| |
Bibliografie van de Nederlandse literatuurstudie 1955
Het ligt in de bedoeling van Spiegel der Letteren elk jaar een uitvoerige bibliografie op het gebied der literatuurwetenschap en Nederlandse literatuurstudie te publiceren.
De bibliografie omvat afzonderlijk verschenen werken, tijdschrift-artikels en tekstuitgaven. Volledigheid kan wel nagestreefd, maar vanzelfsprekend niet gewaarborgd worden, noch wat de opneming, noch wat de gecompulseerde tijdschriften betreft. De tijdschriftenkeuze wordt zeer ruim genomen, aandacht is ook besteed aan de nietgespecialiseerde bladen, welke soms bijdragen bevatten die licht over het hoofd worden gezien. Dag- en weekbladen werden niet in aanmerking genomen, evenmin boekbesprekingen verschenen in al dan niet daarvoor gespecialiseerde tijdschriften, tenzij omvang of belang daartoe noopt.
De indeling is systematisch. Het heeft immers weinig zin de bijdragen alfabetisch op de auteursnaam te rangschikken: niemand vindt na verloop van tijd hierin de weg nog terug. De bruikbaarheid kan belangrijk verhoogd worden wanneer integendeel de gewone indelingsprincipes worden in acht genomen en verder de tijdskaders der geschiedenis.
De tijdschriften worden geciteerd door de gebruikelijke of nieuwe siglen die elkeen gemakkelijk thuiswijst.
| |
| |
| |
Bibliografie
a.l.haight, Banned books; informal notes on some books banned for various reasons at various times and in various places. 2nd ed. New York, Bowker, 1955. XIX + 172 pp. |
b.a. van kleef, Schuilnamen, naamvormen en naamletters aangenomen door schrijvers meest voorkomende in de geschiedenis der Gallikaanse en Hollandse kerk. 2o dr. Utrecht, De Oud-Katholieke Pers, 1955, 47 pp. |
Mededelingen van de documentatiedienst van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum / Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Den Haag, Serie 1955. |
j. van yzeren, Bijdrage tot een bibliografie der Nederlandse vertalingen van Griekse en Latijnse niet-Christelijke dichters en prozaschrijvers: tweede aanvulling. Hermeneus, XXVI, 1955, 141-42. |
| |
Terminologie
j.t. shipley, Dictionary of world literary terms, criticisms, forms, technique. London, Allen & Unwin, 1955. XII + 454 pp. |
| |
Literatuurarchieven
g. borgers, Het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage. Bgids, 31o j., 5, sept.-okt. 1955, 97-102. |
h.o. meisner, Archive, Bibliotheken, Literaturarchive. Archival. Zschr. Bd. 50-51, 167-83. |
| |
Lectuurprobleem, jeugdlectuur
h.w. haeusermann, A new kind of mass literature. LT, okt. 1955, 394-405. |
w. helmich, Jugendliteratur und Erziehung. Jugendlit., 11, 1955. |
l. magits, De ‘zedenromans’. Lektuurg., 2o j., 9, nov. 1955, 193-96. |
l. schevenhels, Het ‘comics’-probleem. Lektuurg., 2o j., 8, okt. 1955, 169-72. |
| |
Literatuurwetenschap
j. aerts, De mogelijkheid van toenadering tussen taalkunde en literatuurwetenschap. VMA, 6, nov.-dec. 1955, 699-719. |
m. baquero goyanes, bespreking van g. de torre, Problemática de la literatura. Buenos Aires, Losada, 1951. Revista national de cultura, (Caracas), jan.-feb. 1955. |
f. battaglia, Forme chiusi e forme aperte: la classificazione delle arti. Convivium, (Torino), jan.-feb. 1955. |
| |
| |
e. fraenkel, La psychanalyse au service de la science de la littérature. Cah. de l'Assoc. Intern. des Et. françaises, 7, juni 1955. |
m. friedmann, Stream of consciousness; a study in literary method. London, Oxford Univ. Press, 1955. 279 pp. |
h. meyerhoff, Time in literature. Berkeley/Los Angeles, Univ. of California Press, 1955. 160 pp. |
m. oukhow, Een eeuw Nederlandse literatuurgeschiedenis aan de Universiteit van Gent. NVT, 9o j., 4, 1955, 434-39. |
a. pryce jones, Religion and literature. Confluence, (Cambridge, Mass.), juli 1955. |
c.f.p. stutterheim, Relaties tussen literatuur en literatuurwetenschap. Utrecht, [Centr. Opleidingscursussen voor middelb. acten], 1955. = Voordrachten en redevoeringen, 3. 17 pp. |
| |
Poetiek
j. boelens, Wegen en grenzen van de moderne poëzie. Roep., 31, 2, juni 1955, 97-113. |
v. celen, Schets van de ontwikkeling der moderne poëzie. Lier, Colibrant, 1955. 84 pp. |
p. kemp, Woord, kleur en inspiratie. De Gids, 118o j. 4, apr. 1955, 247-61. |
a. mussche, Nederlandse poetica. 2o dr. Brussel, De Boeck, 1955, 195 pp. |
l. rens, Over creatieve dichtkunst. NStn. 11o j., 7, mei 1955, 173-79. |
a. de roover [F.A. de Rooy], 2 × over poëzie. Lier, De bladen voor de poëzie, 1955, 48 pp. = De bladen voor de poëzie. N.R., III, 2/3. |
c.f.p. stutterheim, Het conflict der werkelijkheden in het taalkunstwerk. NTg., 48o j., 1955, 208-20. |
c.f.p. stutterheim, Tellen en dichten. TLT, 21o j., 3, 1955, 180-96. |
j. slauerhoff, Over het ‘vrije vers’ en versbevrijding in het Nederlandsch. Maatst., 3o j., 6, sept. 1955, 481-503. |
| |
Stilistiek
s. dresden, Imitatie en originaliteit. Museum, 1955, 2-16. |
w. kramer, Literatuur- en stijlstudie. 10o dr., Gron., Wolters, 1955, 8 + 253 pp. |
id., Taalstudie en stijloefening. 15o dr., Ibid., 1955, 104 pp. |
j. pfeiffer, Was haben wir von einem Gedicht? Drei Kapitel über Sinn und Grenze der Dichtung. Hamburg, F. Wittig Verl., 1955. 109 pp. |
| |
| |
f.i.j. van rensburg, Dilemmas van 'n stilistikus. Standpunte, IX, 5, 1-15. |
w.y. tindall, The literary symbol. New York, Columbia Univ. Press, 1955, 278 pp. |
| |
Genres
w. flemming, Epik und Dramatik; Versuch ihrer Wesensdeutung. Bern, A. Franke, 1955, 144 pp. |
l. edel, The psychological novel 1900-1950. London, Hart-Davis, 1955. 147 pp. |
w. gerteis, Op het spoor der detectives in leven en literatuur [Detektive; Ihre Geschichte im Leben und in der Literatur]. vert. Barteld Duinven. Rotterdam, Ad. Donker, 1955. 190 pp. |
a. graeser, Das literarische Tagebuch; Studien über Elemente des Tagebuches als Kunstform. Saarbrücken, West-Ost Verl., 1955. 142 pp. = Schriften der Universität des Saarlandes. |
t. goodman, The techniques of fiction; an analysis of creative writing. New York, Liverlight, 1955. 288 pp. |
e. laemmert, Bauformen des Erzählens. Stuttgart, Metzlersche Verlagsbuchhandlung, 1955. 296 pp. |
