Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDavid klaeght over uytstel van Godts hulpe: bidt dat hy doch om sijner eere wille, sijn nakende verderf voor kome: ende triumpheert door geloove. | |
2Hoe lange, HEERE, sult ghy mijner Ga naar margenoot2 steeds Ga naar margenoot3 vergeten? hoe lange sult ghy u aengesicht voor my Ga naar margenoot4 verbergen? | |
3Hoe lange sal ick raetslagen Ga naar margenoot5 voornemen in mijne ziele? droeffenisse in mijn herte Ga naar margenoot6 by dage? hoe lange sal mijn vyant over my verhooght zijn? | |
4Aenschouwt, verhoort my, HEERE, mijn Godt: Ga naar margenoot7 verlicht mijne oogen, op dat ick [in] den doot niet en Ga naar margenoot8 ontslape: | |
5Op dat niet mijn vyant en segge; Ick heb hem overmocht: Ga naar margenoota mijne tegenpartijders sich verheugen, wanneer ick soude Ga naar margenoot9 wanckelen. | |
6Maer ick vertrouwe op uwe Ga naar margenoot10 goedertierenheyt: mijn herte sal sich verheugen in u heyl: ick sal den HEERE singen, om dat hy aen my Ga naar margenoot11 wel gedaen heeft. |
|