| |
| |
| |
Register op artikelen verschenen in Spektator, tijdschrift voor Neerlandistiek
Willem Kuiper
Aarts, Jan en Willem Meijs, Computer taalkunde: 18 (1988-89) 6-23. |
Akker, W.J. van den, Literatuurgeschiedenis of literatuurgeschiedvervalsing: 18 (1988-89) 331-32. |
Al, B.P.F., Gebruik en hergebruik van woordenboekinformatie: 20 (1991) 337-46. |
Albach, Ben, Johannes Jelgerhuis over zijn rolleu in Gysbrecht van Aemstel: 17 (1987-88) 415-30. |
Albach, Ben, ‘De Kersnacht lagh in stucken’, Gijsbrecht van Aemstel, vs. 1175: 21 (1992) 304-07. |
Alphen, Ernst van, Over Bahlsen cakes en madeleines. Kunst en werkelijkheid bij Brakman en Proust: 15 (1985-86) 145-60. |
Altena, Peter, De autobiografie van een Delfts patriot. Over Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap (1792) van Gerrit Paape: 19 (1990) 11-34. |
Amir, Ton en Marisa Groen, De opvoeringsgeschiedenis van Vondels treurspel Faëton: 17 (1987-88) 431-46. |
Anbeek, Ton, Couperus en de maatschappelijke toestand van de gescheiden vrouw. Over Langs lijnen van geleidelijkheid (1900): 1 (1971-72), 393-405. |
Anbeek, Ton, De wetenschappelijke status van de romantheorie: 2 (1972-73) 90-104. |
Anbeek, Ton, Problemen bij het interpreteren en analyseren van prozateksten: 2 (1972-73) 481-504. |
Anbeek, Ton, Normveranderingen, een test-case. ‘1916’ in de Nederlandse literatuur: 17 (1987-88) 3-16. |
Anbeek, Ton, Een repliek, het cryptogram vergroot: 21 (1992) 302-03. |
Anbeek, Ton, Doemdenken in de jaren dertig. De Crisis in de Nederlandse literatuur: 22 (1993) 249-59. |
Andringa, Els, Stijlkenmerken, ‘facta’ of gezichtsbedrog? Een empirisch onderzoek naar stilistische intuïties: 16 (1986-87) 163-79. |
Ankersmit, F.R., De chiastische verhouding tussen literatuur en geschiedenis: 16 (1986-87) 91-106. |
Appel, René, Gerard Hubers en Guus Meijer, Naar een sociolinguïstische theorie van taalgebruik: 6 (1976-77) 247-59. |
Appel, René zie Klootwijk, Ankie |
Appelo, Lisette zie Jong, Franciska de |
Argotta, T.C. zie Dupont, H.C.E. |
Assche, Armand van, Wat is er aan de hand met de empirische literatuurstudie: 18 (1988-89) 333-35. |
Assink, E.M.H., De rol van grammaticale operaties bij het nemen van orthografische beslissingen: 16 (1986-87) 180-93. |
Assink, E.M.H. en G. Verhoeven, Waarom kunnen sommige kinderen woorden spellen waarvoor ze de regels nog niet geleerd hebben?: 13 (1983-84) 334-45. |
Baayen, R.H., Corpusgebaseerd onderzoek naar morfologische produktiviteit: 19 (1990) 213-33. |
Backhuys, Kees-Jan, Mieke Trommelen en Wim Zonneveld, Vlamers en Belgiërs. De status van de adjectivische suffixen -en, -s, en -isch: 17 (1987-88) 252-67. |
| |
| |
Bakker, D.M., De links-van-relatie in werkwoordsgroepen: 6 (1976-77) 378-80. |
Bakker, D. zie Neijt, A. |
Bakker, Martin, Een inleiding tot Nijhoffs poëzie bij wijze van een analyse van ‘Ad infinitum’: 13 (1983-84) 319-23. |
Bakker, Siem, Ondergrondse literaire tijdschriften: 19 (1990) 387-92. |
Bal, Mieke, Over narratologie, narrativiteit en narratieve tekens: 7 (1977-78) 528-48. |
Bal, Mieke, Huisje, boompje, beestje. Over beschrijvingen in verhalende teksten: 9 (1979-80) 304-34. |
Bal, Mieke, Aristoteles Semioticus, een aantekening bij een voetnoot bij 47a: 10 (1980-81) 490-95. |
Bal, Mieke, Verteltheorie als instrument voor ideologiekritiek: 13 (1983-84) 266-80. |
Bal, Mieke, Literatuurgeschiedenis interdisciplinair: 18 (1988-89) 336-39. |
Balk, Frida, Is 't letterkunde?: 18 (1988-89) 340-42. |
Balk-Smit Duyzentkunst, F., Ambivalentie in taalkunde (N.a.v. J.G. Kooij. Ambiguity in natural language. An investigation of certain problems in its linguistic descriptions. Amsterdam-London 1971): 1 (1971-72) 18-27. |
Balk-Smit Duyzentkunst, F., Harry de geletterde: 1 (1971-72) 279-83. |
Balk-Smit Duyzentkunst, F., Een hond van Pavlov: 1 (1971-72) 444-50. |
Balk-Smit Duyzentkunst, F., Oneindige ambiguïteit. Een theoretische inconsistentie: 6 (1976-77) 380-84. |
Balk-Smit Duyzentkunst, F., Chomsky's metaforen: 9 (1979-80) 3-13. |
Balk-Smit Duyzentkunst, Frida, Science fiction als taalkundig argument, of hoe zet ik de betekenis uit mijn hoofd: 14 (1984-85) 162-66. |
Barth, E.M. en E.C.W. Krabbe, Formelé3 dialectiek, instrumenten ter beslechting van conflicten over geuite meningen: 7 (1977-78) 307-41. |
Bax, M.M.H., Gespreksanalyse en gesprekstraining. De complementaire relatie tussen taalgebruikstheorie en taalvaardigheidsonderwijs: 16 (1986-87) 350-68. |
Beekman, K., Mark Insingel en de taal: 6 (1976-77) 184-95. |
Beekman, K., Wetenschap, poëtika's en experimentele literatuur: 6 (1976-77) 196-203. |
Beekman, K., Genreopvattingen van avantgardistische auteurs: 10 (1980-81) 496-502. |
Beekman, K. ‘Enkelvoudige vormen’ en hun nawerking: 12 (1982-83) 329-44. |
Beekman, K., Een laat-19e-eeuws genreconcept, of hoe L. van Deyssel literatuur verdedigt: 14 (1984-85) 3-30. |
Beekman, K., Het motto in de moderne Nederlandse literatuur: 15 (1985-86) 330-47. |
Beekman, K., De strategie van het postmodernisme: 18 (1988-89) 343-46. |
Beekman, K.D., L. van Deyssel's Een liefde in de kritiek: 1 (1971-72) 246-58. |
Beekman, K.D., Experimentele teksten omstreeks '70: 4 (1974-75) 529-40. |
Beekman, K.D. en J. Fontijn, Romanfiguren (1): 1 (1971-72) 406-14. |
Belle, W. van, Modale en performatieve werkwoorden: 3 (1973-74) 264-88, 653. |
Bennis, Hans, Het kwantitatieve er in komparatief konstrukties: 6 (1976-77) 384-87. |
Bennis, Hans, Appositie en de intere struktuur van de NP: 8 (1978-79) 209-28. |
Bennis, Hans, De PRO-drop-parameter en subjektloze zinnen in het Nederlands: 12 (1982-83) 409-27. |
Bennis, Hans, Herschrijfregels herschreven: 18 (1988-89) 169-90. |
Bennis, Hans, Hoe spel je wetenschap: 23 (1994) 252-59. |
Bennis, Hans, Waar is het werkwoord? Deel I, het minimalistische kader: 23 (1994) 171-90. |
Bennis, Hans, Waar is het werkwoord? Deel II, antisymmetrie: 24 (1995) 130-146. |
Bennis, Hans, Waar is het werkwoord? deel III, het Nederlands: 24 (1995) 229-49. |
Benthem, J.F.A.K. van, Logika en argumentatietheorie: 7 (1977-78) 263-76. |
Berendrecht, Petra, Maerlants Eerste Martijn: een ‘leer-rijk’ quodlibit: 19 (1990) 369-85. |
Berendsen, Egon en Wim Zonneveld, Nederlandsche schwa-invoeging op z'n Deens: 14 (1984-85) 166-69. |
Berg, W. van den, Literatuurgeschiedenis en cultuurgeschiedenis: 16 (1986-87) 29-40. |
Berg, W. van den, Nationalisme, een rem op de romantiek: 18 (1988-89) 347-50. |
Bergh, H. van den, Mevr. dr. A.M. Cram-Magré als dorpelinge: 1 (1971-72), 557-58. |
| |
| |
Bergh, H. van den, Net echt, maar niet heus. Een onderzoek naar spannende werking: 4 (1974-75) 541-55. |
Bergh, H. van den, De impliciete toeschouwer: 7 (1977-78) 372-78. |
Bergh, Hans van den, Originaliteit en lezersverwachting: 10 (1980-81) 503-06. |
Bergh, Hans van den, Een mislukte jij-bak: 18 (1988-89) 351-53. |
Berndsen, Frank, Interpreteren verboden, metainterpretatie geboden? Een notitie over literatuurwetenschap: 12 (1982-83) 136-43. |
Besançon, Danielle, Carlo Goldoni in en over Nederland: 8 (1978-79) 158-62. |
Besten, Hans den, Het kiezen van lexicale delenda: 5 (1975-76) 415-32. |
Besten, Hans den en Henk Broekhuis, Verb Projection Raising in het Nederlands: 21 (1992) 21-34. |
Besten, Hans den, Henk van Riemsdijk en Catherine Snow, Ambiguous sentences, perceptual strategies?: 2 (1972-73) 470-75. |
Beijer, C.H.M. en J.J.V.M. de Vet, Faverey's ‘Reeks tegen de dood’: meer dan een bezwering: 24 (1995) 55-69. |
Bezooijen, R. van. Een vergelijkende stemkwaliteitsbeschrijving van vier groepen Amsterdammers: 13 (1983-84) 182-92. |
Blauw, H.M. de, Boekjes voor 't gemeen: 4 (1974-75) 93-111. |
Blauw, H.M. de, 18e-ecuwse literatuur bij stukjes en beetjes: 6 (1976-77) 332-36. |
Blauw, H.M. de, Een achttiende eeuwse roman ‘walglyk om te lezen’: 8 (1978-79) 468-79. |
Blom, Alied, Het kwantitatieve er: 6 (1976-77) 387-95. |
Blom, Alied, Een verboden kamer in de taalkunde: 12 (1982-83) 215-39. |
Blom, Alied, Enkele opmerkingen over te en om: 14 (1984-85) 170-76. |
Blom, Alied zie Daalder, Saskia |
Bodar, Antoine, Negen eenvoudige vormen: 13 (1983-84) 71-87. |
Bodar, Antoine, Clio en Melpemone herbeschouwd. Over de theorieën van Johan Huizinga en André Jolles: 16 (1986-87) 407-20. |
Bol, Gerard en Everdien van der Vlier, De ontwikkeling van intonatie in het Nederlands, de interpretatie van ambigue wie-vragen: 10 (1980-81) 310-22. |