h. laman trip de beaufort, Die biograaf. Ons eie boek, 21o j., 1955, 9-18. |
g. misch, Geschichte der Autobiographie. II, 1. Frankfurt a.M., G. Schulze-Bulmke, 1955. 303 pp. |
c. lueck, Märchen und kindliche Wirklichkeit. Jugendlit., 12, 1955. |
l. van haecht, De wijsgerige indeling van de literaire genres. DWB, 9, nov. 1955, 548-54. |
j. gregor, Der Schauspielführer. 3., T. 2. Das niederländische Schauspiel. Das englische Schauspiel. Stuttgart, Hierssemann, 1955. XII + 307 pp. |
b. hunningher, The origin of the theater; an essay. Amsterdam, Querido, 1955. 139 pp. |
j.w. hofstra, Het karakter van de Nederlandse toneelschrijfkunst. De Gids, 118o j., 8/9, aug. sept. 1955, 129-33. |
k. maegowan & w. meinitz, The living stage; a history of the world theater. New York, Prentice Hall, 1955. 543 pp. |
w.a.p. smit, Notities van een lezer, X: De ‘Exitus infelix’ in de tragedie. NTg., 48o j., 5o afl., 1955, 273-74. |
m.t. herrick, Tragicomedy; its origin and development in Italy, France and England. Urbana, The Univ. of Illinois Press, 1955. |
| |
| |
Illinois Studies in language and literatura, 39. |
w.a. braasem, De pantun, het Indonesische volkskwatrijn en zijn varianten over de wereld. Kongo-overzee, dl 21, afl. 3-4, 1955, 193-211. |
w. moench, Das Sonett; Gestalt und Geschichte. Heidelberg, F.H. Karle, 1955. 341 pp. |
| |
Stof, thema's, motieven
a. van duinkerken [W.J.A.M. Asselbergs], De blijvende waarde van de verzetspoëzie. Amsterdam, De Spieghel, 1955. 24 pp. |
w. lincke, Das Stiefmuttermotiv im Märchen der germanischen Völker. Jugendlit., 12, 1955. |
s.e. van praag, Over dierletterkunde. Cr. Bull, 22o j., aug. 1955, 337-43. |
s. thompson, Motif-index of folk-literature; a classification of narrative elements in folktales, ballads, myths, fables, mediaeval romances, exempla, fabliaux, jest-books and local legends. I: A-C. Revised and enlarged ed. Bloomingston, Indiana Univ. Press, 1955. 554 pp. |
s.p. uri, De vliegende Hollander in de nieuwere Nederlandse poëzie. NTg. 48o j., 5o afl., 1955, 241-251. |
s.a. vosters, Spanje in de Nederlandse literatuur. Amsterdam, Paris, 1955. 147 pp. |
a. westerlinck [J. Aarts], Crisis van de persoonlijkheidswaarde; aspecten van het mensenbeeld in de moderne letteren (slot). DWB, 1, jan. 1955, 28-34. |
| |
Waardering, kritiek
m. hanot, Problemen in verband met een geschiedenis van de moderne Nederlandse literaire kritiek. LB, 45o j., 1955, 107-29. |
g. hermanowski, Hoe in Duitsland de balans van de Vlaamse letterkunde wordt opgemaakt. NStn, 11o j., 5, feb.-mrt 1955, 107-110. |
g. hermanowski, Die flämische Literatur und Deutschland. Europa, 1o j., 1, nov. 1955, 47-52. |
s.e. hyman, The armed vision; a study in the methods of modern literary criticism; revised edition, abridged by the author. New York, Vintage Books, 1955, 402 pp. |
k. jonckheere, Van kritiek gesproken. Antwerpen, De Nederl. Boekh. 1955. 55 pp. |
k. jonckheere, Lezer en kritiek. Vl. Gids, 39o j., 6, juni 1955, 331-42. |
k. jonckheere, Poëzie-kritiek. Vl. Gids, 39o j. 2, febr. 1955, 83-90. |
g. schmook, Ontluistering en verdediging van onze letteren. VMA, sept.-okt. 1955, 583-603. |
| |
| |
r. wellek, History of modern criticism. 1. The later eighteenth century. New Haven, Yale Univ. Press, 1955. 358 pp. II The romantic age. Ibid., id., 1955. 459 pp. |
| |
Dichter, maatschappij
p. rodenko, Medea's mes of de draad van Ariadne: genealogische beschouwingen over litteratuur en psychologie. Maatst. 3o j., 9, dec. 1955, 712-734. |
| |
Invloeden
j. greshoff, Over invloeden in de letterkunde; een onderzoek door Prof. Brachin. Band, 14o j., 11, nov. 1955, 457 e.v. |
w. kohlschmidt, C.E. Van Koetsveld: Sprookjes in den trant van Andersen. Zur Wirkungsgeschichte Andersens in Holland. Orbis litt., t. X, fasc. 4, 1955, 397-406. |
b. spueler, Geistige Einflüsse des Islams auf das Abendland bis zum Beginn der Kreuzzüge, 1096. Relazioni del X congresco intern. di scienze storiche. III, 189-209. |
| |
Vergelijkende literatuurgeschiedenis
j.c. brandt corstius, Een tegenstelling inzake het vergelijkend literatuuronderzoek. Levende Talen, 17o j., 1955, 132-36. |
m. de greve, Rabelais au pays de Brueghel; réflexions sur la popularité de Rabelais dans les Pays du XVIo s. Bibliothèque d'Humanisme et de Renaissance, fasc. 2. |
a. van mourik, Verlaine in Holland. Levende Talen, 181, okt. 1955. 392-94. |
h. van der tuin, Les voyages de Théophile Gauthier en Belgtque et en Hollande. Rev. Litt. Comp., 29o j., 1, jan.-mrt 1955, 104-07. |
j.w. vink, Erik Pontoppidan en zijn stichtelijke roman ‘Menoza’ (1742). Ts. vr gesch., 68o j., afl. 1, 1955, 33-58. |
m. gilliams, Emile Verhaeren en de Vlamingen; bij de 100o verjaring van zijn geboortedag op 21 mei 1855. Maatst., 3o j., 8, nov. 1955, 639-43. |
l. stijns, Emile Verhaeren en de Nederlandse schrijvers van zijn tijd. Vl. Gids, 39o j., 5, mei 1955, 274-83. |
| |
Geschiedenis van de ned. letteren; overzichten
g. knuvelder, Inleiding tot de Nederlandse letterkunde. Schets van de geschiedenis. 14o dr. 's-Hertogenb., Malmberg, 1955. 235 pp. |
| |
| |
id., Compendium bij Schets van de geschiedenis. 3o dr., Ibid., 98 pp. |
c.g.n. de vooys en g. stuiveling, Historische Schets van de Nederlandse letterkunde... met medewerking van D. Bax. 23o dr., Gron., Wolters, 1955, 12 + 381 pp. |
w.l.m.e van leeuwen, Beknopt overzicht van de Nederlandse letterkunde. 12o dr. Groningen, Wolters, 1955. 171 pp. |
| |
Gemengde opstellen
p. brachin, Etudes de littérature néerlandaise; avant-propos de F.L.R. Sassen. Groningen, Wolters, 1955. 123 pp. |
j. droogmans, Verzamelde opstellen; uitgegeven ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag. I-II. Hasselt, Provinciale Bibliotheek, 1955, I, XXXVI + 307 pp., II, 383 pp. |
Handelingen van het eenentwintigste Vlaams filologencongres; Leuven 12-14 april 1955. Leuven, [Het Vl. filologencongres], 1955. 400 pp. |
| |
Plaatselijke geschiedenis
a. van duinkerken [W. Asselbergs], Stand en toekomstkansen van letteren en toneel in Noord-Brabant. Brab. 4o j., 4, apr. 1955, 93-101. |
t. neelissen, De Brabantse nuance in de Nederlandse dichtkunst. Brab., 4o j., 6, juni 1955, 149-56. |
