Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijWetten rakende het aensteken der lampen op den kandelaer, vers 1 etc. ende de reyninge der Leviten, 5. die in de plaetse der eerstgeboorne worden gestelt, ende den Priesteren by gevoeght, om die te dienen, 16. Van den ouderdom, in den welcken de Leviten in haren dienst treden moesten, ende daer uyt scheyden, 23. met aenwijsinge, watse daer na doen moesten, 26. | |
1ENde de HEERE sprack tot Mose, seggende: | |
2Spreeckt tot Aaron, ende seght tot hem: Als ghy de lampen Ga naar margenoot1 aensteken sult, Ga naar margenoota Ga naar margenoot2 recht tegen over den kandelaer sullen de seven lampen lichten. | |
3Ende Aaron dede alsoo, tegen over voor aen den kandelaer stack hy des selven lampen aen; gelijck als de HEERE Mose geboden hadde. | |
4Dit werck nu des kandelaers was Ga naar margenoot3 van Ga naar margenootb dichten goude, tot sijne schacht, tot sijne bloemen wast dicht: na Ga naar margenoot4 de gedaente, die de HEERE Mose Ga naar margenoot5 vertoont hadde, alsoo hadde hy den kandelaer gemaeckt. | |
5Ende de HEERE sprack tot Mose, seggende: | |
7Ende aldus sult ghy hen doen om hen te reynigen; sprenght op hen Ga naar margenoot7 water der ontsondinge: ende sy sullen het scheermes over haer gantsche vleesch doen gaen, ende sullen hare kleederen wasschen, ende sich reynigen. | |
8Daer na sullen sy nemen eenen varre, Ga naar margenoot8 een jongh runt, met sijn spijs-offer van meelbloeme, met olie gemenght: ende eenen anderen varre, een jongh runt, sult ghy nemen ten sond-offer. | |
9Ende ghy sult de Leviten voor de Tente der t’samenkomste doen naderen: ende ghy sult de geheele vergaderinge der kinderen Israëls doen versamelen. | |
10Ia ghy sult de Leviten voor het aengesichte des HEEREN doen naderen: ende Ga naar margenoot9 de kinderen Israëls sullen hare handen op de Leviten leggen. | |
11Ende Aaron sal de Leviten Ga naar margenoot10 bewegen ten Ga naar margenoot11 beweegh-offer voor het aengesichte des HEEREN, van wegen de kinderen Israëls: op datse zijn om den dienst des HEEREN te bedienen. | |
12Ende de Leviten sullen hare handen op het hooft der varren leggen: daer na bereyt ghy eenen ten sond-offer, ende eenen ten brand-offer den HEERE, om over de Leviten versoeninge te doen. | |
13Ende ghy sult de Leviten stellen voor het aengesichte Aarons, ende voor het aengesichte sijner sonen, ende ghy sultse bewegen ten beweegh-offer den HEERE. | |
14Ende ghy sult de Leviten uyt het midden der kinderen Israëls uyt scheyden: op dat de Leviten Ga naar margenootc mijne zijn. | |
15Ende daer na sullen de Leviten in komen om de Tente der t’samenkomste te bedienen: Ga naar margenoot12 ende ghy sultse reynigen, ende sultse ten beweegh-offer bewegen. | |
[Folio 63r\Leviten. Paesschen.]
| |
gegeven uyt het midden der kinderen Israëls: voor Ga naar margenoot14 de openinge van alle baermoeder, [voor] de eerstgeborene eens yeders uyt den kinderen Israëls, hebb’ ickse my genomen. | |
17Want Ga naar margenootd alle eerstgeborene onder de kinderen Israëls is mijne, onder de menschen, ende onder de beesten: ten dage dat ick alle eerstgeboorte in Egyptenlande sloegh, hebb’ ick deselve my geheylight. | |
18Ga naar margenoote Ende ick hebbe de Leviten genomen voor alle eerstgeborene onder de kinderen Israëls: | |
19Ende ick hebbe de Leviten, Aaron ende sijnen sonen Ga naar margenoot15 tot eene gifte gegeven, uyt het midden der kinderen Israëls, Ga naar margenoot16 om den dienst der kinderen Israëls in de Tente der t’samenkomste te bedienen, ende om voor de kinderen Israëls versoeninge te doen: datter geene Ga naar margenoot17 plage en zy onder de kinderen Israëls, als de kinderen Israëls tot het heylighdom Ga naar margenoot18 naderen souden. | |
20Ende Mose dede, ende Aaron, ende de gantsche vergaderinge der kinderen Israëls, aen de Leviten: na alles wat de HEERE Mose geboden hadde, van den Leviten, soo deden de kinderen Israëls aen hen. | |
21Ende de Leviten Ga naar margenoot19 ontsondighden sich, ende wiesschen hare kleederen, ende Aaron Ga naar margenoot20 beweeghdese ten beweegh-offer voor het aengesicht des HEEREN: ende Aaron dede versoeninge over hen, om hen te reynigen. | |
22Ende daer na quamen de Leviten om haren dienst te bedienen in de Tente der t’samenkomste, voor het aengesicht Aarons, ende voor het aengesicht sijner sonen: gelijck als de HEERE Mose van de Leviten geboden hadde, alsoo deden sy aen hen. | |
23Ende de HEERE sprack tot Mose, seggende: | |
24Dit is het dat den Leviten aengaet: Ga naar margenoot21 van vijf en twintigh jaer oudt, ende daer boven, sullense in komen Ga naar margenoot22 om den strijt te strijden in den dienst van de Tente der t’samenkomste. | |
25Maer van dat hy vijftigh jaer oudt is, sal hy van den strijt deses dienstes af gaen: ende hy en sal niet meer dienen: | |
26Doch sal hy met sijne Ga naar margenoot23 broederen dienen in de Tente der t’samenkomste, Ga naar margenoot24 om de wacht waer te nemen, maer den dienst en sal hy niet bedienen: alsoo sult ghy aen de Leviten doen in hare wachten. |
|