Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen
(1832)–Anoniem Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen.– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
Hij kort, zij lang, hij naar, zij raar,
't Is om het smeer dat vatje!
Want Joost is juist een Kandelaar
En Pieternel een Katje.
Wat groet die Predikant beleefd,
Daar voor die groote ruiten!
Wien of hij zoo veel eere geeft?
Een gek met gouden kluiten;
Bij hem (nu wordt de zaak mij klaar)
Schenkt men meer wijn dan water;
Die gek is juist een Kandelaar,
Die Dominé een Kater.
Waarom verdraagt die Advokaat
De parlevinkers nukken
Van Elias, en buigt op straat
Voor hem zijn' rug schier stukken?
Processen zijn regt slooperswaar,
Hier valt vrij wat te bikken;
Die Slooper is een Kandelaar
En de Advokaat kan likken.
| |
[pagina 57]
| |
Zoo gaat het op deez' wereldkloot,
(Al wou men 't anders wenschen),
Hoe rijk of arm, hoe klein of groot,
Wij blijven alle menschen;
Men likt, in waarheid of in schijn,
Om 't smeer, dat zich laat vatten;
En, vrienden! alle menschen zijn
Soms Kandelaars of Katten.
|
|