w. roukens, Frans Schleiden als Limburgs streekletterkundige. Veldeke, 30o j., 167, dec. 1955. |
p. swijnghedouw, Op letterkundige bedevaart naar Eeke. Notre Fl., IV, nr 2, 1955, 21 e.v. |
h. kapteijns, Letteren in Noord-Brabant; een eeuwoverzicht. In Het nieuwe Brabant; III, De Brabantse geest, 239-84. 's-Hertogenbosch, Zuid-Nederl. Drukk., 1955. |
g. michiels, De Limburgse dichters. Lier, De bladen voor de poëzie, 1956, 45 pp. |
h. warren, Zeeland, zoals het in de dichtkunst wordt weerspiegeld. Zeeuws ts., 5o j., 5, 1955, 157-59. |
| |
Naar perioden en figuren
Middeleeuwen
j. rychner, La chanson de geste; essai sur l'art épique des jongleurs. Genève/Lille, Droz, 1955. 174 pp. |
j. gagnepain, Aspects de la poésie médiévale. Bull. de l'Assoc. Guill. Budé, juni 1955. |
r. gaspar en r. roemans, Onze middeleeuwse letteren als spiegel van
|
| |
| |
ons volk. 1. Mystiek en geestelijke lyriek. [Bussum], Desclée De Brouwer, 1955. 219 pp. |
p. maximilianus, De middelnederlandse vertalingen van het Stabat Mater. VMA, 6, nov.-dec. 1955, 731-42. |
l. mittner, Wurd; das Sakrale in der altgermanischen Epik. Bern, A. Franke, 1955. 204 pp. |
w. lampen, Franciskaanse handschriften in Nederland. I. BGPMN, 1955, XIX, 44-56. |
e. sloots, Middelnederlandse handschriften uit beide Limburgen. BGPMN, 1955, XIX, 44-56. |
| |
Hendrik van Veldeke
p.c. boeren, Vragen rondom Hendrik van Veldeke. TNTL, dl LXXIII, afl. 4, 1955, 241-61. |
j. van mierlo, Werd de proloog van St. Servaes geïnterpoleerd? VMA, 1, jan., feb. 1955, 41-51. |
j. notermans, Ophelderingen bij de St. Servaaslegende van Henric van Veldeke. De Maasgouw, 74o j., afl. 6, 1955, 178-82. |
| |
Dierenepos
Van den vos Reynaerde; uitgeg., ingel. in verkl. door P. De Keyser; 3o hert. uitg., Antwerpen, De Ned. Boekh., 1955, (XXV+) 127 pp. = Klass. galerij, 8. |
Isengrimus: das flämische Tierepos aus dem Lateinischem verdeutscht von Albert Schönfelder. Köln. Böhlau-V., 1955, [XI+] 160 pp. = Niederd. Studien, 3. |
broeder alois, De geografie van de Reinaert. De Toerist, 34o j., 10, 16 mei 1955, 309-332. |
g van dievoet, Het proces van den vos Reynaerde of een Vlaams strafgeding uit de XIIIo eeuw. Handelingen van het 35o Congres van het verbond der Geschiedkundige en oudheidkundige kringen van België. 211-21. |
d.a. stracke, Over handschrift F en A van de Reinaert. LB, 45o j., 1-2, 1955, 62-82. id., ibid., 3-4, 85-106. |
a. van wilderode [C. Coupé], Van den vos Reynaerde. De Toerist, 34o j., 10, 16 mei 1955, 305-08. |
| |
Jacob van Maerlant
a. deman, Het bericht van Jacob van Maerlant over de zeeslag bij Salamis (480 v.C.). Zuidned. Maatsch. v. Taal- en Lett. en Gesch.; Handelingen, IX, 1955, 32-36. |
| |
| |
l. delfos, Maerlant's ‘Scone die mi peisen doet’. Wet. Tijd., 15o j., 5, 1955, 201-10. |
j. van mierlo, Jacob, die coster van Maerlant. Wet. Tijd., 15o j., 9. 1955, 353-58. |
j. noterdaeme, Jacob de costere. Wet. Tijd., 15o j., 8, 1955, 313-22. |
| |
Toneel
g. stellinga, De abele spelen; zinsvormen en zinsfuncties. Groningen, 1955. 299 pp. |
Een abel spel van Esmoreit; ingel. en van aant. voort. door Jef Notermans. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955. 68 pp. = Klass. uit de Ned. lett., 6. |
g.a. van es, Het negeren van tijd en afstand in de abele spelen. TNTL, dl 73, afl. 3, 1955, 161-192. |
Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc./Tekstverkl. van Jaap Romein, Amsterdam, De Bezige Bij, 1955, 54 pp. = Robijnenboekjes, 8. |
Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc; uitgeg. door H.J.E. Endepols, 6o herz. dr., Groningen. J.B. Wolters, 1955. [XXXII+] 52 pp. Lyceum-herdrukken. |
a. de maeyer, Volksboeken en dramatische poëzie. Wet. Tijd. 15o j., 1, 1955, 6-10; id., 2, 53-58. |
Mariken van Nieumeghen; met inl. en aant. van Gerard Knuvelder. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg, 1955, 67 pp. - Malmberg's Ned. schoolbibl. |
j.j. mak, Enkele opmerkingen bij de lectuur van Mariken van Nieumegen. NTG, 48o j., 5o afl., 1955, 271-72. |
j.j. mak, De strekking van het Bredase sacramentspel. TLT., 21o j., 4, 1955, 311-16. |
Het spel van den heilighen sacramente van Nyeuwervaert; ingel. en toegel. door W.J.M.A. Asselbergs en A.P. Huysmans. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955, 270 pp. = Zwolse dr., 14. |
a. ampe, Bij een heruitgave van ‘Het spel vanden heilighen sacramente vander nyeuwervaert’. OGE, verv. afl. 4, dec. 1955, 389-400. |
| |
Andere studies en tekstuitgaven
a. abel, Le roman d'Alexandre; légendaire médiéval. Brussel, Lebègue, 1955. = Collections Lebègue et nationale, 112. |
Een boecxken gemaket ende bescreven van suster Bertken die LVII iaren besloten heeft gheseten tot Utrecht in die buerkerke. Naar de eerste uitgave van Jan Berntz. Utrecht 1516 opnieuw uitgegeven met
|
| |
| |
een inleiding en aantekeningen door Dr. C. Catharina van de Graft. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955. 123 pp. = Zwolse herdrukken, 9. |
Beatrijs; naar het Haagse handschrift uitgeg. door D.C. Tinbergen; 16o dr., bez. door C.M. Van Dis. Groningen, Wolters, 1955, 109 pp. = Van alle tijden. |
b. de boer, De souter van Alanus de Rupe. OGE, dl. XXIX, afl. 4, dec. 1955, 358-88. |
e. bruning, De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstr. 1480). VMA, 1, jan. feb. 1955, 73-130. |
w. van eeghem, Brusselse dichters. XVIII, 1. De dichter van het ‘Ridderboec’ (ca 1415). Br. P, 5o j., 11, 15 nov. 1955, 2. |
w. van eeghem, Brusselse dichters. XV, 1. Die seven bliscapen. (ca 1380). Br. P., 5o j., 3, 15 mrt 1955, 2. id., ibid., 2o j., 4, 15 apr. 1955, 2. id., ibid, 3o j., 5, 15 mei 1955, 2. |
w. van eeghem, Brusselse dichters. XIV, 3: Jan Dille. (ca 1340-1400). Br. P., 5o j., 1, 15 jan. 1955, 2. id. ibid., 4o j., 2, 15 feb. 1955, 2. |
w. van eeghem, Brusselse dichters. XIV, 1: Hennen en Merchtenen, (ca 1360-na 1430). Br. P. 5o j., 6, 15 juni 1955, 2. id., ibid., 2, 7, 15 juli 1955, 2. id., ibid., 3, 8, 15 aug. 1955, 2. id., ibid, 4, 9, 15 sept. 1955, 2. Esopet; een middelnederlandse fabelbundel; uitgeg. ingel. en verkl. door W.E. Hegman. Antwerpen. De Ned. Boekh. 1955. 78 pp. = Klass. galerij, 104. |
