Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij
[Folio 92v\Beroep van Josua.]
| |
Het Boeck JOSUA. | |
Inhoudt deses Boecks. | |
IN dit Boeck worden verhaelt de wonderlicke werken des Heeren, die hy, tot bewijs van de waerheyt ende trouwe sijner beloften, gedaen heeft, sedert de doot Mose tot het overlijden van Iosua, namelick, hoe hy de kinderen Israëls in het beloofde lant Canaan heeft gebracht, deselve drooghs voets leydende door de Jordane, ende hen in handen leverende alle de Koningen der Canaaniten, met hare landen ende steden: die Iosua uytgedeelt heeft onder negen stammen, ende eene halve: De vrysteden, mitsgaders die steden die de Leviten souden bewoonen, worden oock verordent: Eyndelick wort in dit Boeck verhaelt de doot van Iosua, doe hy hondert ende tien jaren was oudt geworden, na dat hy den Israëliten Godes vloeck hadde voorgestelt, indien sy souden afwijcken van het verbont het welck de Heere met hen hadde opgerichtt. Iosua is geweest beyde in name ende in ampt, een bysonder voorbeelt onses Heeren JESU CHRISTI, die de geloovige in de ware rustplaetse, namelick in het hemelsche Canaan, is brengende, Hebr. 4.8, etc. Dese historie begrijpt den tijt van meer dan seventien jaren, ende sy draeght den name van Iosua, om dat in de selve van sijne treflicke daden meest gehandelt wort: Van wien dat dese historie beschreven zy, is onseker: Eenige meynen datse van eenen Propheet, die eenige jaren hier na geleeft heeft, beschreven is. Sy kan bequamelick in drie deelen afgedeylt worden: want in de twaelf eerste Capittelen wort gesproken van de boven maten groote victorien, welcke Iosua, door de kracht Godes, bevochten heeft: In het tweede deel, van Cap. xiij. tot het xxij. Cap. wort gehandelt van de afdeelinge des lants onder de stammen: In het derde deel wort beschreven de wechsendinge der twee stammen, ende der halve: Item, de ernstige vermaninge van Iosua aen het volck van Israël, ende eyndelick het overlijden van Iosua ende Eleazar. |
|