Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)
(2008)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtelijk beschermd1 Den Apostel voorseght hoedanige menschen ende verleyders in de laetste tijden sullen opstaen, ende vermaent Timotheum sulcke te schuwen. 6 Leert op wat wijse ende hoe’se de menschen sullen verleyden, voornamelick de vrouwkens. 8 Dat’se Iannes ende Iambres sullen gelijck zijn, in de waerheyt tegen te staen. 10 Vermaent hem voorder zijn exempel te willen volgen in ’t verdragen van vervolgingen, die alle Godtsalige te verwachten hebben. 14 ende stantvastelijck te blijven by de suyvere leere, die hy van hem geleert hadde. 15 aenwijsende daer by de volmaecktheyt, Goddelickheyt, ende veelvoudige nutticheyt der heylige Schrifture, die hy van kinds-been af geleert hadde, in welcke dese leere gegrondt is. | |
1Ga naar margenoota ENde Ga naar margenoot1 weet dit, dat Ga naar margenoot2 in de laetste dagen Ga naar margenoot3 ontstaen sullen Ga naar margenoot4 sware tijden. | |
2Want Ga naar margenoot5 de menschen sullen zijn Ga naar margenoot6 liefhebbers van haer selven, gelt-gierigh, Ga naar margenoot7 laet-dunckige, hooveerdigh, lasteraers, den ouderen ongehoorsaem, ondanckbaer, onheyligh, | |
3Ga naar margenoot8 Sonder natuerlicke liefde, Ga naar margenoot9 onversoenlick, achter-klappers, Ga naar margenoot10 onmatigh, | |
[Folio 126v]
| |
Ga naar margenoot11 wreet, sonder liefde Ga naar margenoot12 tot de goede, | |
4Verraders, Ga naar margenoot13 roeckeloos, opgeblasen, meer lief-hebbers der wellusten dan lief-hebbers Godts: | |
5Hebbende Ga naar margenoot14 een gedaente van Godtsalicheyt, maer die Ga naar margenoot15 de kracht der selve verloochent hebben. Ga naar margenootb Ga naar margenoot16 Hebt oock eenen afkeer van dese. | |
6Ga naar margenootc Want van dese zijn’t die in de Ga naar margenoot17 huysen Ga naar margenoot18 insluypen, ende Ga naar margenoot19 nemen de Ga naar margenoot20 vrouwkens gevangen die met sonden Ga naar margenoot21 geladen zijn, ende door menigerley Ga naar margenoot22 begeerlickheden Ga naar margenoot23 gedreven worden: | |
7[Vrouwkens] die Ga naar margenoot24 altijt leeren, ende nimmermeer tot kennisse Ga naar margenoot25 der waerheyt Ga naar margenoot26 en konnen komen. | |
8Ga naar margenootd Gelijckerwijs nu Ga naar margenoot27 Iannes ende Ga naar margenoot28 Iambres Mosi tegen stonden, alsoo staen oock dese Ga naar margenoot29 de waerheyt tegen, menschen verdorven zijnde Ga naar margenoot30 van verstandt, Ga naar margenoot31 verworpelick aengaende het geloove. | |
9Maer sy en sullen Ga naar margenoot32 niet meerder toenemen: want Ga naar margenoot33 hare uytsinnicheyt sal allen openbaer worden, gelijck oock Ga naar margenoot34 gener geworden is. | |
10Maer ghy hebt Ga naar margenoot35 achter-volght mijne leere, Ga naar margenoot36 wijse van doen, Ga naar margenoot37 voornemen, Ga naar margenoot38 geloove, Ga naar margenoot39 lanckmoedicheyt, Ga naar margenoot40 liefde, Ga naar margenoot41 lijdsaemheyt, | |
11Ga naar margenoote [Mijne] Ga naar margenoot42 vervolgingen, [mijn] lijden, sulcks als my over-gekomen is Ga naar margenoot43 in Antiochien, in Ga naar margenootf Iconien, [ende] in Ga naar margenootg Lystren: Ga naar margenoot44 hoedanige vervolgingen ick geleden hebbe: Ga naar margenooth ende de Heere heeft my uyt allen verlost. | |
12Ga naar margenooti Ende oock alle Ga naar margenoot45 die Godtsalichlick willen leven in Christo Iesu, die sullen Ga naar margenoot46 vervolght worden. | |
13Doch Ga naar margenoot47 de boose menschen ende Ga naar margenoot48 bedriegers sullen Ga naar margenoot49 tot erger voortgaen, Ga naar margenoot50 verleydende ende Ga naar margenoot51 wordende verleydt. | |
14Maer blijft ghy in ’t gene ghy geleert hebt, ende Ga naar margenoot52 [daer van] u versekeringe gedaen is, wetende Ga naar margenoot53 van wien ghy het geleert hebt: | |
15Ende dat ghy Ga naar margenoot54 van kindts af de Ga naar margenoot55 heylige Schriften geweten hebt, die u Ga naar margenoot56 wijs konnen maken tot salicheyt, door het geloove ’t welck in Christo Iesu is. | |
16Ga naar margenootk Ga naar margenoot57 Alle de Schrift is Ga naar margenoot58 van Godt ingegeven, ende is nuttigh tot Ga naar margenoot59 leeringe, tot Ga naar margenoot60 wederlegginge, tot Ga naar margenoot61 verbeteringe, tot Ga naar margenoot62 onderwijsinge die in de rechtveerdicheyt is: | |
17Op dat Ga naar margenoot63 de mensche Godts Ga naar margenoot64 volmaeckt zij, tot alle goedt werck Ga naar margenoot65 volmaecktelick toegerust. |
|