j.m. gantois, Hadewych in Frankrijk. Wet. Tijd., 15o j., 3, 1955, 112-14. |
v. verstegen, Goddelycke lofsanghen en Gheestelycken pylkoker door Gullielmus vander Machtelt. Cîteaux in de Nederlanden, 1955, VI, 213-16. |
f. hermans, Jean Ruysbroeck à Sainte Gudulle. Rev. gén. b., 91o j., 15 juli 1955, 1560-68. |
w.e. hegman, Is Hein van Aken de dichter van het tweede gedeelte van de Rinclus? NTg, 48o j., 2, 1955, 77-81. |
b.h.d. hermesdorf, Recht en taal te hoofde; opstellen over de ontmoeting tussen middelnederlandse letteren en Oudnederlands recht. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955, 390 pp. = Zwolse reeks van taal- en letterkundige studies, 1. |
Karel ende Elegast; opn. uitgeg. en toegel. door J. Bergsma; 7o dr., Zutphen, W.J. Thieme, [1955]; 81 pp. = KLP, 132. |
p. michault, Van den drie blinde danssen; naar de Ned. bew. van 1482 in facs. herdrukt, ingel. en toegel. door V.J. Schuyt. Amsterdam,
|
| |
| |
Wereldbibliotheek, 1955; [LVIII+] 104 pp. = Onze oude Letteren. |
j. van mierlo, Bij een oud penneprobeersel. VMA, 5, sept.-okt. 1955, 545-59. |
j. van mierlo‘ Bij een Moriaen-fragment. VMA, 5, sept.-okt. 1955, 561-75. |
a. pil, De vertaler van Lanspergius' Spieghel in de Brusselse Kartuis. OGE, dl. 29, afl. 2, juni 1955, 228-29. |
anthonis de roovere, Gedichten; naar alle tot dusver bekende handschriften en oude drukken uitgeg. door J.J. Mak. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955. 414 pp. |
f. van den berghs, De eucharistie in leven en leer bij Jan van Ruusbroec. Collationes Brugenses et Gandavenses, I, 1955, 323-43. |
j.m. de smet, Vroege gedichten over de Guldensporenslag. Biekorf, 56o j., 6, juni 1955, 168-72. |
Vanden levene ons Heren; bloemlezing uit het middeleeuwse gedicht; met inl. door W.H. Beuken; 2o dr. Zutphen, Thieme, 1955. 64 pp. = KLP, 169. |
b. spaapen, Van Winghe en de oudste Nederlandse Imitatio-vertalingen; enige punten van vergelijking. OGE, dl. 29, afl. 2, juni 1955, 164-87. |
h. sparnaay, De Arthurroman. = Voordrachten en Redevoeringen Centrale Opleidingscursussen te Utrecht, 2. |
a. viaene, Het volksboek ‘Floris ende Blancefloer’ in een Antwerpse druk van 1576. Volksk., 55o j., n. reeks, 13o j., 4, 1954, 171-76. |
| |
16e Eeuw
e. van autenboer, De Turnhoutse rederijkers in de 16o eeuw. Tax., n. r., 26, 1-4, 1954, 122-37. |
e. van autenboer, Rhetoricale varia. 't Land van Ryen, 5o j., afl. 2, 1955, 72-77 |
e. van autenboer, Onbekende drukken van volksboeken en andere ‘duutsche’ werken in 1569. LB, 45o j., 3-4, 1955, 134-45. |
c. de baere, De bedrijvigheid der Compagnies of Nieuwe Kamers van Rhetorica te Brussel. Oudenaarde, Drukk. Sanderus, 1955. 56 pp. |
g. colin, L'histoire d'Ulenspiegel imprimée par Jan Van Ghelen en 1579. Le livre et l'estampe, 1 sept. 1955, 11-17. |
| |
Figuren
e. grolle, V.U. studenten speelden Het Grote Proces [= De wellustige mensch, van de Antwerpse rederijker Jan Van den Berghe]. Ontmoeting, 9o j., 2, nov. 1955, 35-39. |
| |
| |
p. gorissen, De Brusselse dichter J. Blanckaert en de Kapellekerk (1538). Zuidned. Maatsch. voor Taal en Letterk. en Gesch., Handelingen, 1955, 88-99. |
j.j. mak, Was Cornelis Crul Rooms of Hervormd? NTg., 48o j., 2, 1955, 88-91. |
j. van mierlo, Anna Bijna en de volksliteratuur in haar jeugd te Antwerpen; een samenvatting. VMA, 3 mei-juni 1955, 329-372. |
h. treinen, Studienn zur Idee der Gemeinschaft bei Erasmus von Rotterdam und zu ihrer Stellung in der Entwicklung des humanistischen Universalismus. Saarlouis, Fontaine, 1955. 224 pp. = Publ. de l'Univ. de la Sarre. |
m. krebs, Reuchlins Beziehungen zu Erasmus von Rotterdam. Joh. Reuchlin, 1455-1522; Festgabe. Pforzheim, 1955, 139-55. |
e. feisthirsch, The position of some erasmian humanista in Portugal under John III. Bibl. d'Human. et de Ren., (Genève), jan. 1955. |
p. mesnard, Chronique erasmienne. Bibl. d'Hum. et de Ren., (Genève), mei 1955. |
g. degroote, Erasmus, pelgrim van de geest. Brussel, Elsevier, 1955. 120 pp. = Prominenten, 1. |
l. antheunis, Een onuitgegeven brief van Justus Lipsius aan Erycius Puteanus. Bijdr. tot de gesch., 38o j., 3o r., 7o dl., afl. 4, 1955, 200-04. |
g. knuvelder, Nieuw licht op Jonker Jan van der Noot. Roep., 31o j., 3, juli 1955, 147-168. |
l. strengholt, Van der Noot-notities. NTg., 48o j., 5o afl., 1955, 252-63. |
| |
17e Eeuw
Den bloemhof van de Nederlantsche Ieught; naar de dr. van 1608 en uitg., ingel. en geannot. door L.M. Van Dis, met medew. van Jac Smit. Amsterdam. Wereldbibliotheek, 1955, [XIX+] 227 pp. = Stichting onze oude letteren. |
Het goud der gouden eeuw; bloemlezing uit de zeventiende eeuw; samengesteld onder leiding van Anton Van Duinkerken [W. Asselbergs], Utrecht, Het Spectrum, 1955. 279 pp. = Prisma-boeken, 156. |
| |
Figuren
w.a.p. smit, Iets over het derde boek en over de bronnen van Antonides' Y-Stroom. NTg., 48o j., 4o afl., 1955, 193-98. |
| |
| |
d.v. coornhert, Het Roerspel en de comedies; uitgeg. en van commentaar voorzien door P. van der Meulen. Leiden, E.J. Brill, 1955, [VI+] 587 pp. = Leidse dr. en herdy., kl. reeks, 4. |
Anthologia Grotiana; a Lugduni Batavorum Universitatis discimulis in colloquio, cui nomen ‘societas juridica Grotius’ congregatis collata. Hagae Comitis, 1955, [XXVIII+] 224 pp. |
o. dambre, Een vergeten Petrarquist [Joan-David Heemsen]. NTg., 48o j., 2, 1955, 81-82. |
h.w. van tricht, Iets over Leonora Hellemans' schijndomicilie te Zevenbergen [in verb. met P.C. Hooft]. TNTL, dl. 73, afl. 1-2, 1955, 90-92. |
h.e. van gelder, Een brief van Lucas Vorsterman aan Const. Huygens. Oud Holland, 70o j., afl. 3, 1955, 171-72. |
f. noske, Rondom het orgeltractaat van Constantijn Huygens. Ts. voor muziekwet., dl XVII, 4o st., 1955, 278-309. |
h. scheepens, Loslippige Constantijn [Huygens]. 's-Gravenhage, Nijgh en Van Ditmar, 1955. 60 pp. |
r.l. colie, Constantijn Huygens and the rationalist revolution. TNTL, dl 73, afl. 3, 193-209. |
h. noe, Carel van Mander en Italië. 's-Gravenhage, Nijhoff, [1955?]. 381 pp. |
