Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDie van den stamme Dan, niet erfdeels genoegh hebbende, senden vijf mannen uyt, om eene plaetse te verspieden, vers 1. Dese komen onderweeghs by ’t huys van Micha, ende begeeren, dat de Levijt over hare reyse Godt vrage, 2. De antwoorde hebbende, verspieden sy de stadt Laïs, ende doen daer van rapport aen hare broederen, die sy aenporren de stadt te overvallen, 7. Daer op trecken ses hondert gewapende Daniters henen, ende benemen onderweeghs den Micha sijnen Priester ende de afgoden, 11. Die Micha te vergeefs weder eyscht, 22. Sy overvallen, herbouwen, ende bewoonen Laïs, ende noemense Dan, 27. Stellen eenen Priester, ende stichten afgoderije met de beelden van Micha, 30. | |
1IN die dagen en was’er Ga naar margenoota geen Ga naar margenoot1 Koningh in Israël: ende in deselve dagen socht de stamme der Daniten voor haer eene erffenisse om te woonen; want haer tot op dien dagh onder de stammen Israëls niet [genoeghsaem] ter erffenisse was Ga naar margenoot2 toegevallen. | |
2Soo sonden de kinderen Dan uyt haer geslachte vijf mannen Ga naar margenoot3 uyt hare eynden, mannen, die strijtbaer waren, van Ga naar margenoot4 Zora ende van Esthaol, om het lant te verspieden, ende dat te doorsoecken; ende sy seyden tot hen; Gaet, doorsoeckt het lant: ende sy quamen aen’t geberghte Ephraims tot aen het huys van Ga naar margenoot5 Micha, ende vernachteden aldaer. | |
3Zijnde by het huys van Micha, soo kenden sy de stemme Ga naar margenoot6 des jongelinghs, des Levijts: ende sy weecken Ga naar margenoot7 daer henen, ende seyden tot hem; Wie heeft u hier gebracht, ende wat doet ghy alhier, ende wat hebt ghy hier; | |
4Ende sy seyden tot hen; Soo ende soo heeft Micha my gedaen: ende hy heeft my gehuert, ende ick ben hem tot eenen Priester. | |
5Doe seyden sy tot hem; Vraeght doch Ga naar margenoot8 Godt: dat wy mogen weten, of onse wegh, op welcken wy wandelen, voorspoedigh sal zijn. | |
6Ende de Priester Ga naar margenoot9 seyde tot hen; Gaet in vrede: uwe wegh, welcken ghy sult henen trecken, is Ga naar margenoot10 voor den HEERE. | |
7Doe gingen die vijf mannen henen, ende quamen tot Ga naar margenoot11 Laïs: ende sy sagen het volck, het welcke was in ’t midden der selver, zijnde Ga naar margenoot12 gelegen in sekerheyt, na de wijse der Zidoniers, stil ende Ga naar margenoot13 seker zijnde, ende daer en was Ga naar margenoot14 geen Ga naar margenoot15 erfheere, die [yemant] Ga naar margenoot16 om eenige sake schande aendede in dat lant; oock waren sy Ga naar margenoot17 verre van de Zidoniers, ende Ga naar margenoot18 hadden niets te doen met eenigen mensche. | |
8Ende sy quamen tot hare broederen te Zora ende te Esthaol, ende hare broederen seyden tot hen; Wat [segt] ghylieden? | |
[Folio 112v.\ Daniten nemen de stadt--Laïs in.]
| |
9Ende sy seyden, Maeckt u op ende laet ons tot hen optrecken, want wy hebben dat lant besien, ende siet het is seer goet: soudet ghy dan Ga naar margenoot19 stille zijn? en weest niet luy om te trecken, dat ghy henen in komet, om dat lant in erflicke besittinge te nemen. | |
10(Als ghy daer henen komt, soo sult ghy komen tot een sorgeloos volck, ende dat lant is Ga naar margenoot20 wijt van ruymte) want Godt heeft het in uwe hant gegeven: eene plaetse, alwaer geen gebreck en is van eenigh dingh, dat op der aerden is. | |
11Doe reysden van daer uyt den geslachte der Daniten, van Zora ende van Esthaol, ses hondert man, aengegordet met krijghswapenen. | |
12Ende sy togen op, ende legerden hen by Ga naar margenoot21 Kiriath-Iearim, in Iuda: daerom noemden sy dese plaetse, Ga naar margenootb Ga naar margenoot22 Machane-Dan, tot op desen dagh; Siet, het is achter Kiriath-Iearim. | |
13Ende van daer togen sy door na het geberghte Ephraims, ende sy quamen tot aen het huys van Ga naar margenoot23 Micha. | |
14Doe Ga naar margenoot24 antwoordden de Ga naar margenoot25 vijf mannen, die gegaen waren om het lant van Laïs te verspieden, ende seyden tot hare broederen; Weet ghylieden oock, dat in Ga naar margenoot26 die huysen een Ga naar margenoot27 Ephod is, ende Ga naar margenoot28 Teraphim, ende een Ga naar margenoot29 gesneden, ende een gegoten beelt? soo Ga naar margenoot30 weet nu, wat u te doen zy. | |