Bonth, Roland de zie Salemans, Ben |
Boon, M.C., J.H. Leopold en de drie Gratiën. ‘Er dwarrelt een vlucht’ (1896-1897). Analyse en interpretatie van een ‘open’ gedicht: 20 (1991) 23-36. |
Booij, G.E., Lambert ten Kate als voorloper van de TG-grammatica: 1 (1971-72) 74-78. |
Booij, G.E., Taalkunde in het secundair onderwijs: 3 (1973-74) 289-95. |
Booij, G.E., Nieuwe inleidingen in de generatieve fonologie. Naar aanleiding van: S.A. Schane. Generative phonology. New Jersey z.j. en B. van den Berg. Foniek van het Nederlands, 6e, geheel herziene druk. Den Haag 1972: 3 (1973-74) 302-10. |
Booij, G.E., Zinsbepalingen in het Nederlands: 3 (1973-74) 619-46. |
Booij, G.E., Generatieve morfologie en grenssymbolen: 5 (1975-76) 2-16. |
Booij, G.E., Historische en methodologische achtergronden van de generatieve fonologie: 5 (1975-76) 293-306. |
Booij, G.E., Woordvorming en generatieve semantiek. Bespreking van W.J. Meys, Compound adjectives in English and the ideal speaker-listener. A study of compounding in a transformational generative framework. Amsterdam 1975: 5 (1975-76) 466-77. |
Booij, G.E., Fonotactische restricties in de generatieve fonologie: 8 (1978-79) 29-46. |
Booij, G.E., De syllabe in de generatieve fonologie: 9 (1979-80) 548-58. |
Booij, G.E., Fonologische en fonetische aspecten van klinkerreductie: 11 (1981-82) 295-301. |
Booij, G.E., Lexicale Fonologie en de organisatie van de morfologische component: 12 (1982-83) 169-88. |
Booij, G.E., Conjunctiereductie in gelede woorden, een terreinverkenning: 13 (1983-84) 3-19. |
Booij, G.E., Extrasyllabische consonanten in de morfologie van het Nederlands: 14 (1984-85) 176-79. |
Booij, G.E., Conjunctiereductie én nevenschikking in gelede woorden: 14 (1984-85) 471-73. |
Booij, G.E., Clitisatie in het Nederlands. Bespreking van Egon Berendsen. The Phonology of Cliticization [diss. RRU] 1986: 16 (1986-87) 219-28. |
| |
| |
Booij, G.E., Terugblik van de redactie: 24 (1995) 258-60. |
Booij, G.E., Taalkunde in Spektator: 24 (1995) 300-03. |
Booij, Geert, Polysemie en polyfunctionaliteit bij denominale woordvorming: 17 (1987-88) 268-76. |
Booij, Geert, Complexe werkwoorden en de niveauordeningshypothese: 19 (1990) 234-44. |
Booij, Geert, Congruentie in Nederlandse NP's: 21 (1992) 119-35. |
Booij, Geert en Ton van Haaften, De externe syntaxis van afgeleide woorden: 16 (1986-87) 421-36. |
Bor, Eric, Mulisch' meeduidigheid in Het Stenen Bruidsbed: 4 (1974-75) 112-27. |
Bork, G.J. van, Enkele sociale aspecten van ‘de familie Kegge’: 4 (1974-75) 284-89. |
Bork, G.J. van zie Janssen, G.W.F. |
Bosman, Anna M.T. en Annette M.B. de Groot, Waarom spellen moeilijker is dan lezen. Over de asymmetrische relatie tussen lezen en spellen: 23 (1994) 302-11. |
Bossers, Anton, Nil volentibus arduum en Vondel: 8 (1978-79) 95-103. |
Bostoen, Karel, Jan van der Noots Poeticsche werken. Opmerkingen n.a.v. de nieuwe uitgave door Waterschoot: 6 (1976-77) 567-77. |
Botha, R.P., A red card for Sies de Haan and Els Elffers: 13 (1983-84) 193-202. |
Bouckaert-Ghesquiere, Rita, Mijn Pijper is de jouwe niet! Volwassenen en kinderboeken: 11 (1981-82) 97-107. |
Bouman, José, Gelegenheidsgedichten in de Koninklijke Bibliotheek, materiaal voor bibliografen en literatuurhistorici: 13 (1983-84) 52-61. |
Boven, Erica en Hein Leferink, Over narratologie, of Mieke Bal in focalyse: 9 (1979-80) 144-70. |
Braembussche, A.A. van den, Literatuur, mentaliteit en ideologie. Literatuur als bron voor historisch inzicht: 16 (1986-87) 81-90. |
Braet, A., De rationaliteit en de effectiviteit van het betoog. Besprekingsartikel van F.H. van Eemeren e.a., Argumentatietheorie. Utrecht 1978: 8 (1978-79) 229-37. |
Brandt Corstius, H., Gek bij Elsevier: 4 (1974-75) 347-56. |
Brandt Corstius, Hugo, Formele invoering van klinkers: 2 (1972-73) 438-39. |
Bree, F.J.H. de, Mensen die het schip ingaan. Over: H. Pleij, Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur en volksfeest in de late middeleeuwen. Amsterdam 1979; H. Pleij, De Blauwe Schuit. Muiderberg 1979: 11 (1981-82) 379-95. |
Bremer, J.M. en D.C.A.J. Schouten, Hoe Aristoteles' Poetica een weg vond naar Nederland: 16 (1986-87) 270-86. |
Broeck, Raymond van den, Vertaalkunst, vertaalkunde, vertaalwetenschap. After Babel maakt de verwarring niet ongedaan. Besprekingsartikel van George Steiner, After Babel. Aspects of language and translation. London 1976: 7 (1977-78) 153-65. |
Broekhuis, Hans, Verb Projection Raising: 22 (1993) 28-47. |
Broekhuis, Henk zie Besten, Hans den |
Bronzwaer, W., Literaire institutie en literaire canon. Het geval van ‘Cambridge English’: 15 (1985-86) 16-22. |
Broos, Ton, Boeken zijn zo goed als geld maar geld is beter, Johannes Allart (1754-1816): 9 (1979-80) 14-25. |
Broos, Ton, Misdruk en mispunt, Johannes Allart (1754-1816) II: 11 (1981-82) 212-23. |
Brouwer, Han, Sociale ideeëngeschiedenis en bestedingspatronen, de kopers van de Katechismus der natuur in Zwolle, 1777-1785: 18 (1988-89) 191-202. |
Brumble III, H. David, G.A. Bredero's Spaanschen Brabander: 5 (1975-76) 660-67. |
Buuren, Maarten van, Grenzen aan het realisme-begrip: 10 (1980-81) 507-13. |
Buuren, Maarten van, Interpreteren, productie of reproductie?: 12 (1982-83) 189-98. |
Buuren, Maarten van, Literatuur als tekst: 18 (1988-89) 354-55. |
Buuren, Maarten van, Over het funktioneren van vergelijkingen: 8 (1978-79) 279-88. |
Buijnsters, P.J., Rijklof Michaël van Goens en zijn Oliekoeken: 19 (1990) 1-10. |
Calcar, Wim van, Het voegwoord ‘of’: 3 (1973-74) 95-113. |
Caldenborgh, Piet van en Fritz Zondervan, Vijftig jaar leesbaarheidsonderzoek: 1 (1971-72) 267-74. |
Caldenborgh, Piet van en Fritz Zondervan, De toepassing van multipele regressie bij de con- |
| |
| |
structie van Nederlandse leesbaarheidsformules met de cloze-procedure als criterium. Een vooronderzoek: 2 (1972-73) 147-64. |
Caldenborgh, Piet van zie Zondervan, Fritz |
Calis, Piet, Guide Bleu of Guide Michelin?: 22 (1993) 131-38. |
Caluwe, Johan de, Konkurrentie tussen werkwoordstam en nomen actionis op -ing in determinanspositie in samenstellingen: 17 (1987-88) 277-88. |
Caluwe, Johan de, Deverbaal -er als polyseem suffix: 21 (1992) 137-48. |
Caluwe, Johan de, Open versus gesloten semantiek van woordvormingsregels: 23 (1994) 240-47. |
Carasso, Dedalo, Aeneis, Divisiekroniek en Gysbrecht: 17 (1987-88) 397-400. |
Caspel, P.P.J. van, Causerie: 3 (1973-74) 114-15. |
Caspel, P.P.J. van, Nogmaals Meneer Visser's hellevaart en Ulysses: 5 (1975-76) 99-107. |
Caspel, P.P.J. van, Er staat wel wat er staat: 6 (1976-77) 59-73. |
Claes, Paul, Hans Faverey, een (de)constructie: 15 (1985-86) 161-71. |
Claes, Paul, ‘De waterlelie’ van Frederik van Eeden, een intertextuele lezing: 17 (1987-88) 43-50. |
Claes, Paul, O, die stem van Steyn! Een semanalitische lezing van Couperus: 18 (1988-89) 356-58. |
Corver, Norbert. Wat voor constructie is de ‘wat voor’-constructie?: 20 (1991) 151-85. |
Crum, Hans, De relaties van de Pharsalia-vertaling van Hendrik Storm met de Amsterdamse admiraliteit: 9 (1979-80) 348-60. |
Daalder, Saskia, Uniformering of differentiatie in de taalbeschrijving: 4 (1974-75) 2-28. |
Daalder, Saskia, Over relatieve zinnen met ingesloten antecedent: 6 (1976-77) 401-07. |
Daalder, Saskia en Alied Blom, De strukturele positie van reflexieve en reciproke pronomina: 5 (1975-76) 637-59. |
Daan, Jo, Sociolecten en stijlen bij Bredero: 14 (1984-85) 254-60. |
Dautzenberg, J.A., Geschiedenis en Tegengeschiedenis bij Harry Mulisch: 8 (1978-79) 423-32. |
Dautzenberg, J.A., Over ‘geschiedenis’ en ‘fabel’ als objekt van de literatuurwetenschap: 9 (1979-80) 26-37. |
Dees, Anthonij, Marcel Dekker en Maaike Hogenhout-Mulder, Een voorbeeld van stamboomreconstructie, Karel ende Elegast: 18 (1988-89) 96-118. |
Dekker, Marcel zie Dees, Anthonij |
Delvigne, Rob, Meneer Visser's Hellevaart en Ulysses: 1 (1971-72) 326-40. |
Dembinsky, Jos, Narratologie, tekstbeschrijving zonder criteria: 9 (1979-80) 208-21. |
Deprez, Ada, Het editeren van brieven. De visie van een literair-historicus: 19 (1990) 333-42. |
Dik, S.C., Beginnen, semantische en syntaktische eigenschappen: 2 (1972-73) 165-79. |
Dik, S.C., Vraagzinnen in een funktionele grammatika: 6 (1976-77) 407-12. |
