Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen(1832)–Anoniem Het Spreeuwtje, fluitende en zingende allerhande liedjes op bekende oude en nieuwe wijzen.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] De vleermuis. Wijze: Het was van daag zoo vreeslijk heet. Neeltje. Wat vliegt daar toch, ·ll· me lieve Piet, ·ll· tweem. Zoo in de duisternis? Ik hoor het piepen in 't verschiet; Ja of 't een spooksel is. tweem. Wel foei, wat is 't ·ll· een leelijk ding; ·ll· tweem. 't Heeft haken hier en daar; Het geeft me een koude huivering; Straks kruipt het in mijn haar. tweem. Hoe heet dat kaal, ·ll· dat vliegend beest, ·ll· tweem. Zoo als ik nimmer zag? Ik zag zoo'n soort van boozen geest Ten minste nooit bij dag. tweem. [pagina 44] [p. 44] Piet. Vrees in ons Land, ·ll· me lieve Neel, ·ll· tweem. Niet erg voor dat gebroed; Schoon in een warmer werelddeel De Vleêrmuis schade doet. tweem. Dat haatlijk dier, ·ll· dat donker ding ·ll· tweem. Verschijnt in 't daglicht niet; 't Is enkel in de schemering Dat men het hoort en ziet. tweem. Neeltje. Wel zoo, het lijkt ·ll· dan wel een slag, ·ll· tweem: Dat niet veel deugt of stuit: Wat goed is gaat bij klaren dag Maar niet bij avond uit. tweem. Piet. Ja, lieve meid, ·ll· je hebt gelijk, ·ll· tweem. 't Is als de sneukelaars, Die houën ook bij dag zich rijk, Maar knoeijen bij de kaars. tweem. [pagina 45] [p. 45] Of als dat snood .ll. en laag gespuis, .ll. tweem. Dat ieder schuldig is; Dat houdt zich ook bij dag in huis, Maar zwerft bij duisternis. tweem. Neeltje. Hoor, Piet, ik vat .ll. den zamenhang; .ll. tweem. Maar toch, je dwaalt misschien: Of mooglijk zullen wij eerlang Bij dag de Vleêrmuis zien. tweem: Want in dees tijd, .ll. zoo vol van zwier, .ll. tweem. Leeft immers Jan Krediet? Schuwt kale neet of Bankroetier Het helder daglicht niet. tweem. Vorige Volgende