15Ga naar margenoot31 Doe weecken sy daer henen, ende quamen aen het huys des Ga naar margenoot32 jongelinghs, des Leviten, ten huyse van Micha: ende sy Ga naar margenoot33 vraeghden hem na Ga naar margenoot34 vrede. | |
16Ende de ses hondert mannen, die van de kinderen Dan waren, met hare krijghswapenen aengegordet, bleven staen aen de deure van de poorte. | |
17Maer de vijf mannen, die gegaen waren om het lant te verspieden, gingen op, quamen daer henen in, namen wech het Ga naar margenoot35 gesneden beelt, ende den Ephod, ende de Teraphim, ende het gegoten beelt: de Priester nu, die bleef staen aen de deure van de poorte, met de ses hondert mannen, die met krijghswapenen aengegordet waren. | |
18Als Ga naar margenoot36 die nu ten huyse van Micha waren in gegaen, ende het gesneden beelt, den Ephod, ende de Teraphim, ende het gegoten beelt wech genomen hadden, soo seyde de Priester tot hen; Wat doet ghylieden? | |
19Ende sy seyden tot hem; Swijght, Ga naar margenoot37 leght uwe hant op uwen mont, ende gaet met ons, ende zijt ons tot eenen vader, ende tot eenen Priester: is ʼt beter, dat ghy een Priester zijt voor eenes mans huys, ofte dat ghy Priester zijt voor eenen stam, ende een geslachte in Israël?Ga naar margenoot38 | |
20Doe wert het Ga naar margenoot39 herte des Priesters Ga naar margenoot40 vrolick, ende hy nam den Ephod, ende de Teraphim, ende het gesneden beelt: ende hy quam in ’t midden des volcks. | |
21Alsoo keerden sy hen, ende togen voort: ende sy stelden de kinderkens, ende het vee, ende de Ga naar margenoot41 bagagie Ga naar margenoot42 voor hen. | |
22Als sy nu verre van Michas huys gekomen waren, soo werden de mannen, Ga naar margenoot43 zijnde in de huysen, die by het huys van Micha waren, by een geroepen, en sy achterhaelden de kinderen Dan. | |
23Ende sy riepen de kinderen Dan na; dewelcke hare aengesichten omkeerden, ende seyden tot Micha; wat is u, dat ghy by een geroepen zijt? | |
24Doe seyde hy; Ghylieden hebt mijne goden, die ick gemaeckt hadde, wech geno-[kolom]men, mitsgaders den Priester, ende zijt wech gegaen; Ga naar margenoot44 wat heb ick nu meer? wat is het dan, dat ghy tot my seght; Wat is u? | |
25Maer de kinderen Dan seyden tot hem; Laet uwe stemme by ons niet hooren, op dat niet misschien mannen Ga naar margenoot45 van bitteren gemoede op u aenvallen, ende ghy u Ga naar margenoot46 leven verlieset, ende het leven uwes huyses. | |
26Alsoo gingen de kinderen Dan hares weeghs: ende Micha, siende dat sy stercker waren dan hy, soo keerde hy om, ende quam weder tot sijn huys. | |
27Ga naar margenoot47 Sy dan namen, dat Micha gemaeckt hadde, ende den Priester, dien hy gehadt hadde, ende quamen tot Laïs, tot een Ga naar margenoot48 stil ende seker volck, ende sloegense Ga naar margenoot49 met de scherpte des sweerts: ende de stadt verbrandden sy met vyer. | |
28Ende daer en was niemant diese verloste, want Ga naar margenoot50 sy was Ga naar margenoot51 verre van Zidon, ende Ga naar margenoot52 sy en hadden niets met eenigen mensche te doen; ende Ga naar margenoot53 sy [lagh] in ʼt dal, dat by Ga naar margenoot54 Beth-Rechob is: daer na herbouwden Ga naar margenoot55 sy de stadt, ende woonden daer in. | |
29Ga naar margenootc Ende sy noemden den name der stadt Dan, na den naem hares vaders Dan, die den Ga naar margenoot56 Israël geboren was: hoewel den naem deser stadt te voren Laïs was. | |
30Ende de kinderen Dan richteden voor hen dat gesneden Ga naar margenoot57 beelt op: ende Ga naar margenoot58 Ionathan, de sone Gersoms, des soons Manasses, hy, ende sijne sonen waren Priesters voor den stam der Daniten, tot den dagh toe, dat het Ga naar margenoot59 lant gevangelick is wech gevoert. | |
31Alsoo stelden sy onder hen het gesneden beelt van Micha, dat hy gemaeckt hadde, alle de dagen, dat het huys Godts te Ga naar margenoot60 Silo was. |
|