Dirksen, A., P.J. Schellens en U. Schuurs, Vragen fouten in de zinsbouw om grammatica-onderwijs: 16 (1986-87) 380-93. |
Dirksen, Arthur, Syntactische, semantische en fonologische constituenten: 14 (1984-85) 179-84. |
Dirksen, Arthur, Grammatica-onderwijs en taalvaardigheid; problemen met verwijzing: 16 (1986-87) 107-30. |
Dirksen, Arthur en Johan Kerstens, Over predicatie 1: 15 (1985-86) 373-93. |
Dirksen, Arthur en Johan Kerstens, Over predicatie 2: 15 (1985-86) 433-55. |
Doctoraalwerkgroep Algemene Taalwetenschap, De eigele grammatika: 6 (1976-77) 36-43. |
Doorn, Mieke van en Willem Kuiper, Der vrouwen heimlicheid: 6 (1976-77) 539-51. |
Dorleijn, G., Herkenning van het onbekende; een literaire quiz: 18 (1988-89) 359-62. |
Dorleijn, G.J. zie Rees, C.J. van |
Dorleijn, G.J. en C.J. van Rees, Literatuuropvattingen in het literaire veld, een toelichtende reactie: 24 (1995) 184-88. |
Dort-Slijper, M.K. van, Factief het of expletief het: 1 (1971-72) 45-52. |
Dort-Slijper, M.K. van, Wat Tijs teweegbracht. Enkele opmerkingen over cause: 2 (1972-73) 46-53. |
Dort-Slijper, M.K. van, Er: 6 (1976-77) 412-17. |
Dort-Slijper, M.K. van zie Klooster, W.G. |
Dort-Slijper, M.K. van, W.G. Klooster en J.H.J. Luif, Een proefles voor het moedertaalonderwijs: 3 (1973-74) 463-76. |
| |
| |
Dort-Slijper, M.K. van, W.G. Klooster en J.H.J. Luif, Proeflessen voor taalonderwijs: 5 (1975-76) 433-49. |
Douma, Felix J., G.K. van het Reve's english prose style: 3 (1973-74) 30-36. |
Duinhoven, A.M., Van Mozes tot Esmoreit: 10 (1980-81) 566-76. |
Duinhoven, A.M., Naamvallen: 14 (1984-85) 185-92. |
Duinhoven, A.M., Raadsels in de Beatrijs: 15 (1985-86) 104-22. |
Duinhoven, A.M., Stamboomreconstructie: rekenkunde of tekststudie?: 18 (1988-89) 119-23. |
Duinhoven, A.M. en J. van Marle, Wat holp vrienden verholen? Een verdwenen infinitief-constructie: 3 (1973-74) 241-63, 488. |
Duits, H. ‘De Moordt schuilt onder bruiloftskleên.’ I: 10 (1980-81) 323-38. |
Duits, H. ‘De Moordt schuilt onder bruiloftskleên.’ II. Twee spelen over de Parijse bloedbruiloft en de politieke actualiteit in het midden van de zeventiende eeuw: 11 (1981-82) 396-410. |
Dupont, H.C.E. en T.C. Argotta, Met duim en fopspeentje: 2 (1972-73) 109-14. |
Dijk, Diana van, Robert Burns en de Nederlandse letterkunde: 13 (1983-84) 20-31. |
Dijk, Nel van, Ter Braak als literairpolitiek strateeg: over de herwaardering van Elsschot: 19 (1990) 183-94. |
Dijk, Nel van, Bordewijk als criticus. Literatuuropvattingen als instrument voor beeldvorming: 23 (1994) 36-44. |
Dijk, Nel van, De toekomst van poëtica-onderzoek II, een repliek: 24 (1995) 175-83. |
Dijkstra, Katinka, Canonvorming in de literaire communicatie, indicatoren voor de analyse van de literair-kritische canon: 18 (1988-89) 159-68. |
Dijkstra, Katinka, Lezers in Utrecht, een empirisch onderzoek naar leesvoorkeuren: 21 (1992) 3-19. |
Eemeren, F.H. van en R. Grootendorst, Object en doelstelling van taalbeheersing: 3 (1973-74) 413-32. |
Eemeren, F.H. van en R. Grootendorst, Argumentatie en rationaliteit: 7 (1977-78) 277-306. |
Eemeren, F.H. van, R. Grootendorst, F.S. Jungslager en B. Meuffels, De herkenning van indirecte argumentatie: 16 (1986-87) 457-71. |
Eemeren, F.H. van, R. Grootendorst en B. Meuffels, Identificatie van argumentatie als vaardigheid: 16 (1986-87) 369-79. |
Eemeren, G. van, Van fictie naar realiteit. Beschouwingen bij bepaalde aspecten van de communicatie- en referentiële status van personages in enkele stukken van Bredero: 14 (1984-85) 295-305. |
Elffers, Els, Er-verkenningen: 6 (1976-77) 417-22. |
Elffers, Els, Strukturalistische en generatieve taalkunde: 7 (1977-78) 16-34. |
Elffers, Els, Is taalkunde wel een soort psychologie?: 8 (1978-79) 1-28. |
Elffers, Els, De semantiek van de koppelwerkwoordzin en haar plaats in de taalbeschrijving. N.a.v. A. Blom en S. Daalder, Syntactische theorie en taalbeschrijving. Muiderberg 1977: 9 (1979-80) 97-143. |
Elffers, Els, Eenheid van vorm en betekenis, een constante in het grammatisch denken?: 19 (1990) 120-44. |
Elffers, Els zie Haan, Sies de |
Elffers, Els en Sies de Haan, Traditionele en moderne grammatica, een historisch-methodologische beschouwing: 9 (1979-80) 405-432. |
Elffers, Els en Sies de Haan, Kanttekeningen bij ‘TG en t.g.’: 10 (1980-81) 156-63. |
Elffers, Els en Sies de Haan, De taalkundige als methodoloog. Een reactie op R.P. Botha, A red card for Sies de Haan and Els Elffers: 13 (1983-84) 203-06. |
Elffers-van Ketel, E.H.C., S. de Haan en W.G. Klooster, Een [+ fantastische] macrostructuur I: 3 (1973-74) 581-600. |
Elffers-van Ketel, E.H.C., S. de Haan en W.G. Klooster, Een [+ fantastische] macrostructuur II: 4 (1974-75) 53-74. |
Elias, Michael en Frank Jansen, De betrouwbaarheid van het scoren bij sociolinguïstisch onderzoek: 6 (1976-77) 423-27. |
Elshout, Gerard, Achterberg, micro of macro?: 1 (1971-72) 284-88. |
Endt, Enno, De spanning tussen kunst en leven. ‘Toestanden’ van sex en dood bij de incrowd van tachtig: 1 (1971-72) 3-17. |
| |
| |
Endt, Enno, Een model voor De Uitvreter: 1 (1971-72) 53-59. |
Endt, Enno, Een lied bij het uittreden. Voor de opperoudste zangMeesteres, voor Ton Cram. Bij het intreden van haar sabbat, een lied hamaäloth: 1 (1971-72) 385-92. |
Endt, Enno, Wat geeft het eeuwige aan de ontroering?: 5 (1975-76) 338-41, 379-74. |
Engeler, Ch. zie Vriend, G. de |
Everaert, Martin, Vaste verbindingen (in woordenboeken): 22 (1993) 3-27. |
Evers, Arn, The syntactic motivation of predicate raising: 3 (1973-74) 69-94. |
Faassen, Sjoerd van, ‘Verraadt mij niet: helpt mij den schijn Redden zoolang ik hier moet zijn’: 5 (1975-76) 364-68. |
Faes, L.E.O., De Viere heren wenschen en de NibelungenNôt: 3 (1973-74) 4-11. |
Faes, L.E.O., De maghet van ghend en Daniël: 3 (1973-74) 180-86. |
Fast, Peter en Jaap van Marle, Nogmaals de inwoonstersnamen, verdere evidentie voor -se: 18 (1988-89) 423-30. |
Feijter, F.J.M. de, Over Michael Riffaterre ‘Semiotics of Poetry’: 17 (1987-88) 51-59. |
Fleurkens, Anneke C.G., Coornherts tragica-comedia Vanden thien maeghden, een oproep tot daadwerkelijke naastenliefde: 14 (1984-85) 31-47. |
Flippo, K.F., Literatuurgeschiedenis in het voortgezet onderwijs: 16 (1986-87) 54-66. |
Florijn, Arjen. Primitieve semantische kategorieën: 2 (1972-73) 476-77. |
Florijn, Arjen, Dekompositie van eigennamen: 3 (1973-74) 116-17. |
Florijn, Arjen, Bernstein op een rijtje. Deficiethypothese in diskussie: 3 (1973-74) 136-40. |
Florijn, Arjen, Over semantiek: 6 (1976-77) 19-26. |
Florijn, Arjen, Mentalisme in de taalkunde: 6 (1976-77) 427-29. |
Fokkema, D.W., De canon als kritisch en didactisch instrument, een historische analyse: 15 (1985-86) 5-15. |
Folkers-Loosjes, Elsa J., A.L.G. Toussaints De hertog van Alba in Spanje en zijn belangrijkste bron: 9 (1979-80) 38-53. |
Fontijn, J. zie Beekman, K.D. |
Franck, D., Literatuurwetenschappelijke immunologie, of de onderwerping van het onderwerp, of de beveiliging van het subjekt tegen het objekt: 18 (1988-89) 363-64. |
Francken, Eep, Spotlight op de coulissen. Bespreking van Ton Anbeek, De schrijver tussen de coulissen. Amsterdam 1978: 9 (1979-80) 231-39. |
Franssen, P.J.A., De oudste Nederlandse Uilenspiegeltekst: 17 (1987-88) 167-85. |
Franssen, P.J.A. en B. Hartlieb, Is de prozatekst over Virgilius de tovenaar oorspronkelijk in het Nederlands geschreven?: 23 (1994) 3-21. |
Franssen, Piet J.A., Dat Bedroch der vrouwen, een onderzoek naar de functie van een 16e eeuwse verhalenbundel: 12 (1982-83) 270-89. |
Franssen, Piet J.A., Dat Bedroch der vrouwen, een onderzoek naar de functie van een 16e eeuwse verhalenbundel II: 13 (1983-84) 167-81. |
Fresco, M.F., Dèr Mouw, autonomie, referentialiteit en nog wat: 2 (1972-73) 82-89. |
Fresco, M.F., Bij Dèr Mouws taalgebruik. Enige prolegomena. Eerste deel: 3 (1973-74) 370-83. |
Fresco, M.F., Bij Dèr Mouws taalgebruik. Enige prolegomena. Tweede deel: 3 (1973-74) 537-53. |
Fresco, M.F., Zijn er specifieke methoden voor ‘kunstwetenschappen’ zoals de literatuurwetenschap?: 4 (1974-75) 556-69. |
Fresco, M.F., Tekstinterpretatie. Praktijk, hypothesen en metahypothesen: 6 (1976-77) 517-38. |
Galama, E.G.A., ‘Barmhartigheid jegens het stomme vee’: 1 (1971-72), 494-500. |
Geel, Rudolf. De slimme heelmeester en het avontuur van stand: 1 (1971-72) 79-88. |
Geel, Rudolf, De smurf die smurf smurft: 1 (1971-72) 459-63. |
