Revius' Simson
Voor drs J.C. Ebbinge Wubben bij zijn afscheid van zijn museum.
In Revius' Simson Speelman dankt de stervende Richter aan het slot God, dat Hij zich heeft gewroken op de Filistijnen,
‘En dat dees boose schaer soo wrevelich en snoot
Mijn leven was een pest, mijn dood een harde dood.’
Toen ik dit onlangs las, werd ik herinnerd aan de kopergravure van de monogrammist W.S., die Luther voorstelt als Hieronymus. Ze was te zien op de Rotterdamse Erasmustentoonstelling van 1969 (catalogus museum Boymans- van Beuningen, Erasmus en zijn Tijd, I nr. 207, afb. in II p. 133). Destijds bleef de bron van het daarop voorkomende vers
‘Pestis eram vivus, moriens tua mors ero, Papa’
(d.i. Bij mijn leven was ik uw verderf, stervend zal ik
ons onbekend. Revius' vers met zijn opvallende gelijkenis - ‘pestis’, ‘pest’ springt er al helemaal uit! - bracht dit kleine probleem weer onder mijn aandacht.
In dank aan prof. dr. C. Augustijn, die mij de weg naar de bronnen bij Luther wees: in de dagen van Augsburg heeft Luther zijn overtuiging ‘dasz er lebend den Papisten Pestilenz sei und sein Tod ihnen erst recht Verderben bringen würde’, in aanwezigheid van o.a. Melanchton in het geciteerde Latijnse vers vorm gegeven (J. Köstlin-G. Kawerau, Martin Luther II5, Berlin 1905, 244). Het was daarop Melanchthon, die na Luther's dood bij de tekening van de Hervormer, die diens famulus Reifenstein gedurende een van diens laatste colleges in een aan Melanchthon toebehorend boek had gemaakt, dit vers aantekende (met ‘vivens’ i.p.v. ‘vivus’; afb. in H. Lilje, Portret van Luther in de lijst van zijn tijd, bewerkt door W.J. Kooiman, Amsterdam 1967, 299). Luther zelf had het trouwens op zijn laatste ziekbed (ook hij zei ‘vivens’) zijn ‘Epitaphium’ genoemd (M. Luther, Werke, Tischreden III, 930 en 392). In vroeger jaren riep Luther in zijn Vermahnung an die Geistlichen deze op tot boete en bekering. Maar: ‘Wo nicht, so nemet mich hin; lebe ich, so bin ich ewr Pestilenz; sterbe ich, so bin ich ewr tod. Denn Gott hat mich an euch gehetzt. Ich mus (wie Osea sagt) ... euch ein beer und lewe sein’. (M. Luther, Werke XXX, 2, 339 v.; cf. Wider den geistlichen Stand, gericht tot de bisschoppen en de paus, ibid. X, 2, 107). Köstlin-Kawerau leggen a.w. 199 uit dat Luther daar de paus de oorlog verklaart ‘über seinen Tod hinaus... Sterbe ich drüber, so sind andere da, die es besser können’. (De tekst bij Hosea: 13, 7 en 8).