Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)
(2008)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtelijk beschermd1 ’Tgene d’Apostel in’t laetste van’t voorgaende cap. belooft hadde, dat hy den Corintheren eenen uytnemenderen wegh soude wijsen, dat doet hy in dit cap. leerende dat de liefde de voornaemste gave is daer de Christenen moeten na staen, ’twelck hy bewijst door vergelijckinge van andere groote gaven, als daer zijn verscheydene talen, prophetie, wetenschap, mirakelen te doen, den armen mildelijck by te staen, ende kloeckmoedelijck om Christi name oock den doot te lijden: ende toont dat alle sulcke gaven sonder de liefde niet en zijn. 4 ende prijst de liefde van wegen hare treflijcke eygenschappen ende werckingen. 8 als oock om dat’se altijt sal dueren ende blijven, daer d’andere gaven sullen ophouden. 9 dewijle sy in dit leven onvolmaeckt zijn. 10 ’twelck hy verclaert met de gelijckenisse van de kennisse van een kindt ende van een volwassen man, ende van het gesichte in eenen spiegel ende in’t aengesichte selve. 13 ende eyndelijck om dat de Liefde meerder ende treflijcker is als Geloove ende Hope. | |
1AL waer’t dat ick de Ga naar margenoot1 talen Ga naar margenoot2 der menschen ende Ga naar margenoot3 der Engelen sprake, ende de liefde niet en hadde, soo ware ick een Ga naar margenoot4 klinckende Ga naar margenoot5 metael, of luydende schelle geworden. | |
2Ga naar margenoota Ende al waer’t dat ick de [gave] Ga naar margenoot6 der prophetie hadde, ende Ga naar margenoot7 wiste alle de verborgentheden ende alle de wetenschap: ende al waer’t dat ick alle het Ga naar margenoot8 geloove hadde, so dat ick Ga naar margenootb bergen Ga naar margenoot9 versettede, ende de liefde niet en hadde, Ga naar margenoot10 soo en waer ick niets. | |
3Ende al waer’t dat ick alle mijne goederen Ga naar margenoot11 tot onderhoudt [der armen] uytdeelde, ende alwaer’t dat ick mijn lichaem over gave op dat ick Ga naar margenoot12 verbrandt soude worden, ende Ga naar margenoot13 en hadde de liefde niet, so en soude’t my Ga naar margenoot14 geen nutticheyt geven. | |
4Ga naar margenoot15 Ga naar margenootc De liefde is Ga naar margenoot16 lanckmoedigh, sy is Ga naar margenoot17 goedertieren: de liefde en is niet afgunstigh: de liefde en handelt niet Ga naar margenoot18 lichtveerdelick, sy en is niet Ga naar margenoot19 opgeblasen, | |
5Sy en handelt niet Ga naar margenoot20 ongeschicktelick, Ga naar margenootd sy en soeckt Ga naar margenoot21 haer selven niet, sy en wordt niet Ga naar margenoot22 verbittert, sy en Ga naar margenoot23 denckt geen quaet, | |
6Sy en verblijdt haer niet Ga naar margenoot24 inde ongerechticheyt, Ga naar margenoote maer sy verblijdt haer Ga naar margenoot25 inde waerheydt: | |
[Folio 95r]
| |
looft alle dingen, sy Ga naar margenoot28 hoopt alle dingen, sy Ga naar margenoot29 verdraeght alle dingen. | |
8De liefde Ga naar margenoot30 en vergaet Ga naar margenoot31 nimmermeer: maer ’t zy Ga naar margenoot32 prophetien, sy Ga naar margenoot33 sullen te niete gedaen worden, ’t zy Ga naar margenoot34 talen, sy Ga naar margenoot35 sullen ophouden: ’t zy Ga naar margenoot36 kennisse, sy sal te niete gedaen worden. | |
10Doch wanneer Ga naar margenoot39 het volmaeckte Ga naar margenoot40 sal gekomen zijn, dan sal het gene Ga naar margenoot41 dat ten deele is, te niete gedaen worden. | |
11Ga naar margenoot42 Doe ick een kindt was, sprack ick als een kindt, Ga naar margenoot43 was ick gesint als een kindt: Ga naar margenoot44 overleyde ick als een kindt: maer wanneer ick een man geworden ben, soo hebbe ick te niete gedaen Ga naar margenoot45 ’t gene eens kindts was. | |
12Ga naar margenootf Want wy sien Ga naar margenoot46 nu door eenen Ga naar margenoot47 spieghel Ga naar margenoot48 in een duystere reden, maer Ga naar margenoot49 alsdan [sullen wy Ga naar margenoot50 sien] Ga naar margenoot51 aengesicht tot aengesicht: Ga naar margenoot52 nu Ga naar margenoot53 kenne ick ten deele, maer Ga naar margenoot54 alsdan sal ick kennen gelijck oock ick Ga naar margenoot55 gekent ben. | |
13Ende Ga naar margenoot56 nu Ga naar margenoot57 blijft Geloove, Hope, [ende] Liefde, dese drie: Doch de Ga naar margenoot58 meeste van dese is de Liefde. |
|