Geeraerts, D. en A. Moerdijk, Toetsing van een modeltheoretisch geïnterpreteerde morfologie: 13 (1983-84) 88-104. |
Geesink, Marja, Ontleningen aan Hooft in Coster's Voorrede tot de spelen van Bredero (1617): 1 (1971-72) 275-78. |
Geest, Ton van der, G.E. Booij als naloper van de T.G. grammatica: 1 (1971-72) 160-61. |
Geest, Ton van der, Meekijken over de schouder, poging tot het achterhalen van Achterberg's dichterlijke procedé: 1 (1971-72) 204-22. |
Gerritsen, Johan, Honderd jaar Unger. Wat nu?: 17 (1987-88) 457-61. |
| |
| |
Gerritsen, Marinel en Frank Jansen, Veranderingen in de Noordhollandse ui, ontwikkeling of aanpassing?: 12 (1982-83) 50-76. |
Gestel, F.Ch. van, Hoofdzin met de woordvolgorde van een bijzin?: 6 (1976-77) 429-32. |
Gestel, Frank van, NP-trace-Case: 14 (1984-85) 193-97. |
Gier, J. de, Achterbergs Triniteit, Drieëenheid en drieëenheid: 13 (1983-84) 391-404. |
Gilijamse, Hans, Affixen zijn alle +: 10 (1980-81) 40-49. |
Goedegebuure, Jaap, Canonvorming na Knuvelder: 15 (1985-86) 32-40. |
Goedegebuure, Jaap, Van Ostaijen tussen Noord en Zuid: 21 (1992) 207-25. |
Goedegebuure, Jaap, Moderne letterkunde in Spektator: 24 (1995) 275-79. |
Goedegebuure, Jaap en Odile Heynders, Hartstocht en methode. In gesprek met Jaap Oversteegen: 22 (1993) 167-80. |
Goedegebuure, Jaap en Odile Heynders, Cirkelend en tastend lezen. In gesprek met Sem Dresden: 23 (1994) 22-35. |
Goedegebuure, Jaap en Odile Heynders, De tekst als begin- en eindpunt. In gesprek met A.L. Sötemann: 23 (1994) 115-26. |
Goedegebuure, Jaap en Odile Heynders, Over algemene, theoretische en vergelijkende literatuurbeschouwing. In gesprek met J.J.A. Mooij: 24 (1995) 91-102. |
Goeman, A., Hannonie tussen vocaal en consonant. Problemen voor een metrische theorie van de syllabe: 14 (1984-85) 197-202. |
Gorp, Hendrik van zie Lambert, José |
Goyvaerts, Didier ‘Shades’, Over de zwakte van een te sterke fonologische theorie: 4 (1974-75) 341-46. |
Groen, Marisa zie Amir, Ton |
Groenenboom-Draai, Elly, Weyermans ‘Kouranttraktement’. Enige beschouwingen over aard, opzet en bedoeling van Jacob Campo Weyermans gebruik van kranteberichten in de Rotterdamsche Hermes: 13 (1983-84) 440-49. |
Groot, Annette M.B. de zie Bosman, Anna M.T. |
Groot, K., Grootmeester Walewein's schaakproblemen: 1 (1971-72), p. 259-66. |
Groot, Z.H. de, J.G. Kruyt en J. van de Pol, Tijdsverloop en vorm in Het spel vanden heilighen Sacramente vander Nyeuwervaert: 4 (1974-75) 142-45. |
Grootendorst, R. zie Eemeren, F.H. van |
Grootes, E.K., Constantijn Huygens en 'T spoock te Muyden: 1 (1971-72), 473-81. |
Grootes, E.K., Aandacht voor Van Mander: Karel van Mander. Den grondt der edel vry schilderconst. Uitgegeven en van vertaling en commentaar voorzien door Hessel Miedema. Utrecht 1973; Karel van Mander. De kerck der deucht. Uitgegeven en van commentaar voorzien door Hessel Miedema en Marijke Spies. Amsterdam 1973: 3 (1973-74) 722-31. |
Grootes, E.K., Literatuur-historie en Cats' visie op de jeugd: 9 (1979-80) 477-93. |
Grootes, E.K., De bestudering van populaire literatuur uit de zeventiende eeuw: 12 (1982-83) 3-24. |
Grootes, E.K., Een theaterhistoricus in 1638? Het voorwerk van Bredero's Alle de wercken en de kennis omtrent het theater uit de Oudheid in de zestiende en zeventiende eeuw: 12 (1982-83) 452-79. |
Grootes, E.K., De paradoxen van de literatuurgeschiedschrijving: 18 (1988-89) 241-61. |
Grootes, E.K. en J. Jansen, De produktie van narratief proza omstreeks 1610 / 1640 / 1670: verschuivingen binnen het genresysteem: 19 (1990) 107-19. |
Gussenhoven, Carlos, Over de fonologie van Nederlandse clitica: 15 (1985-86) 180-200. |
Gutter, C., Wilfred Smit is gevlogen: 2 (1972-73) 250-53. |
Haaften, Ton van, Over gaten in zinnen: 12 (1982-83) 428-51. |
Haaften, Ton van zie Booij, Geert |
Haaften, Ton van en Annelies Pauw, Vragen en antwoorden in de transformationeel-generatieve taaltheorie. Bespreking van T. Scholten, Arn. Evers en M. Klein, Inleiding in de transformationeel-generatieve taaltheorie. Grroningen 1982: 12 (1982-83) 290-307. |
Haan, Ger J. de, Twee interpretaties van het cyclies principe: 2 (1972-73) 271-93. |
Haan, Ger J. de, On Extraposition: 4 (1974-75) 161-83. |
Haan, Ger J. de, Onafhankelijke PP-komplementen van nomina: 8 (1978-79) 330-39. |
| |
| |
Haan, Ger de en Tineke Scholten, Waarom om?: 14 (1984-85) 203-07. |
Haan, Hans den, Argumentele waarde van de geschiedenis in de Nederlandse renaissance: 8 (1978-79) 446-67. |
Haan, S. de zie Elffers-van Ketel, E.H.C. |
Haan, Sies de, Over de grondslagen van de literatuurwetenschap I: 2 (1972-73) 360-96. |
Haan, Sies de, Over de grondslagen van de literatuurwetenschap II: 2 (1972-73) 505-34. |
Haan, Sies de, Wetenschap en vooroordeel: 4 (1974-75) 478-98. |
Haan, Sies de, Object en doelstelling in de linguïstiek: 6 (1976-77) 119-36. |
Haan, Sies de, Nederlandse transformationele taalkunde. Besprekingsartikel van G. Koefoed en A. Evers (red.), Lijnen van taaltheoretisch onderzoek. Een bundel oorspronkelijke artikelen aangeboden aan prof. dr. H. Schultink. Groningen 1976: 7 (1977-78) 35-47. |
Haan, Sies de, Tegenvoorbeeld of uitzondering. Over de weerbarstigheid in de taalkundige theorievorming: 14 (1984-85) 207-15. |
Haan, Sies de zie Elffers, Els |
Haan, Sies de en Els Elffers, Over de grondslagen van het generatieve taalonderzoek: 11 (1981-82) 507-40. |
Haas, Wim de, Conjunctiereductie of nevenschikking in gelede woorden: 14 (1984-85) 216-20. |
Haas, Wim de, De notie ‘Stress Minimalizatie’ en Klemtoonaantrekking: 20 (1991) 245-72. |
Haft-van Rees, Agnes, Register: 3 (1973-74) 433-46. |
Hageraats, Koos, De vier niveau's van het gedicht ‘De Molen’ van J.H. Leopold: 10 (1980-81) 201-20. |
Hamans, Camiel, Martien J. doet Golgotha (0): 1 (1971-72) 289-300. |
Hamans, Camiel, Vere resurrexit: 2 (1972-73) 114-16. |
Hamans, Camiel, Hanlo en zij: 3 (1973-74) 56-58. |
Hamans, Camiel, De staart van de duivel is een fiets: 3 (1973-74) 647-53. |
Hamans, Camiel, De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak (Gen. 11:1): 4 (1974-75) 321-40. |
Hamans, Camiel, De overeenkomst tussen literama en acreutel. Zabrocki's diacrise als oplossing van enige klassieke morfologische problemen: 17 (1987-88) 289-99. |
Hamans, Camiel, Hans Maureau en Wouter Voskuilen, Een maandag; 't rook in huis naar wasch en kool. (Dèr Mouw V.W. I, 109): 1 (1971-72) 427-40. |
Hanou, A.J., Een 18e-eeuws broodschrijver, Nicolaas Francois Hoefnagel (1735-84) I: 2 (1972-73) 61-81. |
Hanou, A.J., Een 18e-eeuws broodschrijver, Nicolaas Francois Hoefnagel (1735-84) II: 2 (1972-73) 535-48. |
Hanou, A.J., Leve de jojo. Een burleske ode 1790: 14 (1984-85) 81-100. |
Hanou, A.J., De Iiterator als politiek commentator. Het geval: Janus (1787): 19 (1990) 35-72. |
Hartlieb, B. zie Franssen, P.J.A. |
Hattum, M. van, Par example! Aspecten van het Bommelverhaal: 3 (1973-74) 204-30. |
Hauwermeiren, P. van, De inventarisatie van vijftig jaar leesbaarheidsonderzoek: 2 (1972-73) 440-46. |
Hauwermeiren, Paul van, Leesbaarheidsformules voor informatieve Nederlandse teksten: 4 (1974-75) 499-520. |
Hendriks, Herman, Flexibele categorale syntaxis en semantiek, de proefschriften van Frans Zwaerts en Michael Moortgat: 20 (1991) 273-304. |
Hermans, Ben, Het limburgs en het Litouws als metrisch gebonden toontalen: 14 (1984-85) 48-70. |
Hermans, Ben, Het onderscheid tussen zware en lichte lettergrepen in het Nederlands: 22 (1993) 116-30. |
Heuvel, Pierre van den. Over simulatie en dissimulatie, strategieën van de roddeltekst: 9 (1979-80) 387-404. |
Heuven, V.J. van, J.E. van Houten en J.W. de Vries, De perceptie van Nederlandse klinkers door Turken: 15 (1985-86) 225-38. |
Heuven, Vincent J. van, Anneke H. Neijt en Maarten Hijzelendoorn, Automatische indeling van Nederlandse woorden op basis van etymologische filters: 23 (1994) 279-91. |
| |
| |
Heylen, Dirk, Michael Moortgat en Ton van der Wouden, Categoriale ontleding, theorie en praktijk: 18 (1988-89) 24-43. |
Heijloo, Marijke en Ron van Zonneveld, Een beperking op NSR: 6 (1976-77) 433-36. |
Heynderickx, Priscilla en Jaap van Marle, Over het hybride karakter van -isch: op de grens van inheems en uitheems: 23 (1994) 229-39. |
Heynderickx, Priscilla, Relationeel adjectief-substantief-combinaties en concurrerende constructietypes: 21 (1992) 149-59. |
