| |
| |
| |
Lijst van de aan de Belgische universiteiten voorgelegde licentiaatsverhandelingen en doctorale dissertaties op het gebied van de Nederlandse literatuurgeschiedenis en de literatuurwetenschap
Academiejaar 1956-1957
Vrije Universiteit te Brussel
Licentiaatsverhandelingen:
Cauwenbergs, R.: De poëzie van Firmin van Hecke. |
De Hondt, C.: De plaats van hulpwerkwoord, verleden deelwoord en infinitief in de Nederlandse bijzin bij Conscience, Van de Woestijne en L.P. Boon. |
| |
Rijksuniversiteit te Gent
Licentiaatsverhandelingen:
Bracke, P.: Het Vlaamse volkslied onder de Franse overheersing 1792-1815. |
De Jong, M.J.G.: Vijf onuitgegeven dramatische fragmenten van Bilderdijk. |
Demoen, K.: W. Schürmann, leven en werk. |
De Vilder, N.: Nine Van der Schaaf, romanschrijfster. |
Doise, R.: E. Zetternam en het ontstaan van de sociale literatuur in Vlaanderen. |
Eeckhout, E.: Het Gemoraliseerd Kaartspel. Bijdrage tot de studie van het geestelijk proza in de 17de eeuw. |
Eeveraert, D.: Luciferopvoeringen. Bijdrage tot de geschiedenis van het Vondel-toneel. |
Hessman, P.: J.H. Borman. Schets van zijn leven en werk. |
Heyman, C.: O.K. de Laey. Een monografie. |
Jaspers, J.: Bijdrage tot de studie van de fabels van Petrus Alfonsus in de Esopus incunabel van 1498. |
Roemans, Th.: Jos. Adr. Simons-Mees. Een monografie. |
Van Damme, H.: Vorm en verstechniek in de poëzie van H. Swarth. |
Van den Hende, F.: Proeve ener geschiedenis der Vlaamse toneelwedstrijden van de tweede helft der 18de eeuw. |
Van Hoorne, E.: Bijdrage tot de geschiedenis van de Al-dietse beweging in de 19de eeuw. |
Van Laethem, R.: L. Lievevrouw-Coopman. |
Van Vlaenderen, G.: De figuur van Jacob van Artevelde op het toneel in de 19de en 20ste eeuw. |
Verdonck, J.: C.G. Withuys. Proeve van monografie. |
Vermeersch, G.: F.J. Blieck. Bijdrage tot zijn biografie. |
Verstraten, J.: A. van Oordt. Leven en werk. |
| |
| |
| |
Doctorale dissertaties:
Gobbers, W.: J.J. Rousseau's invloed in Nederland 1750-1810. |
Herman, W.: H. van Aken, monografie en tekstuitgave. |
| |
Katholieke Universiteit te Leuven
Licentiaatsverhandelingen:
Gielen, H.: De Middelnederlandse vertalingen van Jan van Schoonhoven's kapittelpreek ‘Nos autem gloriari oportet’. Inleiding en tekst. |
Neuhard, P.: Willem Putman als toneelschrijver. |
Bergers, J.: Dichter Arnold Sauwen, leven, werk en betekenis. |
Boets, J.: Klankexpressie, een kritisch-bibliografische studie. |
Corens, A.: 't Daghet in den Oosten, Limburgs tijdschrift uit de 19de eeuw. |
De Jonghe, H.: De novellistische kortverhalen van Ernest Claes. |
Geerts, Leo: Het toneelwerk van Herman Teirlinck. Proeve van ontleding. |
Goedemé, G.: Leven en werk van Emiel van der Straeten. |
Janssens, M.: De waarden-sfeer der literatuur. Enkele algemene kriteria der literaire evaluatie. |
Koninckx, I.: De zinsbouw van Karel van de Woestijne. Een stilistisch-syntaktische studie van het proza van de eerste periode. |
Ruys, A.: De poëzie van A. Roland-Holst: een wereld van verstarde eenzaamheid. |
Scheer, G.: Woordkunst van Augusta De Wit. Bijdrage tot de studie van haar stijl. |
Thomas, P.: Bijdrage tot de studie der psychologische literatuurbeschouwing. |
Verbeeck, Chr.: Stilistisch-taalkundige vergelijking van ‘De wandelende Jood’ en ‘Twee vrienden’ van Vermeylen. |
Vlasselaers, G.: De Tiense kamer van retorika ‘Onze Lieve Vrouw Fonteyne’ en ‘Die Corenbloeme’. |
| |
Doctorale dissertatie:
Deblaere, A.: De mystieke schrijfster Maria Petyt (1623-1677). Studie over leven en werk met gedeeltelijke tekstuitgave. |
| |
Rijksuniversiteit te Luik
Licentiaatsverhandeling:
Fohalle, M.: Het literair werk van Karel Leroux, gerangschikt en ontleed. |
| |
Doctorale dissertatie:
Henrard, R.: Menno ter Braak in het licht van Friedrich Nietzsche. |
|
|