Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDavid beschrijft eenen rechten burger van Zion, ofte lidtmaet van Godts Kercke, die niet en sal verloren gaen in eeuwigheyt. | |
1EEn Psalm Davids. HEERE, wie sal verkeeren in uwe Ga naar margenoot1 Tente? wie sal woonen op den bergh uwer heyligheyt? | |
2Ga naar margenoota Die Ga naar margenoot2 oprecht wandelt, ende gerechtigheyt werckt; ende die Ga naar margenoot3 met sijn herte de waerheyt spreeckt. | |
3Die met sijne tonge niet achterklapt, sijnen metgeselle geen quaet en doet; ende geen smaet-reden Ga naar margenoot4 opneemt tegen sijnen naesten. | |
4In wiens oogen de Ga naar margenoot5 verworpene veracht is, maer hy eert de gene, die den HEERE vreesen; heeft hy gesworen tot [sijne] Ga naar margenoot6 schade, evenwel en verandert hy niet. | |
5Die sijn gelt niet geeft op Ga naar margenoot7 woecker; noch geen geschenck en neemt tegen den onschuldigen. Die dese dingen doet en sal niet Ga naar margenoot8 wanckelen in eeuwigheyt. |
|