Heynders, Odile, Het spel van de tekst. Deconstructie in Nederland: 17 (1987-88) 512-24. |
Heynders, Odile, Gerrit Krol, dichter en denker. De complexiteit van een poëtica: 18 (1989-90) 431-43. |
Heynders, Odile, Tussen de regels van Rodenko, poëziefilosofie in poststructuralistisch perspectief: 21 (1992) 55-68. |
Heynders, Odile, De toekomst van poetica-onderzoek. Problemen van een reconstructieve-institutionele benadering: 24 (1995) 3-20. |
Heynders, Odile zie Goedegebuure, Jaap |
Hoek, Th. van den, Woordvolgorde en konstituentenstrukruur: 1 (1971-72) 125-36. |
Hoek, Th. van den, De aspekten: aspekten van een analyse: 2 (1972-73) 4-30. |
Hoek, Th. van den, Ge-afleidingen en Chomsky's lexicalistische hypothese: 2 (1972-73) 405-20. |
Hoeksema, Jack, Verbale verstrengeling ontstrengeld: 10 (1980-81) 221-49. |
Hoeksema, Jack en Ron van Zonneveld: Een autosegmentele theorie van het Nederlandse woordaccent: 13 (1983-84) 450-72. |
Hoekstra, Eric, C-commanderen in model-theoretische semantiek: 18 (1988-89) 283-89. |
Hoekstra, Eric en Jan Wouter Zwart, De structuur van de CP. Functionele Projecties voor Topics en Vraagwoorden in het Nederlands: 23 (1994) 191-212. |
Hoekstra, Teun, Harry van der Hulst en Frans van der Putten, Struktuur-paradoxen bestaan niet: 17 (1987-88) 300-16. |
Hogenhout-Mulder, Maaike zie Dees, Anthonij |
Hollaar, Jeannette M., De dichter, de mythe en wij: 15 (1985-86) 406-32. |
Hollaar, Jeannette M., A. Roland Holst ende Experimentele Groep: 17 (1987-88) 202-10. |
Honselaar, Wim zie Pardoen, Justine |
Hooykaas, G.J., Epistolaria: 18 (1988-89) 365-67. |
Hooykaas, G.J., Het editeren van brieven: doel of middel: 19 (1990) 343-49. |
Hoppenbrouwers, Cor, Het verkleinwoord in het Westerhovens: 7 (1977-78) 462-77. |
Horst, J.M. van der, Voornaamwoordelijke bijwoorden in 16de-eeuws Nederlands: 22 (1993) 290-308. |
Houten, Frans van, Beknopte bibliografie Wilfred Smit: 2 (1972-73) 249. |
Houten, J.E. van zie Heuven, V.J. van |
Hubers, Gerard zie Appel, René |
Hulst, Harry van der, Natuurlijke generatieve fonologie: 7 (1977-78) 434-61. |
Hulst, Harry van der, Ambisyllabiciteit en de structuur van Nederlandse lettergrepen: 14 (1984-85) 319-26. |
Hulst, Harry van der zie Hoekstra, Teun |
Hüning, Matthias, De concurrentie tussen deverbale nomina met ge- en op -erij: 21 (1992) 161-72. |
Hijzelendoorn, Maarten zie Heuven, Vincent J. van |
Ibsch, Elrud, Waarom blijven wij niet ‘binnen de tekst’? Verantwoording van een grensoverschreiding: 13 (1983-84) 217-24. |
Ibsch, Elrud, Het begrip ‘historiciteit’ - beslissingen van de literatuurhistoricus ten aanzien van de historische afstand: 16 (1986-87) 5-17. |
Ihwe, Jens, Kees Krammer, Jan Louter e.a., Semiotiek van de literatuur, perspektieven voor de literatuurwetenschap (Een bespreking van Götz Wienold. Semiotik der Literatur. Frankfurt am Main 1972): 3 (1973-74) 389-400. |
Jansen, Carel zie Steehouder, Michaël |
Jansen, F., Jan z'n boek, een genitief?: 6 (1976-77) 436-40. |
| |
| |
Jansen, F., Verandering van diftongen, een kwantitatieve benadering van de Zaanse [INVOEGEN] en [INVOEGEN]: 7 (1977-78) 1-15. |
Jansen, F., Deelwoordenjammer, een regel van of voor het Nederlands?: 16 (1986-87) 394-404. |
Jansen, F., Omtrent de om-trend: 17 (1987-88) 83-98. |
Jansen, F., Elegisch naschrift: 17 (1987-88) 198-201. |
Jansen, Frank zie Elias, Michael |
Jansen, Frank zie Gerritsen, Marinel |
Jansen, J. zie Grootes, E.K. |
Jansen, Jeroen, Aulularia - Warenar, adaptatie in contrast: 18 (1988-89) 124-51. |
Jansen, Jeroen, Het slot van de Warenar (1617) en zijn mogelijke bronnen: 20 (1991) 37-54. |
Jansen, Jeroen, ‘Helderheid’ (perspicuitas) in enige renaissancistische drama-voorredes: 24 (1995) 203-16. |
Jansen, Wendy, ‘Laag bijdegrondse geleerden poespas’. Onderzoek naar de zeventiende- en achttiende-eeuwse arcadia: 23 (1994) 127-36. |
Janssen, Frans A., Notities bij de aanduiding van herdrukken, in het bijzonder betrekking hebbend op de bibliografie van de afzonderlijk verschenen werken van W.F. Hermans: 4 (1974-75) 275-83. |
Janssen, G.W.F., H.P.M. Nelissen en G.J. van Bork, A.A.M. Stols (1900-1973), kaleidoskoop van een uitgeversleven: 8 (1978-79) 433-45. |
Janssen, G.W.F., Stols en Du Perron, ‘Zo gratis mogelijk...’: 10 (1980-81) 97-110. |
Janssen, Theo A.J.M., Theoriegeladen waarneming en theoriegebonden reflectie: 19 (1990) 393-400. |
Janssen, Theo A.J.M., Controle. Een onbeheersbaar onderwerp in de Regeer- en Bindtheorie: 21 (1992) 327-44. |
Jong, Franciska de en Lisette Appelo, Rosetta, synonymie en vertaling: 18 (1988-89) 44-58. |
Jong, J.M.G. de, De muze en het beest: 20 (1991) 97-108. |
Jong, K.K. de, Joan Dullaert, dichter-koopman: 6 (1976-77) 552-66. |
Jong, Martien J.G. de, Naschrift: 2 (1972-73) 116. |
Jong, Martien J.G. de, Creativiteit en beleving. Stellingen inzake mogelijkheden en beperkingen van de literatuurwetenschap: 10 (1980-81) 520-24. |
Jong, P.J., Laatmiddeleeuwse rijmprenten, begripsomschrijving en stand van het onderzoek: 4 (1974-75) 269-74. |
Jong, P.J. de, Sinte Aelwaer, een parodiërende rijmprent: 5 (1975-76) 128-41. |
Jong, P.J. de, Sorgheloos, een zestiende-eeuwse rijmprentenreeks; tekst en commentaar: 7 (1977-78) 104-20. |
Joosten, Jos, Jan Walravens en de Idee. Tijd en Mens en de opvattingen van de Vlaamse tijdgenoten van Vijftig: 22 (1993) 83-99. |
Jungslager, F.S. zie Eemeren, F.H. van |
Kager, René, Cycliciteit, klemtoon en HGI: 14 (1984-85) 326-31. |
Kager, René, Mieke Trommelen en Ellis Visch, Over Nederlandse lettergreep- en klemtoonstruktuur. Bespreking van H.G. van der Hulst. Syllable Structure and Stress in Dutch. Dordrecht 1982: 15 (1985-86) 123-38. |
Kate, A.P. ten, -En of -ing, een kwestie van aspecten: 6 (1976-77) 395-401. |
Kaijser, Dick, Het laatmiddeleeuwse spotsermoen: 13 (1983-84) 105-27. |
Keesman, Wilma, Nico Oudejans en Herman Pleij, Een Nederlandse bewerking van de Chevalier de La Tour in de Rosenwald-collectie, Den spieghel der Deucht van 1515: 12 (1982-83) 89-118. |
Kemenade, Ans van, R-Clitica: 14 (1984-85) 332-36. |
Kempen, Gerard, De mythe van het woordbeeld. Spellingherziening taalpsychologisch doorgelicht: 23 (1994) 292-301. |
Kerstens, J.G. en H.J. Verkuyl, Coreferentiële problemen (met (het generische) een): 6 (1976-77) 440-44. |
Kerstens, Johan, Postal's Raising. Bespreking van Paul M. Postal, On raising. One rule of English grammar and its theoretical implications. Cambridge 1974: 7 (1977-78) 478-88. |
| |
| |
Kerstens, Johan, Over Wh-verplaatsing en Cl-verplaatsing in het Nederlands: 8 (1978-79) 340-59. |
Kerstens, Johan, Bestaat Gapping eigenlijk wel? Besprekingsartikel van A.H. Neijt-Kappen, Gapping. A contribution to sentence-grammar. Dordrecht 1979: 11 (1981-82) 61-79. |
Kerstens, Johan, Hoe weerbarstig is het Nederlands voor de regeer- en bindtheorie?: 14 (1984-85) 336-40. |
Kerstens, Johan zie Dirksen, Arthur |
Ketterij, C. van de, ‘Bevindelijk naschrift’. Toetsing naar ‘woord’ en ‘zaak’ van het piëtistisch karakter der brieven: 4 (1974-75) 629-34. |
Kibédi Varga, A., Rhetorica en literatuurgeschiedschrijving: 14 (1984-85) 125-34. |
Kirsner, Robert S., De ‘onechte lijdende vorm’: 6 (1976-77) 1-18. |
Kirsner, Robert S., Arie Verhagen en Mariëtte Willemsen, Over PP's, transiviteit en het zgn. indirekt objekt: 14 (1984-85) 341-47. |
Klaus, Peter, Intensies en extensies in de verhaalanalyse: 11 (1981-82) 15-29. |
Klein, J.W.E., Een onbekend tekstfragment van de Florigout: 11 (1981-82) 480-95. |
Klein, Jan Willem, Terug naar Florigout: 14 (1984-85) 428-32. |
Klein, M., Zinsaccent en extrapositie: 6 (1976-77) 444-45. |
Klein, M. De interne structuur van partitieve constructies: 10 (1980-81) 295-309. |
Klein, M., Coördinatieverschillen tussen het Nederlands en het Engels: 15 (1985-86) 396-405. |
Klein, M. en M.C. van den Toorn, Vooropplaatsing van PP's: 7 (1977-78) 423-33. |
Klifman, H., Over een achttiende-eeuwse rhetorica: 11 (1981-82) 496-506. |
Kloek, J.J. Kanttekeningen bij een Literaire Landkaart: 7 (1977-78) 412-22. |
Klooster, W.G., Cleanth Brooks en de poëzie: 1 (1971-72) 105-18. |
Klooster, W.G., Waar het allemaal toe leidt: 1 (1971-72) 507-09. |
Klooster, W.G., Je weet niet wat je weet. Een verantwoording: 4 (1974-75) 184-89. |
Klooster, W.G., De taalkundige als neerlandicus: 4 (1974-75) 467-77. |
Klooster, W.G., TG en t.g.: 10 (1980-81) 148-55. |