w.a. ornée, De zin in het Nederlandse proza en de poëzie van Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde; een syntactisch-stilistische analyse. [Zutphen, Thieme, 1955]. 15 + 320 pp. |
g. ogier, De gramschap; herdrukt, ingel. en aanget. door Dr. A.A. Keersmaekers en versierd met houtsneden door Henri Van Straten. Antwerpen, De Sikkel, 1955. 14-48 pp. = De Seven Sinjoren. De Toneelwerken van Guilliam Ogier, III. |
c.c. de bruin, Joachim Oudaan in de lijst van zijn tijd. Gron., Noordhoff, 1955. 32 pp. |
j.a. ten kate, Pater Poirters herdacht, 1605-2 nov. 1655. Brab., 4o j., 15, nov. 1955, 299-305. |
k. heeroma, De datering van Sluiters gedichten, TNTL, dl 73, afl. 1-2, 1955, 68-89. |
p. minderaa, Kanttekeningen bij de Hertspieghelliteratuur. NTg., 48o j., 1, 1955, 37-40 |
v. celen, Michiel De Swaen. De Tafelronde, 2o j., 7, 1955, 316-19. |
p. brachin; Tesselschade, femme savante. In: Etudes de litr. néerl. Groningen, 1955. |
| |
| |
j. van (den) vondel, Gijsbrecht van Aemstel, d'onaergang van zijn stad en zijn ballingschap; opnieuw uitg. met inl., aant. en woordenlijst door C.H.Ph. Meijer; Zutphen, 16o dr. W.J. Thieme & Cie, 1955. [XXVI+] 118 pp. = KLP, 40. |
j. van (den) vondel, Gijsbrecht van Aemstel, d'onderganck van zijne stadt en zijn ballingschap; treurspel; uitpeg. door T. Terwey; 17o uitg. door C.G.N. De Vooys. Gron. J.B. Wolters, 1955. [XXII+] 132 pp. = Van alle tijden. |
j. van (den) vondel. Joannes de boetgezant; na drie eeuwen leesbaar en leerzaam voor iedereen; met aant. van Jac. Zeij. Roermond, J.J. Romen & Zonen, 1955. 174 pp. |
j. noé, Joost van den Vondel. Brussel, Elsevier, 1955. 136 pp. = Prominenten, 4. |
s.f. witstein, De rei van Batavische vrouwen uit het tweede bedrijf van Vondel's Batavische Gebroeders, (1663). NTg., 48] j., 5o afl. 1955, 264-68. |
j.d.p. warners, Aantekeningen bij Vondels Wildeman. NTg., 48o j., 3, 1955, 129-38. |
l.c. michels, Een politieke profetie van Jan Vos. DWB, 2, feb. 1955, 86-94. |
| |
18e Eeuw
i. babbitt, Rousseau and romanticism. New York, Monday Press, 1955. 324 pp. |
| |
Figuren
c.c. de bruin, Bilderdijk en de studie van het Middelnederlands. NTg., 48o j., 1, 1955, 1-14. |
d.a. de graaf Goethe en Bilderdijk. NTg., 48o p., 1, 1955, 15-19. |
j. bosch, Mr. W. Bilderdijk's briefwisseling; aanvullende uitgave. 1, 1772-94. Wageningen, Veenman, 1955. 55 + 320 pp. |
t.j. geest, Madame de Charrière, een leven uit de 18o eeuw [Belle van Zuylen]. Assen, Gorcum, 1955. |
f.j. de wael, Busbequiana. Wet. Tijd., 15o j., 2, 1955, 41-46. |
g.a. van es, De Xantippe van Langendijk: een psychologisch drama tussen klucht en blijspel. NTg., 48o j., 2, 1955, 65-76. id., Ibid., 3, 141-46. |
| |
| |
h.h. knippenberg, A.C.W. Staring en P. Lublink de Jonge. NTg., 48o j., 5o afl., 1955, 275. |
j.c. brandt corstius, Idylle en realiteit; het werk van Elisabeth Maria Post in verband met de ontwikkeling van de Europese literatuur in de tweede helft van de achttiende eeuw. Amsterdam, Meulenhoff, [1955], 119 pp. |
j. voorhoeve, Paul François Roos (1751-1805); De Surinaamse plantersletterkunde uit de 18o eeuw. NTg., 48o j., 4, 1955, 198-203. |
a.c.w. staring, Gedichten; bloemlezing met inl. en aant. door E. Endt. Zwolle, Tjeenk Willink, 1955. = Klass. uit de Ned. lett., 5. |
s. stijl, Krispijn filosoof en De belachelijke gevolgen van het dansen ener menuet. (Anoniem); twee blijspelen uit de achttiende eeuw; ingel. en van aant. voort. door Cath Ypes. Gorinchem, J. Noordwijn & Zn, 1955, 112 pp. = Noordwijn's schoolbibl., 9. |
j.d.p. warners, J.B. Wellekens over herderspoëzie. TLT, 21o j., 5, 1955, 399-423. |
p.j. meertens, Het culturele leven in Vlissingen in de tijd van Betje Wolff. Vl. Gids, 39o j., 6, juni 1955, 375-82. |
p.j. meertens, Nabetrachting bij de Wolff en Dekenherdenking. TNTL, dl LXXXIII, afl. 4, 1955, 300-315. |
g. stuiveling, Het geheim van Wolff en Deken. NVT, 9o j., 5, 1955, 521-35. |
a.j. teyniche stakenburg, Onno Zwier van Haren's testament. De vrije Fries, dl. 42, 1955, 14. |
| |
19e Eeuw
Algemene studies
g.h. 's-gravesande, De geschiedenis van De Nieuwe Gids; brieven en documenten. Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1955. 532 pp. |
g.h. 's-gravesande, Multatuli, van Eeden en van Looy. BVN, 8o j., 15, juli 1955, 202-03. |
c.m. hoorweg, Die ersten Jahre der achtziger Bewegung in Holland. [vert. door Käthe Wolff]. Castrum peregrini, XXIV, Den Haag, 1955, 5-28. |
m. hanot, De wanorde en omwenteling op den Vlaamschen zangberg van Prudens van Duyse. Wet. Tijd., 15o j., 9, 1955, 359-71. |
| |
| |
m. hanot, Literaire kritiek in ‘De Argus’ (Brussel 1825-1826). NTg., 48o j., 5o afl., 1955, 276-87. |
m. hanot, Literaire teorieën en kritiek in Gentse tijdschriften tijdens de periode 1830-tot 1850. Wet. Tijd., 15o j., 7, sept. 1955, 277-89. |
m. hanot, Literaire theorieën en kritiek in Antwerpse tijdschriften van 1840 tot ca 1850. Zuidned. maatsch. voor Taal- en Letterk. en Gesch., Handelingen, 1955, 100-131. |
b. polak, De atmosfeer van het Fin-de-siècle. In: Het Fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst; de symbolische beweging 1890-1900. 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1955. 186 pp. |
h.g.m. prick, Lodewijk Van Deyssel en Mr Carel Vosmaer. NTg., 48o j. 3, 1955, 155-61. |
g. schmook, Vooroefening. VMA, 1955, 1, jan., feb. 1955, 53-71. |
g. schmook, Het culturele leven in België, 1840-1886. In: Algemene geschiedenis der Nederlanden, X, 393-429. Utrecht, W. De Haan, 1955. |
c.f.p. stutterheim, Formele kenmerken der 19o eeuwse Nederlandse poëzie. NTg., 49o j., 1o afl., 1956, 23-29. |
w. thys, De Kroniek van P.L. Tak; brandpunt van Nederlandse cultuur in de jaren negentig van de vorige eeuw. Amsterdam, Wereldbibliotheek, Gent, Secretarie der Academie, 1955. 362 pp. KVA, Reeks VI, 73. |
s.p. uri, Vlucht der verbeelding; studies over de neo-romantiek bij twaalf Nederlandse proza-schrijvers en -schrijfsters van de periode 1890-1920. Gron., Wolters, 1955. 256 pp. |
l. wils, De eerste leerstoelen Nederlands aan onze universiteiten. Nova et vetera, 32o j., 3, 1955, 281-91. |
| |
Figuren
