoot17 te Ga naar margenoota Gilgal, maeckt Ga naar margenoot18 des overtredens veel, ende brenght uwe offeren des morgens, uwe tienden om de Ga naar margenoot19 drie dagen: | |
5Ende Ga naar margenootb Ga naar margenoot20 roocket van het Ga naar margenoot21 gedeessemde een lof-offer, ende roepet vrywillige offeren uyt, doet’et hooren: want alsoo Ga naar margenoot22 hebt ghy’t geerne, ghy kinderen Israëls, spreeckt de Heere HEERE. | |
6Daerom heb ick u-lieden oock Ga naar margenoot23 reynigheyt der tanden gegeven in alle uwe steden, ende gebreck van broot in alle uwe plaetsen: Nochtans en hebbet ghy u niet bekeert Ga naar margenoot24 tot my, spreeckt de HEERE. | |
7Daer toe heb ick oock den Ga naar margenoot25 regen van u-lieden geweert, als’er noch drie maenden waren tot den oogst, ende hebbe doen regenen over d’eene stadt, maer over d’andere stadt niet doen regenen: het een stuck lants wert beregent, maer het [ander] stuck lants daer ’t niet op en regende, verdorrede. | |
8Ende twee drie steden togen om tot eener stadt, op dat sy water mochten drincken, maer en wierden niet Ga naar margenoot26 verzadight: nochtans en hebbet ghy u niet bekeert tot my, spreeckt de HEERE. | |
9Ick heb u-lieden geslagen met Ga naar margenootc Ga naar margenoot27 brant-koorn ende met honighdauw; de Ga naar margenoot28 veelheyt uwer hoven, ende uwer wijngaerden, ende uwer vijghboomen, ende uwer olijfboomen at de Ga naar margenootd Ga naar margenoot29 rupse op: nochtans en hebbet ghy u niet bekeert tot my, spreeckt de HEERE. | |
10Ick hebbe de pestilentie onder u-lieden gesonden, na de Ga naar margenoot30 wijse van Egypten; Ick heb uwe jongelingen door het sweert gedoot, Ga naar margenoot31 ende uwe peerden gevangelick laten wech voeren: ende ick hebbe den Ga naar margenoot32 stanck uwer heyrlegeren selfs in uwe neuse doen opgaen; nochtans en hebbet ghy u niet bekeert tot my, spreeckt de HEERE. | |
11Ick heb [sommige] onder u-lieden Ga naar margenoot33 omgekeert, gelijck Godt Ga naar margenoote Ga naar margenoot34 Sodom ende Gomorra omkeerde, die ghy waert als een Ga naar margenoot35 vyerbrant, dat uyt den brant gereddet is: nochtans en hebbet ghy u niet bekeert tot my, spreeckt de HEERE. | |
12Daerom sal ick u Ga naar margenoot36 alsoo doen, ô Israël: om dat ick u [dan] dit doen sal, soo schickt u, ô Israël, Ga naar margenoot37 om uwen Godt te ontmoeten. | |
13Want siet, die de bergen formeert, ende den Ga naar margenootf wint schept, ende den mensche bekent maeckt wat Ga naar margenoot38 sijne gedachte zy, die den Ga naar margenoot39 dageraet duysternisse maeckt, ende | |
[Folio 113r]
| |
op de Ga naar margenoot40 hooghten der aerde treedt; HEERE, Godt der Ga naar margenoot41 heyrscharen, is sijn name. |
|