Klooster, W.G. zie Dort-Slijper, M.K. van |
Klooster, W.G. zie Elffers-van Ketel, E.H.C. |
Klooster, W.G., J.H.J. Luif en M.K. van Dort-Slijper, Enige opmerkingen bij het stuk ‘De eigele grammatica’: 6 (1976-77) 276-82. |
Klootwijk, Ankie, Jeanine Treffers en René Appel, Van jij naar gij. Kodewisseling in het taalgebruik van Nederlandse Vlamingen: 15 (1985-86) 239-48. |
Knopper, Rob, Kleursel, loksel, glazuursel: 14 (1984-85) 348-52. |
Kobus, Sonja, Voorbij Merlyn en formalisme, een niet ingeslagen weg?: 24 (1995) 103-19. |
Koefoed, G.A.T. zie Marle, J. van |
Kolb, Hans-Peter, Op principes gebaseerde ontleding, enige algemene overwegingen: 18 (1988-89) 59-76. |
Koopman-Thurlings, Mariska, Tekstinterpretatie en open plek. Over de bruikbaarheid van Isers ‘Leerstellingen’: 14 (1984-85) 398-411. |
Koopmans-Van Beinum, F.J., Akoestische en perceptieve aspecten van klinkercontrastreductie en de rol van de fonologie: 11 (1981-82) 284-94. |
Koops, Aaldrik, De zogenaamde PP-over-V constructie over: 14 (1984-85) 352-57. |
Kooij, J.G., Presuppositie, topic, en de plaats van het indirekt subjekt: 2 (1972-73) 261-70. |
Kooij, J.G., Schwa-invoeging in het Nederlands, fonologie of morfologie?: 7 (1977-78) 131-37. |
Kooij, J.G., Epenthetische schwa, processen, regels en domeinen: 11 (1981-82) 351-25. |
Kooij, J.G., Deelwoordenjammer en grammatikaspijt: 17 (1987-88) 186-97. |
Kooij, J.G., Klemtoon en de fonologische cyclus: 19 (1990) 245-52. |
Kooij, J.G. en E.L. Wiers, Vooropplaatsing van PP's in het Nederlands: 6 (1976-77) 445-49. |
Koppenol, Johan, In mate volget mi; Jan van Hout als voorman van de renaissance: 20 (1991) 55-85. |
Koppenol, Johan, Jan van Hout, nieuwe vondsten: 24 (1995) 189-202. |
Kors, Mikel M., ‘Brief aan Lycidas’, een imaginair reisverhaal in de Algemeene Spectator (1742-1746): 15 (1985-86) 172-79. |
Koster, Jan, PP over V en de theorie van J. Emonds: 2 (1972-73) 294-311. |
Koster, Jan, Het werkwoord als spiegelcentrum: 3 (1973-74) 601-18. |
| |
| |
Koster, Jan, Inleiding: 8 (1978-79) 323-29. |
Koster, Jan, Subjectsporen in het Nederlands: 13 (1983-84) 156-66. |
Koster, Jan, Onverteerde restanten: 14 (1984-85) 357-62. |
Kraak, A., Dèr Mouws over Hoogvliets opvatting van taalstudie en methode van taalonderwijs: 1 (1971-72) 441-43. |
Krabbe, E.C.W. zie Barth, E.M. |
Kralt, P., Liefde en dood. Bij een publicatie van Willem Kloos uit 1882: 10 (1980-81) 3-21. |
Kralt. P., Maria en Martha. Willem Kloos, november 1883: 12 (1982-83) 393-408. |
Kralt, P., Liefde en leven. Een gedicht van Willem Kloos uit 1880: 17 (1987-88) 525-33. |
Kralt, P., Naar aanleiding van Antiek toerisme, Couperus en de ontsluiering van Isis: 20 (1991) 11-21. |
Krammer, Kees zie Ihwe, Jens |
Krol, Ellen, Over ‘den Meridiaan des huysselyken levens’ in Sara Burgerhart: 20 (1991) 237-244. |
Kruiger, T., Perelmans retorische versie van Aristoteles' dialectica: 7 (1977-78) 342-56. |
Kruyt, J.G. zie Groot, Z.H. de |
Kuiper, Willem, Lombarden, paragraaf- en semiparagraaftekens in Middelnederlandse epische teksten: 10 (1980-81) 50-85. |
Kuiper, Willem, Mariken van Nieumeghen, een gerenoveerd Maria-mirakel: 15 (1985-86) 249-67. |
Kuiper, Willem, De Middelnederlandse Esopet: 21 (1992) 35-54. |
Kuiper, Willem, De Middeleeuwen in Spektator: 24 (1995) 261-64. |
Kuiper, Willem zie Doorn, Mieke van |
Kusters, Wiel, Wij zijn een volkslied, wij zijn een vlag. Over het publieke woordvoerderschap in twee gedichten van M. Nijhoff: 24 (1995) 21-31. |
Kuijper, Jan, U: 1 (1971-72) 198-201. |
Kuijper, Jan, Vestdijks Verzamelde gedichten: 3 (1973-74) 37-43. |
Laan, Nico, Het belang van letterenstudie in historisch perspectief: 17 (1987-88) 469-87. |
Laan, Nico, Rafael, Titiaen, Rubens: 18 (1988-89) 368-70. |
Lambert, José en Hendrik van Gorp, Geschiedenis, Theorie en systeem. Valse dilemma's in de literatuurwetenschap: 10 (1980-81) 514-19. |
Lammers, D.H. zie Meuffels, B. |
Landman, Fred en Ieke Moerdijk, ‘Behalve’ als voorzetsel: 9 (1979-80) 335-47. |
Langendonck, Willy van, -ER als akkusatief en -LING als ergatief suffix in een Zuidbrabants dialekt: 17 (1987-88) 317-27. |
Langeweg, S.J. en A.M. Slootweg, Klemtoonpatronen in complexe nominale samenstellingen: 17 (1987-88) 328-40. |
Leek, Frederick van der, Opmerkingen over ‘cause’: 2 (1972-73) 312-19. |
Leek, Frederiek van der, Semantische kondities op reflexieven: 6 (1976-77) 449-53. |
Leek, Frederike van der, Zich en Zichzelf, Syntaxis en Semantiek I: 17 (1987-88) 129-65. |
Leek, Frederike van der, Zichzelf en Zichzelf, Syntaxis en Semantiek II: 17 (1987-88) 211-41. |
Leeuwen, Edith van, De literatuuropvatting van Gerard Genette: 12 (1982-83) 119-35. |
Leeuwen, Maja van en Paulien Leunis, Het bedrieglijk ideaal. De gedesillusioneerde vrouw in de literatuur getypeerd: 10 (1980-81) 22-39. |
Leferink, Hein zie Boven, Erica |
Lenstra, K.G., Naif: 1 (1971-72) 539-43. |
Lenstra, K.G., Een noot bij een vertoog van Van Effen: 8 (1978-79) 128-41. |
Leunis, Paulien zie Leeuwen, Maja van |
Leuven-Zwart, Kitty M. van, Overeenkomst en verschil. Een poging tot een model ter bepaling van mikro-strukturele verschuivingen in vertalingen uit het Spaans in het Nederlands: 11 (1981-82) 249-72. |
Levie, Sophie, De functie van het tijdschriftonderzoek in het literatuuronderwijs: 13 (1983-84) 295-301. |
Lier, Peter van, Het ontbrokene. Hans Faverey bezien vanuit Zen-boeddhistisch perspectief: 24 (1995) 70-84. |
Loonen, Nard, Het botte mes in De ontleedkundige Les: 5 (1975-76) 52-65. |
| |
| |
Louter, Jan zie Ihwe, Jens |
Lubbe, H.F.A. van der, Over echte en schijnbare partitieve woordgroepen: 11 (1981-82) 367-78. |
Luger, B., Stilte rond Emants?: 1 (1971-72) 415-18. |
Luif, J.H.J. zie Dort-Slijper, M.K. van |
Luif, J.H.J. zie Klooster, W.G. |
Lukkenaer, W.J., Couperus' koningsromans en de 19de-eeuwse wetenschap. ‘Naturalistische’ aantekeningen op een recente dissertatie: 20 (1991) 1-9. |
Lukkenaer, W.J., Hertekend beeld. Aanzet tot een historisering van Nijhoffs poëtica: 21 (1992) 287-301. |
Lulofs, F., Reynaert bij hoog en laag, Goethe en het volksboek: 7 (1977-78) 195-216. |
Luxemburg-Albers, Anneke van, Wat of wie is Bint? Proeve van onderzoek naar thema en structuur in Bordewijks Bint: 19 (1990) 85-106. |
Luxemburg, J.H.J. van, De gelukkige families van Anna Karenina. Enige literatuurwetenschappelijke begrippen in het licht van de speech act-theorie: 5 (1975-76) 317-37. |
Luxemburg, J.J.H. van, Naar een nieuwe poetica. Jouathan Culler, Structuralist Poetics: 6 (1976-77) 350-66. |
Luxemburg, Jan van, De erfenis van Propp, het verhaalmodel van Doležel: 4 (1974-75) 128-41. |
Luxemburg, Jan van, Poëtica's en literatuurwetenschap: 6 (1976-77) 503-16. |
Luxemburg, Jan van, De interpretatie jubileert: 13 (1983-84) 143-55. |
Luxemburg, Jan van, Voorwoord en Moraal: 18 (1988-89) 371-74. |
Luxemburg, Jan van, Rome en de Ander, over De berg van licht van Louis Couperus: 20 (1991) 123-49. |
Luxemburg, Jan van, Spektator, een geschiedenis van de Algemene literatuurwetenschap: 24 (1995) 280-99. |
Lijphart, T., Breyten se halwe woorde: 1 (1971-72) 451-58. |
Maatje, Frank C., Over het object van de dramatheorie: 7 (1977-78) 359-71. |
Man, Jacqueline de, Het te veel en het te weinig in de bibliografie: 20 (1991) 109-16. |
Man, Jacqueline de, Parodie en Kritiek. De brieven van Martha en Freryk de Harde: 13 (1983-84) 32-51. |
Marle, J. van, Historische taalkunde als de studie van taalverandering. N.a.v. Jan van Bakel, AB (X-Y. Fonologie van het Nederlands. Synchroon en diachroon. Nijmegen 1973; Jan Goossens, Historische Phonologie des Niederländischen. Tübingen 1974: 5 (1975-76) 23-51. |
Marle, J. van, Diachronische fonologie, enkele basisbegrippen: 5 (1975-76) 571-88. |
Marle, J. van, Een niet-generaliserende analyse van schwa-deletie: 11 (1981-82) 326-41. |
Marle, J. van, Woordvorming, louter een kwestie van optellen?: 14 (1984-85) 433-44. |
Marle, J. van, Accentuering als evidentie voor Affix-Substitutie (Enkele opmerkingen n.a.v. de accentuering van formaties op -(e)ling): 16 (1986-87) 257-69. |
Marle, J. van, Nogmaals overkarakterisering: 16 (1986-87) 448-56. |
Marle, J. van, Betekenis als factor bij produktiviteitsverandering (lets over de deverbale categorieën op -lijk en -baar): 17 (1987-88) 341-59. |
Marle, J. van, De eur/euse/trice-trits: 19 (1990) 253-64. |
