Sprechen Sie Deutsch?

of Hoogduitsch-Nederduitsche winkelgesprekken; benevens eene verzameling der meest gebruikelijke spreekwijzen en uitdrukkingen in den handel. Een handboek voor allen, die bij den in- en verkoop, juiste en gepaste bewoordingen willen bezigen

Unterabtheilungen der Müntzsorten, in den Vergleichungstafelen begriffen. Onderdeelen van het geld, in de herleidingstafels voorkomende.

Der niederländische Gulden hat 100 Cents.	De nederlandsche gulden heeft 100 centen.
Der Frank hat 100 Centimes.	De frank heeft 100 centimes.
Das Pfund Sterling hat 20 Schillinge, zu 12 Pfennige jede Schilling.	Het pond sterling heeft 20 schellingen; de schelling 12 pences (penningen).
Der preußische Thaler hat 30 Silbergroschen (Neugroschen); der Silbergroschen 10 Pfennige.	De pruissische daalder heeft 30 zilvergroschen; de zilvergroschen 10 penningen.
Der deutsche Gulden im 24 fl. Fuß, und desgleichen der Gulden Conventionsmünze in 20 fl. Fuß, haben 60 Kreutzer; der Kreutzer 4 Pfennige.	De duitsche gulden, naar den voet van f 24, als ook de Weener of konventions gulden naar den voet van f 20, hebben 60 kreutzer; de kreutzer heeft 4 penningen.