Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijBildad draeght Iob voren Godes schrickelicke Majesteyt, vers 1, etc. op dat hy sich niet en rechtveerdige voor Godt, dewijle hy als andere menschen onreyn was, 4. ende selfs de hemelsche lichten voor Gode haer schijnsel verliesen moeten, 5. | |
1DOe antwoordde Bildad de Suhiter, ende seyde: | |
2Ga naar margenoot1 Heerschappije, ende vreese zijn Ga naar margenoot2 by hem: hy Ga naar margenoot3 maeckt vrede in Ga naar margenoot4 sijne hooghten. | |
3Is’er een getal sijner Ga naar margenoot5 benden? ende over wien en staet sijn Ga naar margenoot6 licht niet op? | |
4Hoe soude dan een mensche Ga naar margenoota rechtveerdigh zijn by Godt? ende Ga naar margenootb hoe soude hy suyver zijn, die van eene vrouwe geboren is? | |
5Siet, Ga naar margenoot7 tot de mane toe, Ga naar margenootc ende sy en sal geen schijnsel geven: ende de sterren en zijn niet suyver in sijnen oogen. | |
6Ga naar margenootd Hoe veel te min de Ga naar margenoot8 mensche, [die] eene made is; ende des menschen kint, [die] een Ga naar margenoote worm is? |
|