Marle, J. van zie Duinhoven, A.M. |
Marle, Jaap van zie Fast, Peter |
Marle, Jaap van zie Heynderickx, Priscilla |
Marle, J. van en G.A.T. Koefoed, Over Humboldtiaanse taalveranderingen, morfologie en de creativiteit van taal: 10 (1980-81) 111-47. |
Marle, J. van en G.A.T. Koefoed, Herinterpretatie, voorwaarden en effecten: 17 (1987-88) 488-511. |
Martin, W. en E. ten Pas, Subtaal en lexicon: 20 (1991) 361-75. |
Martin, Willy, Inleiding, over woordenboeken, lexica en computers: 20 (1991) 307-12. |
Mathijsen, Marita, Het blozen van brievenediteurs. Een reactie op G.J. Hooykaas' Epistolaria': 18 (1988-89) 375-79. |
Mathijsen, Marita, Nieuwe druktechnieken en oude valkuilen: ontwikkelingen in de boekdrukkunst en hun gevolgen voor het editeren: 19 (1990) 351-66. |
Mathijsen, Marita, Autorisatie als twistappel: 22 (1993) 100-15. |
| |
| |
Mathijsen, Marita, De negentiende eeuw (1800-1880) in Spektator: 24 (1995) 272-74. |
Matthey, Thomas, De ontvangst van Richardson in Nederland (1750-1800): 8 (1978-79) 142-57. |
Maureau, Hans zie Hamans, Camiel |
Meder, T., Hoofsheid in de Boekjes van Zeden: 21 (1992) 308-26. |
Meer, Geart van der, Friese afleidingen op -heid en -ens (Een geval van morfologische rivaliteit?): 17 (1987-88) 360-67. |
Melissen, Sipko, De heedendaagse Goude-eeuw: 11 (1981-82) 30-60. |
Melissen, Sipko, De Goddelijke mens. Een humanistendiscussie over de natuur van de mens: 16 (1986-87) 194-218. |
Mertens, Anthony, De ‘geschiedfilosofische thesen’ van Walter Benjamin. Rekonstruktie van een opmerkelijke hermeneutiek: 7 (1977-78) 65-88. |
Mertens, Anthony, De mythomaan verdwaalt: 18 (1988-89) 380-83. |
Meter, J.H., Amplificatietechnieken in Bredero's Moortje: 14 (1984-85) 270-79. |
Meuffels, B., Effect-onderzoek taalvaardigheid: 8 (1978-79) 47-61. |
Meuffels, B. zie Eemeren, F.H. van |
Meuffels, B. en D.H. Lammers, Attituden en argumentatietheorie. De rationeel oordelende ontvanger in empirisch perspectief: 7 (1977-78) 138-52. |
Meijer, Guus. Het verschil tussen sukses en geldigheid. N.a.v. Bruce L. Derwing, Transformational grammar as a theory of language acquisition. A study in the empirical, conceptual and methodological foundations of contemporary linguistics. Cambridge 1973: 4 (1974-75) 357-71. |
Meijer, Guus zie Appel, René |
Meijer, Pieter de, De moderne historicus als literair verteller: 16 (1986-87) 18-28. |
Meijs, Willem, De empirische dimensie: 20 (1991) 313-36. |
Meijs, Willem zie Aarts, Jan |
Meijs, Willem J., Met de krant door het taalkunde-land. Waarin: huwelijkse perikelen, een bezoek aan een anaforisch eiland en een metaforische boterberg uitlopend in moord en doodslag: 6 (1976-77) 454-56. |
Meijs, Willem J., Booij over Nederlandse morfologie. Recensie van G.E. Booij, Dutch morphology. A study of word formation in generative grammar. Lisse 1977: 9 (1979-80) 75-87. |
Meijs, Willem J., Synthetische composita, voer voor morfologen: 10 (1980-81) 250-90. |
Miedema, Hessel, University Press Amsterdam: 2 (1972-73) 105-08. |
Moerdijk, A. zie Geeraerts, D. |
Moerdijk, Ieke zie Landman, Fred |
Montulet, Norma, De waarheid over Sherlock Holmes. Over fictionaliteit en referentie: 18 (1988-89) 83-95. |
Moortgat, Michael zie Heylen, Dirk |
Mooij, J.J.A., Noodzaak en mogelijkheden van canonvorming: 15 (1985-86) 23-31. |
Musschoot, A.M., Noord en Zuid en de nieuwe, geestelijke kunst van 1890, ‘vermenging op voet van gelijkheid’ (A. Verwey): 21 (1992) 265-84. |
Nap, H.W.J., Der woorden zijn twee orden. Enkele aspecten van Van Eedens significa: 18 (1988-89) 211-28. |
Nelissen, H.P.M. zie Janssen, G.W.F. |
Neubauer, John, Canonvorming en het thema van de adolescentie in de literatuur: 15 (1985-86) 41-51. |
Neijt, A. en D. Bakker, Ter introductie: 18 (1988-89) 3-5. |
Neijt, Anneke, Gapping bestaat: 11 (1981-82) 80-84. |
Neijt, Anneke, Automatisch vertalen in Nederland: 14 (1984-85) 101-14. |
Neijt, Anneke H. zie Heuven, Vincent J. van |
Neijt, Anneke zie Zuidema, Johan |
Neijt, Anneke en Johan Zuidema, Als kiviet naar de Woordenlijst: 23 (1994) 260-68. |
Nieuweboer, Adèle, Een verlichtingsroman in brieven, De zegepraal der menschlievenheid: 8 (1978-79) 177-92. |
Nieuwenhuijsen, Peter, Oorzaak en gevolg: 2 (1972-73) 447-69. |
Nieuwenhuijsen, Peter, Zelfs een taalkundige is niet volmaakt. Bespreking van F.G. Droste. Algemene taalwetenschap en transformationele grammatica. Leuven 1972: 3 (1973-74) 130-35. |
| |
| |
Nieuwenhuijsen, Peter, Evers' V-Raising. Bespreking van A. Evers, The transformational cycle in Dutch and German. Utrecht 1975: 5 (1975-76) 589-602. |
Nieuwenhuijsen, Peter, Richting geven aan taalbeschouwing: 6 (1976-77) 260-75. |
Nieuwenhuijsen, Peter, Agenda-zinnen: 6 (1976-77) 456-61. |
Nieuwenhuijsen, Peter, Taalgebruiksbeschouwing: 9 (1979-80) 537-48. |
Nijen Twilhaar, Jan, De ‘Brabantse sandhi-regel’ nogmaals bekeken: 22 (1993) 309-18. |
Oey de Vita, E., De voorschoot van Bedroch in de Geeraerdt van Velsen: 1 (1971-72) 482-93. |
Oey de Vita, E., Problemen van kopijonderzoek voor toneelstukken uit de zeventiende eeuw: 3 (1973-74) 12-29. |
Oey de Vita, E., Problemen van kopijonderzoek voor toneelstukken uit de zeventiende eeuw II: 3 (1973-74) 661-79. |
Oostendorp, Marc van, Klinkerkwaliteit en rijmstructuur in het Nederlands: 24 (1995) 147-61. |
Oostrum, Wa.R.D. van, Buisman chronologisch: 3 (1973-74) 54-55. |
Oostrum, Wa.R.D. van, Sara's eerste kraambed, enkele opmerkingen over tijd en ruimte in Sara Burgerhart I: 3 (1973-74) 187-203. |
Oostrum, Wa.R.D. van, Sara's eerste kraambed. Enkele opmerkingen over tijd en ruimte in Sara Burgerhart (1782) II: 5 (1975-76) 529-43. |
Oostrum, Wa.R.D. van, Julia(-)drukken vóór 1800 II: 9 (1979-80) 433-50. |
Oostrum, Wa.R.D. van en M. Hochscheid-Mabesoone, Julia(-)drukken: 3 (1973-74) 513-36. |
Ornée, W.A., Van een Huys-man en een Barbier, een on-volmaeckte klucht?: 14 (1984-85) 261-69. |
Oudejans, Nico zie Keesman, Wilma |
Oversteegen, J.J., Helemaal niet boos en nauwelijks verdrietig: 6 (1976-77) 493-502. |
Paardt, Willem J. van der, Absolutisme en relativisme, Postma en Segers: 9 (1979-80) 494-516. |
Paardt, Willem J. van der, Interpretatie en consensus: 10 (1980-81) 528-36. |
Paasman, A.N., ‘Hoop is doch de ziel van t leven’. Twee brieven van Elisabeth Maria Post aan Charlotte Louise van der Capellen: 4 (1974-75) 617-28. |
Paasman, Bert, ‘'t Is toch maar om de weg te gaan’, of de sociale opvattingen in het werk van E.M. Post: 1 (1971-72) 544-52. |
Pardoen, Justine en Wim Honselaar, De betekenis van zinnen met de volgorde zich...subject: 18 (1988-89) 407-22. |
Parre, Hugo van der, Satire als letterkundig begrip: 14 (1984-85) 391-397. |
Pas, E. ten zie Martin, W. |
Pattynama, Pamela, Mannelijke mannen, literatuur en feminisme: 18 (1988-89) 384-86. |
Pauw, Annelies, Transiviteit, intransiviteit en constructies met zich: 13 (1983-84) 417-39. |
Pauw, Annelies zie Haaften, Ton van |
Peeck, J., Invloeden van illustraties in teksten: 16 (1986-87) 340-49. |
Peer, W. van, Typografie als conventie en innovatie in de poëzie: 19 (1990) 171-82. |
Peer, W. van, Emotionele functies van het literaire lezen: 20 (1991) 87-96. |
Peeters, L., Madoc en de Reinaertprologen. Recente literatuur - nieuwe perspectieven: 2 (1972-73) 185-95. |
Peeters, L., Historiciteit en chronologie in Van den vos Reynaerde: 3 (1973-74) 157-79, 347-69. |
Peeters, L., Van den vos Reynaerde, vss. 1882-2031. De voorgenomen terechtstelling: 4 (1974-75) 409-33. |
Peeters, L. en B.P. Sannasgala, Dutch loan words in Sinhala: 5 (1975-76) 245-81. |
Piere, Jan de, Achterberg en de antimaterie: 7 (1977-78) 89-103. |
Pleij, H. Hoe interpreteer je een middelnederlandse tekst? Bespreking van Truwanten. Een toneeltekst uit Handschrift-Van Hulthem, uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Brusselse en Utrechtse neerlandici. Utrecht 1976: 6 (1976-77) 337-49. |
Pleij, H. zie Resoort, R.J. |
Pleij, Herman, De bestudering der prozaromans na Debaenes standaardwerk (1951) en de Utrechtse catalogus van 1608: 1 (1971-72) 28-42. |
Pleij, Herman, Gregorius de Grote aangehaald in Der kerken claghe en andere Middelnederlandse teksten: 1 (1971-72) 187-92. |
Pleij, Herman, Materiaal voor een interpretatie van het gedicht over De Blauwe Schuit (1413). I: 1 (1971-72) 311-25. |
| |
| |
Pleij, Herman, Rijmschema en tekstkritiek in de Veelderhande geneuchlycke dichten: 1 (1971-72) 501-06. |
