Aankondiging en bespreking
Letterkunde
[vervolg van de rubriek in afl. 2 die op het omslag werd afgedrukt]
tatie een actieve lezershouding vergt, zal duidelijk zijn.
Tot slot pakt Bakker de lijn van D'hulsts begin weer op in zijn pleidooi voor een strikte scheiding tussen het metaniveau (vertaaldiscours) en het objectniveau (vertalingen) van de vertaalwetenschap. Zijn - poststructuralistische - bijdrage getuigt ontegenzeggelijk van eruditie; een reeks filosofen en taal- en vertaalwetenschappers passeert de revue. Bakkers kwistig gebruik van woordspelingen maken het betoog, met zijn toch al hoge abstractiegehalte, er echter niet toegankelijker op. De lezer moet vanuit die hoogte maar weer zelf de sprong naar het object, de vertaalpraktijk, zien te maken.
Ik aarzel om een homogene doelgroep aan te wijzen voor de bundel. Toegepaste vertaalwetenschappers, (cultuur)historici en literatuuronderzoekers zullen zeker iets van hun gading vinden in de ene helft van het boek, maar misschien weinig op hebben met de tweede, voer voor vertaaltheoretici en taal- en wetenschapsfilosofen, en vice versa.
Stella Linn
Karel van Mander. The Lives of the Illustrious Netherlandish and German Painters, from the first edition of the Schilder-boeck (1603-1604). With an Introduction and Translation, ed. by Hessel Miedema. Vol. I: The text. Doornspijk [DAVACO] 1994. ISBN 90-70288-85-0. ƒ 195,-
Een aantal jaren geleden begon de Van Mander-specialist Hessel Miedema aan een nieuw ambitieus project: de eerste volledige en wetenschappelijke editie van Karel van Manders beschrijving van Het leven der doorluchtighe Nederlandtsche, en Hooghduytsche schilders, gepubliceerd in diens Schilder-boeck van 1603-1604. Deze teksten bevatten niet alleen biografische, kunst- en literairhistorische informatie, maar zijn vooral ook een belangrijke bron voor kennis van de geschiedenis van ideeën en mentaliteit in de overgangsperiode van zestiende naar zeventiende eeuw, die in een uitvoerig commentaar moet worden toegelicht. Om Van Manders werk en opvattingen toegankelijk te maken voor een internationale publiek werd gekozen voor een Engelstalige editie.
Het eerste deel, dat behalve een bibliografisch nauwkeurig verantwoorde en gepresenteerde tekst van de Levens ook Van Manders Levensbericht uit de editie 1616-1618 bevat, is inmiddels gepubliceerd. Naast een facsimile van de tekst van 1603-1604 (met opgave van varianten uit de tweede druk) vindt men op elke pagina een Engelse vertaling, met tot slot een zeer gedetailleerde index op namen (o.a. van kunstenaars, opdrachtgevers e.d., plaatsen/landen en uitgebeelde onderwerpen). Helaas moet men nog wachten op het commentaar, dat in vijf delen zal verschijnen. Wel kan men nu al een goede indruk van de veelzijdigheid en diepgang hiervan krijgen door een voorpublikatie van Miedema's editie van Van Manders leven van Goltzius (in het Nederlands Kunsthistorisch jaarboek 42-43 [1991-92], p. 1-76), in dit geval met een Nederlandse parafrase en commentaar. Behalve op de door Van Mander genoemde feitelijke gegevens gaat Miedema daarin met grote deskundigheid in op de door de biograaf gehanteerde kunst- en ideeënhistorische begrippen, waarbij hij ook aandacht besteedt aan de vraag waarom Van Mander bepaalde dingen nu juist niet vermeldt (zoals de technische vernieuwing van Goltzius' schilderkunst). Het commentaar wordt ondersteund door 30 afbeeldingen van werk van Goltzius; de inleiding en het commentaar bij dit ene Leven verwijzen naar niet minder dan 457 noten.
De duidelijke presentatie van dit tekstdeel van de Levens en Miedema's editie van Van Manders leven van Goltzius maken duidelijk dat in de nabije toekomst een internationaal publiek van specialisten en belangstellenden zal kunnen beschikken over een nieuw Van Mander-Miedema-monument.
Mieke B. Smits-Veldt