j.a. alberdingk thijm, De organist van den Dom; 3o dr.; met inl. en aant. door A.A. Noudens. 's-Gravenhage, G.B. van Goor Zn., 1955. 27 pp. = Letterkunde, 1. |
a. van duinkerken [W. Asselbergs], De stichter der Dietsche Warande [J.A. Alberdingk Thijm]. DWB., 1, jan. 1955, 1-4. |
j. van loop, Brieven aan Karel Alberdingk Thijm. Roep., 31o j., 4, aug. 1955, 227-44. |
h. schoofs, ‘Onbekende’ J.M. Ballings uit Tongerlo; 'n dichtend dorpskronijker uit de 19o eeuw. De Tijdspiegel, 10o j., 6, okt. 1955, 251-53. |
| |
| |
j.f. vanderheyden, De Limburgen J.H. Bormans als neerlandicus. VMA, 3, mei-juni 1955, 253-290. |
a. salomons, Herinneringen uit den ouden tijd. IV, P.C. Boutens. Maatst., 3o j., 1, apr. 1955, 20-28. |
g. brom, Cornelis Broere en de katholieke emancipatie. Utrecht, Het Spectrum, 1955. 622 pp. |
g.a. lindeboom, De kijk van Busken Huet op Boerhave. Ts. v. Gesch. 68o j., afl. 2, 1955, 205-212. |
h. dirkx, Bijdrage tot de bibliographie van de vroege drukken van Hendrik Conscience. De Gulden Passer, 33o j., 1-2, 1955, 42-47. |
a. van hageland, [A. Rutgeerts], Hendrik Conscience en de occulte verschijnselen. DWB, 1, jan. 1955, 55-60 |
d.a. de graaf, Da Costa in de lente van 1844. NTg., 48o j., 4o afl. 1955, 193. |
m. galle, Louis Couperus en de orthodoxe critiek. Vl. Gids, 39o j., 1, jan. 1955, 50-56. |
w.l.m.e. van leeuwen, Meditaties bij de herlezing van ‘Het lied van Schijn en Wezen’ van Frederik Van Eeden. NTg., 49o j., 1o afl., 1956, 29-39. |
h.g.m. prick, Uit de brieven van Frans Erens aan Lodewijk Van Deyssel (1884-1900). Roeping, 36o j., 8, dec. 1955, 491-512. |
h.j. van de wyer, Dr. Karel De Flou herdacht (1853-1931). K. Vl. Acad., Jaarboek 1955, 159-204. |
j. droogmams, Jules Frère dichter en folklorist. De Tijdspiegel, 10o j., 8, okt. 1955, 232-38. |
p. geyl, Fruin tussen Ranke en Macaulay. Bijdr. t. de gesch. der Ned. IX dl., afl. 1-2, 1954, 19-32. |
e. janssen, Henri Bruning over Guido Gezelle. DWB, 5, juni 1955, 280-87. |
a. viaene, De doopnaam van Guido Gezelle. Biekorf, 56o j., 1, jan. 1955, 13-19. |
a. de schietere de lophem, id., Ibid., 3, maart 1955, 85-88. |
g. hermanowski, Guido Gezelle en Goethe. Het Spoor, 1o j., 3, 1955, 183-89. |
a. viaene, Gezelle's eerste almanak; Spokers almanak of de lacher van Brugge 1867. Biekorf, 56o j., 11, slachtm. 1955, 291-94. |
m. bruning, Gezelle's zwijgen. Str., 7 j., dl. 2, 11-12, aug.-sept. 1955, 437-46. |
e. van hall-nijhoff, Vier staatslieden grafologisch bekeken. [Jan Frans Willems; G. Groen van Prinsterer; J.J.L. Van der Brugghen;
|
| |
| |
J.R. Thorbecke]. Bijdr. t. de gesch. der Ned., dl. X, afl. 1, 1955, 1-24. |
s.e.h. van gilse, De figuur van François Haverschmidt. Arnhem, van Loghum Slaterus, 1955. 109 pp. |
e.a. serrarens, De dichter-predikant François Haverschmidt. Amsterdam, Noord-Holl. U.M., 1955. 192 pp. = Verh. der Kon. Ned. Akad. v. Wet., afd. letterk. Tweede R., LXII, 2. |
h.h. knippenberg, Adriaan van der Hoop: de Togt naar Tervueren. NTg., 48o j., 5o afl., 1955, 287-89. |
a. salomons, Herinneringen uit den ouden tijd. V, J.H. Leopold. Maatst., 3o j., 3/4 juni-juli 1955, 256-60. |
alumnus, Hulde aan Kamiel Looten. Notre Flandre, 4o ser., cah. 3, 1955, 18-23. |
g.h. 's gravesande, Brieven en inedita van Jacobus Van Looy. Roep., 31o j., 4, aug. 1955, 219. |
j. van looy, Jaapje; herdenkingsuitgave ter gelegenheid van schrijvers honderdste verjaardag, met een woord ten geleide van Dr. L.M. Van Dis en een inleiding van dra. M.A. Jacobs. 14o dr. Leiden, A.W. Sijthoff, 1955. |
h.a. ett, Herman De Man. Roeping, 36o j., 8, dec. 1955, 486-88. |
p.p. koster, Herinneringen aan Adwaita. [J.A. Dèr Mouw]. Id., II, ibid., 8o j., 6, feb. 1955, 113 pp. |
h. redeker, Uit het leven van A.J. Dèr Mouw, De Nieuwe Stem, 10o j., 1, jan. 1955, 29-34. id., ibid., 5 mei 1955, 265-69. |
g. brom, De oorspronkelijkheid van Multatuli. NTg., 48o j., 1955, 20-28. id., ibid., 2, 92-99. |
n. rost, De man die Multatuli hielp aan wereldfaam; een toneelcongres. [over Wilhelm Spohr]. Crit. Bull., 22o j., dec. 1955, 565-72. |
p. spigt, De ballingschap van Multatuli, 1865-1868. Inl. G. Stuiveling. Laren, Schoonderbeek, [1955]. 135 pp. |
g. stuiveling, Humor, ironie en sarkasme bij Multatuli. NVT, 9o j., 2, 1955, 195-215. |
j. van yzeren, Een vergeten letterkundige H.J. Polak (1844-1908). Gron., Wolters, 1955. 109 pp. |
p. brachin, Potgieter et la littérature suédoise. EG, 10o j., 3, juli-sept. 1955, 177-86. |
e. van lokhorst, Emanuel Querido herdacht. De Gids, 118o j., 5, mei 1955, 364-65. |
a. querido, a. donker en th. wink, Emanuel Querido; de mens, de schrijver, de uitgever. Amsterdam, Querido, 1955. 110 pp. |
a. rodenbah, Vliegt de blauwvoet! Een keur uit zijn werken verza- |
| |
| |
meld en ingeleid door Filip De Pillecijn. Tielt, Lannoo, 1955. 98 pp. = Vlaamse breviertjes, 3. |
l. sourie, Albrecht Rodenbach. Brugge, Klimop, 1955. 96 pp. Verslag over het Rodenbachcongres van het Davidsfonds; gehouden te Roeselare. 3-4 september 1955, z. pl. |
m. van den broucke, De journalist August Snieders over zichzelf. De Vl. Gids, 39o j., 3, mrt. 1955, 176-87. |
g. colmjon, Henricus Tollens. NTg., 48o j., 4, 1955, 226-27. |
m. uyldert, Dichterlijke strijdbaarheid; uit het leven van Albert Verwey. II. Amsterdam, Albert de Langhe, 1955. 317 pp. |
e. van hall-nijhoff, Vier staatslieden grafologisch bekeken. / Jan-Frans Willems; G. Groen van Prinsterer; J.J.L. Van der Brugghen, J.R. Thorbecke/. Bijdr. voor de Gesch. der Ned., dl X, afl. 1, 1955, 1-24. |
| |
Van nu en straks en daarna
a. mussche, De tijd van Van Nu en Straks. NVT, 9o j., 8, 1955, 812-18. |
m.e. tralbaut, Curiosa. Van Nu en Straks in de Antwerpse poesje. De Tafelr., 2o j., 98 seq. |
j. droogmams, Afkerigheid en afzijdigheid van de Limburgse literatoren t.ov. de literaire vernieuwing ca. 1900. De Tijdspiegel, 10o j., 2, feb. 1955, 45-50. |
| |
Figuren
j. de vroye, Victor de Meyere, De Toerist, 34o j., 12, 16 juni 1955, 429-32. |
a. demedts, Stijn Streuvels. Brussel, Elsevier, 1955. 133 pp. = Prominenten, 2. |
g.h. 's gravesande, Al pratende met Herman Teirlinck. BVN, 8o j., 6, feb. 1955, 108-09. |
