Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij
[Folio 298r]
| |
Het Hooge Liedt SALOMONS. | |
Inhoudt deses Boecks. | |
DE autheur ofte beschrijver deses Boecks is Salomo, die het selve beschreven heeft door ingeven des Heyligen Geests. Het is een gespreck tusschen CHRISTUM als Bruydegom, ende de Bruyt sijne Kercke, onder het voorbeelt van Salomo ende sijne Bruyt: in voegen, als in den vijf ende veertighsten Psalm. Oock spreken in dit Hooge Liedt somtijts de vrienden des Bruydegoms, ende de Speelmaeghden der Bruyt. Onder den name van de Vrienden des Bruydegoms kan men verstaen de oprechte, vrome, Godtsalige Propheten des Ouden, ende d’Apostelen des Nieuwen Testaments, mitsgaders alle getrouwe Predicanten ofte Leeraers ende Voorstanders der Kercke. Onder den name der Speelmaeghden, ofte Vriendinnen der Bruyt, kan men verstaen, de belijders des naems JESU CHRISTI, ende der warer religie. Onder den name des Bruydegoms, ende der Bruyt, worden in dit Hooge Liedt, onder verbloemde woorden, beschreven de hertelicke liefde, ende de voortreffelicke weldaden des Heeren JESU CHRISTI des Bruydegoms, tot de Christelicke Kercke sijne Bruyt: Ende aen d’ander zijde, der Bruyt, sijner Heyliger Kercke, hertelick verlangen na haren lieven Bruydegom den Heere JESUM CHRISTUM. Oock wort in dit Boeck ons voor oogen gestelt de gelegentheyt die het met de Kercke Godes hier op aerden heeft: als oock der selver deughden, oock hare vlecken ende onvolmaecktheden. De Leermeesters der Joden hebben gewilt, dat niemant het eerste Capittel van Genesis, nochte dit Hooge Liedt Salomons, nochte ’t begin, nochte het eynde des Propheten Ezechiels lesen en soude, tot dat hy dertigh jaer oudt soude wesen, doch t’onrechte, ende uyt superstitie; hoewel de diepgrondige redenen ende saken die in deselve staen ende verhandelt worden, vereysschen een mannelick, gesett, ende wel geoeffent verstant, als oock gematighde ende geheylighde affecten, gantsch nootwendigh om de diepe verborgentheden die daer inne staen, grondelick te begrijpen: Met de verklaringen die tot verlichtinge hier by gevoeght zijn, en worden nochtans niet verworpen andere schriftmatige uytleggingen, die daer op souden mogen gepast worden. |
|