Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDe Propheet roemt de groote weldaet Godes sijner gemeynte bewesen, haer verlossende uyt het merckelick perijckel harer machtiger vyanden. | |
1Ga naar margenoot1 EEn Liedt Hammaaloth, van David: ’t En ware de HEERE, die by ons geweest is Ga naar margenoot2, segge nu Israël: | |
[Folio 271v]
| |
2’t En ware de HEERE, die by ons geweest is, als de menschen tegen ons opstonden: | |
3Doe souden sy ons levendigh verslonden hebben, als haren toorn tegen ons ontstack. | |
4Doe souden ons Ga naar margenoot3 de wateren overloopen hebben: een stroom soude Ga naar margenoot4 over onse ziele Ga naar margenoot5 gegaen hebben. | |
6De HEERE zy gelooft, die ons in hare tanden niet en heeft over gegeven tot eenen roof. | |
7Ga naar margenoota Onse ziele is ontkomen als een vogel, uyt den strick der vogelvangers, Ga naar margenoot7 de strick is gebroken, ende wy zijn ontkomen. | |
8Ga naar margenootb Onse hulpe Ga naar margenoot8 is Ga naar margenoot9 in den name des HEEREN, die hemel ende aerde gemaeckt heeft. |
|