Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)
(2008)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtelijk beschermdEen danck-segginge die de Christenen doen souden voor de verlossinge haer in Christo bewesen, haer over de selve hertelick verblijdende. | |
1ENde Ga naar margenoot1 te dien selven dage sult Ga naar margenoot2 ghy seggen, Ick dancke u, HEERE, Ga naar margenoot3 dat ghy toornich op my geweest zijt: [maer] uwen toorn is afgekeert, ende ghy troost my. | |
[Folio 7v]
| |
HEERE HEERE Ga naar margenoot5 is mijn sterckte, ende Ga naar margenoot6 psalm, ende hy is my tot heyl geworden. | |
3Ende ghylieden Ga naar margenoot7 sult Ga naar margenoota water scheppen met vreuchde Ga naar margenoot8 uyt de fonteynen des heyls: | |
4Ende Ga naar margenoot9 sult te dien selven dage seggen, Ga naar margenoot10 Dancket den HEERE, Ga naar margenoot11 roept sijnen name aen, maeckt sijne daden bekent onder de volckeren: Ga naar margenoot12 Ga naar margenootb vermeldt dat sijn naem verhoocht is. | |
5Ga naar margenoot13 Psalm-singt Ga naar margenoot14 den HEERE, want hy heeft Ga naar margenoot15 heerlicke dingen gedaen, sulcx zy bekent op den gantschen aerdbodem. | |
6Iuycht ende singt vrolick, Ga naar margenoot16 ghy inwoondersse van Zion: Ga naar margenoot17 want Ga naar margenoot18 de Heylige Israëls Ga naar margenoot19 is groot in 't midden van u. |
|