p. brachin, Auguste Vermeylen et le mouvement flamand. In: Etudes de litt. néerl., Groningen, 1955. |
j. roeland vermeer, Vermeylens betekenis. Kultuurl., 22o j., 8, okt. 1955, 605-14. |
a. closset, August Vermeylen. TLT, 21o j., 1, 1955, 3-21. |
d. coster, Herdenking van August Vermeylen. NVT, 9o j., 8, 1955, 801-11. |
r. brulez., 10 jaar geleden stierf August Vermeylen. BVN., 8o j., 5, jan. 1955, 81-82. |
| |
| |
c.c. spiering, Brieven van August Vermeylen [aan enkele tachtigers]. De Vl. Gids, 35o j., 3 mrt. 1955, 170-75. |
h. teirlinck, Vermeylen eenheid. NVT, 9o j., 8, 1955, 819-25. |
e. willekens, en m.e. tralbaut, Vermeylen op de bres voor Van Gogh. De Tafelr., 2o j., 8-9, 1955, 75-79. |
m. brauns, Karel van de Woestijne als taalvirtuoos. N.S., 12o j., 1955-56, 3-11. |
w. joris, Van de Woestijne in déshabillé. De Tafelr., 2o j. 1955, 252 e.v. |
p. minderaa, Karel Van de Woestijne's ‘Me-zelf voorbij; me-zelven tegen’. De Vl. Gids, 39o j., 3, mrt 1955, 157-67. |
m. van coppenolle, De letterkundige bundel ‘Werk’; naar de briefwisseling van Karel Van de Woestijne met Victor de Meyere; 1897-1899. Biekorf, 56o j., 2, feb. 1955, 39-47. |
| |
2o Eeuw
Tot de 2o wereldoorlog
Familiealbum; Vlaamse auteurs schrijven over hun voorouders. Antwerpen, Ontwikkeling, 1955, 83 pp. |
n. tergast, Over moderne poëzie. NVT, 9o j., 10, 1955, 1088-1111. |
j. droogmans, De ‘moderne’ literatuur in Limburg. De Tijdspiegel, 10o j., 4, apr. 1955, 101-05. id. ibid., 5, mei 1955, 143-48. |
j. persijn, De Warande van Vliebergh en Persijn. DWB, 9, nov. 1955; 516-21. |
r.f. lissens, Balans en bezinning; vijf en twintig jaar Vlaamse letteren. Amsterdam, Elsevier, 1955. 50 pp. |
r. houwink, Marsmann en Slauerhoff; enkele herinneringen. Maatst. 3o j., 6, sept. 1955, 507-15. |
a. van duinkerken [W. Asselbergs], De Dietsche Warande en Holland. DWB, 10, dec. 1955,589-94. |
a. westerlinck [J. Aerts], Bij een eeuwfeest [der DWB]. DWB, 10, dec. 1955, 577-83. |
p. de rijck, De Waterkluis; mythe en werkelijkheid. [Gent, J. de Wit, 1955]. 8 pp. = Poëziereeks De Hoorn, 12. |
| |
Figuren
c. d'haen, Verzameld werk van Achterberg. DWB, 4, mei 1955, 230-233. |
a. roland holst, Gerrit Achterberg vijftig jaar. Maatst., 3o j., 3/4, juni-juli 1955, 240-43. |
| |
| |
g.h. 's-gravesande, Al pratende met Herman van den Bergh. BVN, 8o j., 12, aug. 1955, 221-23. |
j. greshoff, J.C. Bloem als memorialist. Standp., 9o j., 6, 1955, 44-53. |
j. greshoff, J.C. Bloem als kriticus. Standp., 9o j., 5, 1955, 61-65. Ina Boudier-Bakker, tachtig jaar; een album amicorum. Amsterdam, Van Kampen, 1955, 127 pp. |
a. donker, Het motief en de greep; bij de tachtigste verjaardag van Ina Boudier-Bakker. Cr. Bull. 22o j., mrt. 1955, 97-105. |
c. lennart, Ina Boudier-Bakker 80 jaar. BVN, 8o j., 7, mrt. 1955, 126-27. |
a. salomons, Herineringen uit den ouden tijd. VII, Carry van Bruggen. Maatst., 3, 7, oct. 1955, 545-51. |
p.h. dubois, Een leven van gelijkmoedigheid; Raymond Brulez zestig jaar. BVN, 9o, okt. 1955, 21-22. |
b.f. van vlierden, Raymond Brulez' aestheticisme. Streven, 7o j., dl 1, 4, jan. 1955, 344-49. |
j.m. gantois, Vital Celen. De Toerist, 34o j., 16, 16 aug. 1955, 597-601. |
j. klaas, Prof. Dr. Vital Celen. Notre Flandre, 4o ser., cah. 3, 1955, 3. |
j. weyns, Een wandelpad voor Ernest Claes. De Toerist, 34o j., 17, 1 sept. 1955, 637-51. |
r.f. apers, In memoriam Dr. Carel Debaive. Bgids, 31o j., 1, jan.-feb. 1955, 1-6. |
a. de bruyne, Prof. Josué De Decker (1878-1953). Het Spoor, 1o j., 2, herfst, 1954, 98-109. |
p.g. buckinx, De dichter Anthonie Donker. DWB, 1 jan. 1955, 61-64. |
h. offergelt, De heer Droogmaas, symbool van de rasechte Limburgen, wordt zestig jaar. Tijdsp., 10o j., 1, jan. 1955, 2-7. |
j.h. cartens, Ambrosia en Diotima; Jan Engelman en zijn verwantschap met Hölderlin en Novalis. Roeping, 31o j., 9, jan. 1956, 541-49. |
p. minderaa, P.N. Van Eyck; poging tot een synthetisch beeld. De Nieuwe Stem, 10o j., 4, apr. 1955, 200-12. |
a. de maeyer, Dr. Constant Godelaine. West-Vl., 4o j., 1 jan. 1955, 14-16. |
g. gossaert, Op het matje [over ‘Experimenten’] Maatst., 3o j., 9, dec. 1955, 673-84. |
r. goris en j. greshoff, Marnix Gijsen. 's-Grav., A.A.M. Stols, 1955. 169 pp. |
w.j. simons, Jacob Israël de Haan. NVT, 9o j., 6, 664-73. |
b. luykx, Ernest van der Hallen, begenadigde en leider. Zele. Ganzenhoeve, 1955. 63 pp. |
| |
| |
l. lockefeer, Reimond Kimpe, 1885-1955. Zeeuws ts. 5o j., 5, 1955, 140-46. |
a.f. verwilghen, Lavki vertelt in Japan. Tijdsp., 10o j., 1, jan. 1955, 12-14. |
h.a. ett, Herman de Man. BVN, 9o j., 1, sept. 1955, 4-5. |
l. de raeymaeker, Monseigneur Augustin Mansion. DWB, 5, juni 1955, 264-69. |
h. marsman, Laatste brief aan J.C. Bloem. Maatst., 3o j., 6, sept. 1955, 503-06. |
g. rouzet, Pierre Van der Meer de Walcheren, à l'abbaye Saint-Paul d'Oosterhout. La rev. nat., 27o ann., 267, nov. 1955, 350-52. |
a. salomons, Herinneringen uit den ouden tijd. VI, Johan De Meester. Maatst., 3o j., 5, aug. 1955, 437-45. |
l. driesaert, Pieter Breughel, spiegelbeeld van volk en land, gezien en genoten samen met de dichter-schrijver W. Moens. Het Pennoen, 6o j., 8, jan. 1956, 5-6. |
Martinus Nijhoff ter nagedachtenis. Gedichten van Gerrit Achterberg, Mies Bouhuys, Gerard den Brabander, Cola Debrot, Anthonie Donker, Guillaume van der Graft, Ed. Hoornik, K.H.R. Josseling de Jong, A. Roland Holst, Cor Stutvoet, Bert Voeten, Jo de Wit; samengest. door Ad. Donker jr.; ingel. door Anton Van Duinkerken. Rotterdam, Ad. Donker, Antwerpen, Ontwikkeling, 1955. 64 pp. |
f. lulofs, Verkenningen door varianten; de redacties van Het Uur U van M. Nijhoff stilistisch onderzocht. 's-Grav., Daamen, [1955]. 8 + 92 pp. |
p. van ostaijen, Music-hall; een programma vol charlestons, grotesken, polonaises en dressuurnummers; samengent. en ingel. door Gerrit Borgers. Den Haag, Daamen; Antwerpen, De Sikkel, 1955. 219 pp. = Ooievaarreeks, 17. |
m.e. tralbaut, Paul van Ostaijen als journalist. De Tafelr., 2o j., 5-6, 9154, 216-38. id., Ibid. 7, 1955, 294-304. |
m.e. tralbaut, Paul van Ostaijen te Viersel. De Toerist, 34o j., 1, 1 jan. 1955, 1-7. |
p. heyns, Bert Peleman, dichter en boetseerder. Antwerpen, Die Poorte, 1955. 96 pp. |
j. van nijlen, Herinneringen aan E. du Perron. Amst., Van Oorschot, 1955. 64 pp. |
p. putman, In memoriam Willem Putman; herinneringen aan mijn vader. West-Vl., 4o j., 1, jan. 1955, 2-3. |
| |
| |
j.l. broeckx, Paul Rogghé, Schepper en bezieler van ‘De Faun’. Pan, 2o j., 1, feb. 1955, 14-17. |
m van vlaenderen, Paul Rogghé in Pan. Ibid., 18-19. |
a.l.j. van de walle, Paul Rogghé de historicus. Ibid., 22-23. |
j. beyard, Paul Roghé de classicus. Ibid., 24-25. |
f.w. bury, Adrianus Roland Holst [gevolgd door] Gedichte, übertragen von F.W. Bury, [en] Helenas Einkehr, ein Fragment übersetzt von C.V. Bock. Castrum Peregrini, XXIV, Den Haag, 1955, 31-54. |
g.h. 's-gravesande, Ik geloofde dat...; herinneringen aan Annie Salomons. Maatst., 3o j., 3/4, juni, juli 1955, 248-51. |
j.f. vanderheyden, L. Scharpé; bij de 20o verjaring van zijn overlijden. VMA, 2, mrt-apr. 1955, 225-38. |
a. morrien, Het werk van Arthur Van Schendel. NVT, 9o j., 3, 1955, 292-306. |
w. fijn van draat, Mevr. Selleger-Elout tachtig jaar. BVN, 8o j., 7, mrt 1955. 140 pp. |
a. lehning, Brieven van Slauerhoff. 's-Gravenhage, Stols, 1955. 64 + 9 pp. |
o. postma, De foarkar foar Slauerhoff. De Tsjerne, 10o j., 8, aug. 1955, 270-73. |
r.p. meyer, Slauerhoffs Chinese bewerkingen en hun Engelse voorbeelden. De Gids, 118o j., 5, mei 1955, 355-63. |
j.l. pauwels, Prof. Dr P. Sobry herdacht. KVA, Jaarboek 1955, 205-231. |
j. droogmams, Hilarion Thans, nà Arnold Sauwen de eerste Limburgse dichter van formaat. Tijdsp., 10o j., 1, jan. 1955, 7-9. |
j. bastiaensen, De Lierse verteller Antoon Thiry. 't Land van Ryen, 5o j., afl. 1, 1955, 29-37. id., afl. 2, 78-88. id., afl. 3, 123?40. id., afl. 4, 163-79 [met bibliografie]. |
j. boon, Anton Van de Velde 60 jaar. De Graal, 5o j., 4 okt. 1955, 1-4. |
d. vansina, Verschaeve getuigt. Brugge. De Zeemeeuw, [1955]. 863 pp. = Cyriel Verschaeve; verzameld werk, 1. |
j.m. gantois, Verschaeve en Barrès. Het Pennoen, VI, 6, nov. 1955, verv. 7, dec. 1955, 5-6. |
c.j.e. dinaux, Afscheid van Constant van Wessem. BVN, 8o j., 5, jan. 1955, 82-83. |
h., de vries, In memoriam Constant van Wessem. Cr. Bull., 22o j., feb. 1955, 49-55. |
| |
| |
p.p.j. caspel, Experimenten op experimentelen. Amst., U.M. Holland, 1955. 147 pp. |
a. coolen, Brabantia nova; na-oorlogse poëzie uit Noord-Brabant. Brab., 4o j., 1, jan. 1955, 3-11. |
a. van duinkerken [W. Asselbergs], Menselijke verhoudingen in de experimentele literatuur. De Vl. Gids, 39o j., 11, nov. 1955, 683-94. |
a. van duinkerken [W. Asselbergs], g. smit [en] m. van der plas, Onderlinge verstandhouding. Bussum, Brand, 1955. 155 pp. |
k. heeroma, Tien jaar dichtkunst. Socialisme en democratie, 1955, 246-48. |
j.w. hofstra, Het karakter van de Nederlandse toneelschrijfkunst. De Gids, 1955, 129-33. |
h.c. kool, Muze zonder corset; tien thema's met variaties ter inleiding op de experimentele poëzie. Amsterdam, C.P.J. Van der Peet, 1955. 155 pp. |
c. lennart, Op schrijvers voeten door Nederland; geschenk verschenen ter gelegenheid van de 20o boekenweek, 1955. [Amsterdam], VBVB, [1955], 80 pp. |
r.f. lissens, Balans en bezinning; vijf en twintig jaar Vlaamse letteren. Brussel, Elsevier, 1955. 50 pp. |
m. rutten, De oefenschool der Nederlandse poëzie. De Vl. Gids, 39o j., 6, juni 1955, 343-56. |
n. tergast, Over moderne poëzie. NVT, 9o j., 10, 1955, 1088-1111. |
| |
Figuren
g.h. 's-gravesande, Al pratende met Louis Paul Boon. BVN, 8o j., 5, jan. 1955, 84-85. |
l. tegenbosch, Louis Paul Boon maakt amok. Roep., 31o j., 6, okt. 1955, 374-77. |
j. de haes, Cami in het land Nod. DWB, 5, juni 1955, 275-79. |
p. rodenko, De wereld van Simon Carmiggelt. Maatst., 3o j., 1, apr. 1955, 5-18. |
w.f. hermans, Mandarijnen op zwavelzuur. 1. Het geweten van de Groene Amsterdammer of volg het spoor omhoog. [J.B. Charles]. |
u.j. boersma, Guillaume van der Graft, de fûgelfaeije. De Tsjerne, 10o j., 9, sept. 1955, 302-05. |
w.l.m.e. van leeuwen, Over de dichter Guillaume van der Graft. De Vl. Gids, 39o j., 6, juni 1955, 357-65. |
| |
| |
p. van keymeulen, Herwig Hensen en de poëzie. NVT, 9o j., 9, 1955, 1002-1018. id., 10, 1112-23. |
a. morriën, De gruwelkamer van W.F. Hermans of Ik moet altijd gelijk hebben. Amst., De Bezige Bij, [1955], 45 pp. |
a. marja, Vitriool van het onfatsoen. [W.F. Hermans]. Maatst., 3o j., 2, mei 1955, 189-203. |
r. kousbroek, Het binnenste van de mandarijn; de wereld van Willem Frederik Hermans. Maatst., 3o j., 2, mei 1955, 206-24. |
p. boer, Jan Willem Hofstra en de menselijke eenzaamheid. DWB, 10, dec. 1955, 628-31. |
c.b. vaandrager, In gesprek met Alfred Kossmann. Perisc., 5o j., 9, 1 juli 1955, 2 pp. |
t. brugman, Schrijven zonder schetteren. [over Alfred Kossmann]. |
h. lampo, Zelfverdediging tegen Alain Fournier. NVT, IX, 334-36. |
r. kruissink, Jo Otten als ‘homo dynamicus’. Maatst., 3o j., 2, mei 1955, 155-65. |
w.f. hermans, Mandarijnen op zwavelzuur (slot) [over Paul Rodenko en Esteban Lopez]. Podium, 10o j., 6, nov.-dec. 1955, 352-64. |
p. heyns, Maria Rosseels. DWB, 9, nov. 1955, 559-62. |
e. janssen, De opgang van Maria Rosseels. Streven, 7o j., dl 1, 6, 558-59. |
w.k. coumans, Mathias Kemp-prijs voor Gerda Smits. De Bronk, 3o j., 4 dec. 1955. |
th. govaert, Openbaring en versluiering; het dichterlijke oeuvre van M. Vasalis. DWB, 9, nov. 1955, 535-44. |
w.f. hermans, Mandarijnen op zwavelzuur. [A. Van der Veen en H.A. Gomperts]. Podium, X, 96-104. |
w.f. hermans, Mandarijnen op zwavelzuur. De huursoldaat van de Vrede, een studie in Volksdemocratie [Theun de Vries]. Podium, 10o j., 5, sept. 1955, 304-313. |
w.f. hermans, Mandarijnen op zwavelzuur. Van Vriesland, rechtop en omgekeerd. Podium, 10o j., 4, juli, aug. 1955, 245-50. |
t. neelissen, De dichter uit de leegte. [Leo Vroman]. Roep., 31o j., 1, mei 1955, 49-52. |
t. neelissen, Ellen Warmond [E. Van Yperen]: Het trefwoord. Roep., 31o j., 3, juli 1955, 183-85. |
p.c.j. reyne, Over de dichter Hans Warren. Zeeuws ts., 5o j., 1, 1955, 34-37. ID., ibid., 2, 42-47. |
Juni 1956
E. Willekens
Antwerpen
|
|