Pleij, Herman, Materiaal voor een interpretatie van het gedicht over De Blauwe Schuit (1413?). II: 2 (1972-73) 196-224. |
Pleij, Herman, Mariken van Nieumeghen en de doperij: 3 (1973-74) 232-33. |
Pleij, Herman, Materiaal voor een interpretatie van het gedicht over De Blauwe Schuit (1413?). III: 3 (1972-73) 680-721. |
Pleij, Herman, De sociale funktie van humor en trivialiteit op het rederijkerstoneel: 5 (1975-76) 108-27. |
Pleij, Herman, Over de betekenis van Middelnederlandse teksten. Besprekingsartikel n.a.v. Esmoreit, uitgeg. door A.M. Duinhoven. Zutphen [1979]: 10 (1980-81) 299-339. |
Pleij, Herman, De betekenis van de beginnende drukpers voor de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur in Noord en Zuid: 21 (1992) 227-63. |
Pleij, Herman zie Keesman, Wilma |
Pleij, Herman en Rob Resoort, Zestiende-eeuwse vondsten in de Herzog August Bibliotek te Wolfenbüttel: 4 (1974-75) 385-408. |
Pol, J. van de zie Groot, Z.H. de |
Pol, L.R., De ondeugd beloond. Verteltechnische aspecten van de briefroman Zephire (1788): 8 (1978-79) 163-76. |
Pollmann, T., Een regel die subject en copula deleert?: 5 (1975-76) 282-92. |
Pollmann zie Sturm, A.N. |
Poortier, Rudolf W., Nederlandse Haïkoe: 7 (1977-78) 499-512. |
Porteman, K., ‘Lacht wel’. Bredero's Voor-reden vande Sotheyt: 14 (1984-85) 280-87. |
Porteman, Karel, Hoofts ‘Voorreden tot de Ivecht’ (1611): 11 (1981-82) 171-90. |
Porteman, Karel, De receptie van Gysbrecht van Aemstel in de Zuidelijke Nederlanden: 17 (1987-88) 401-14. |
Pos, Arie, Het onherroepelijk einde: 16 (1986-87) 287-97. |
Prins, R.S., Over de anatomische basis van het taalgebruik. Bespreking van Norman Geschwind, Selected pepapers on language and the brain. Dordrecht 1974: 5 (1975-76) 603-09. |
Projectgroep Wilmink. Enkele aantekeningen bij Dèr Mouw: 1 (1971-72) 419-26. |
Pullens, Mart, Een literaire landkaart uit 1693: 6 (1976-77) 328-31. |
Putten, Frans van der zie Hoekstra, Teun |
Raat, G.F.H., De kunst van het zwijgen. Over het werk van Gerard Reve, in het bijzonder De ondergang van de familie Boslowits: 16 (1986-87) 437-47. |
Raue, Saskia, Kleren maken de vrouw: een onderzoek naar de mislukking van een Middelnederlandse kledingallegorie: 22 (1993) 48-64. |
Reenen, Pieter van, De lange weg naar een betrouwbare en systematische beschrijving van het Middelnederlands. N.a.v. Amand Berteloot. Bijdrage tot een klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands. Gent 1984: 16 (1986-87) 131-48. |
Rees, C.J. van, Wellek & Warren en de literatuurtheorie: 4 (1974-75) 434-50. |
Rees, C.J. van zie Verdaasdonk, H. |
Rees, C.J. van en G.J. Dorleijn, Literatuuropvattingen in het literaire veld: over de integratie van twee benaderingen: 23 (1994) 91-114. |
Renkema, J., Tangconstructies. Experimenteel onderzoek naar leesbaarheid en attentiewaarde: 18 (1989-90) 444-62. |
Resoort, R.J., Lering of vermaak? Robrecht de duyvel als prozaroman: 7 (1977-78) 549-61. |
Resoort, R.J. en H. Pleij, Nieuwe bronnen en gegevens voor de literatuurgeschiedenis van de zestiende eeuw uit Parijse Bibliotheken: 5 (1975-76) 637-59. |
Resoort, Rob, Over de betekenis van gebruikssporen in prozaromans en volksboeken: 6 (1976-77) 311-27. |
Resoort, Rob zie Pleij, Herman |
Riemsdijk, Henk van, De relatie tussen postposities en partikels: 3 (1973-74) 447-62. |
Riemsdijk, Henk van, Extrapositie van vrije relatieve zinnen in het Duits: 8 (1978-79) 360-71. |
Riemsdijk, Henk van zie Besten, Hans den |
Rooij, J. de, Maar en alleen (maar): 6 (1976-77) 461-63. |
| |
| |
Ross, Leo zie Suurmond, Georges |
Rossum, Leo van, Wilfred Smit op het IISG: 2 (1972-73) 254-55. |
Rover, F.C. de, Literatuurgeschiedschrijving, beeld of nevel?: 10 (1980-81) 537-41. |
Rover, Frans C. de, De boodschap van de vent achter de vorm (2). Een retorische interpretatie van Louis Paul Boon, Menuet: 5 (1975-76) 497-528. |
Rover, Frans de, De boodschap van de vent achter de vorm: 4 (1974-75) 249-68. |
Ruiter, Frans, Ingewikkelde herhalingen. Preambule in analyse: 16 (1986-87) 245-56. |
Rijen, J.B.M. van, Transformationeel generatieve grammatika's als verklarende theorieën: 4 (1974-75) 42-52. |
Salemans, Ben en Roland de Bonth, Opmerkingen bij Duinhovens De geschiedenis van Beatrijs: 20 (1991) 197-228. |
Sandra, Dominiek, De geheugenrepresentatie van ondoorzichtige samenstellingen: 17 (1987-88) 368-76. |
Sandra, Dominiek, Problemen met morfemen, voor- en nadelen van de representatie van interne woordstructuur in het mentaal lexicon: 21 (1992) 173-88. |
Sannasgala, B.P. zie Peeters, L. |
Santen, Ariane van, Een nieuw voorstel voor een transformationele behandeling van composita en bepaalde adjectief-substantief kombinaties. Bespreking van Judith N. Levi, The syntax and semantics of complex nominals. New York 1978: 9 (1979-80) 240-62. |
Santen, Ariane van, Semantische factoren bij de vorming van denominale persoonsnamen op -er: 21 (1992) 189-201. |
Sassen, A., Controversionele beweringen over homonymie: 6 (1976-77) 464-68. |
Sassen, A., Over constructie-verbedding en stadium-predikaten: 12 (1982-83) 25-49. |
Sassen, A., Ontkenning ontkend, over uitroepende zinnen en zinnen met wel: 14 (1984-85) 363-68. |
Sassen, A., Paradigmatische morfologie. Bespreking van J. van Marle. On the paradigmatic dimension of morphological creativity. Dordrecht 1985: 15 (1985-86) 456-62. |
Schelfhout, Honoré, De kunst van het zwijgen, Valéry bij Vestdijk: 23 (1994) 213-28. |
Schellens, P.J. zie Dirksen, A. |
Schermer-Vermeer, E.C., Op zoek naar de identiteit van ‘een moordenaar’: 2 (1972-73) 31-45. |
Schermer-Vermeer, E.C., Kijken naar aspecten: 6 (1976-77) 469-72. |
Schermer-Vermeer, E.C., De verantwoording van de relatie tussen pseudocleft-zinnen en hun niet-gekloofde pendanten, en de plaats daarvan in de taalbeschrijving: 9 (1979-80) 191-207. |
Schermer-Vermeer, E.C., Gaten om - over - na te denken: 14 (1984-85) 368-74. |
Schermer-Vermeer, E.C., De onthullende status van er in de generatieve grammatica: 15 (1985-86) 65-84. |
Schermer-Vermeer, E.C., Laten als vormer van een nieuwe wijs: 15 (1985-86) 348-58. |
Schmitz, P.F., Bellenblazen in woorden, of zinvolle tekstanalyse?: 10 (1980-81) 542-47. |
Schnelle, Helmut en Peter Hellwig, Semantiek in het woordenboek - Heranalyse van woorden-boekdefinities: 20 (1991) 347-59. |
Scholten, Tineke zie Haan, Ger de |
Scholz-Heerspink, Myra, Vondel's Gijsbreght van Aemstel as Emblematic an Figural Drama: 4 (1974-75) 570-81. |
Schouten, D.C.A.J. zie Bremer, J.M. |
Schultink, H., Nederlandse affixen en hun boundaries: 6 (1976-77) 472-76. |
Schultink, H., Reacties op ‘stress clash’. De accentuering van samenstellende afleidingen, afleidingen van composita, en composita in het Nederlands. Een eerste terreinverkenning: 8 (1978-79) 195-208. |
Schultink, H., Een eeuw Nederlandse morfologie. De ontwikkelingsgang van een discipline: 23 (1994) 45-77. |
Schultink, H., Twee Nederlandse introducties in de morfologie: 24 (1995) 217-28. |
Schutter, G. de, De ‘Brabantse sandhi’-regel opnieuw bekeken: 22 (1993) 65-73. |
Schutter, G. de, De spelling van het Nederlands: tussen chaos en regelgeving: 23 (1994) 269-78. |
Schuur, A.J., Wat moet ik voor mijn neus betalen? Over twee achttiende-eeuwse ‘neusboekjes’: 8 (1978-79) 104-18. |
Schuurs, U. zie Dirksen, A. |
| |
| |
Seegers, G. zie Verdaasdonk, H. |
Segers, Rien T., Haalt de receptie-esthetica 1984?: 9 (1979-80) 287-303. |
Segers, Rien T., Receptiesociologie, een spierinkje om kabeljauwen mee te vangen?: 10 (1980-81) 548-53. |
Segers, Rien T., Op zoek naar een nieuwe vorm van literatuuronderwijs, de horizontale meyhode: 13 (1983-84) 256-65. |
Segers, Rien T., Wie is bang voor Virginia Woolf? Synchronie en diachronie in de literatuurgeschiedschrijving: 16 (1986-87) 41-53. |
Selm, B. van, Nogmaals notities bij Vondels Hierusalem verlost: 3 (1973-74) 53-54. |
Selm, B. van, Hooftiana in veilingcatalogi: 14 (1984-85) 115-24. |
Seuren, Pieter A.M., Sociolinguistische overpeinzingen bij een penguin: 2 (1972-73) 125-46. |
Sierman, Barbara, De doorluchtige comedianten en hun manager: 8 (1978-79) 119-127. |
Slootweg, A.M. zie Langeweg, S.J. |
Smedt, Marcel de, De problematiek van de teksteditie in internationaal perspectief: 19 (1990) 297-314. |
Smith, N.S.H., The phenomenon of D-deletion in standard Dutch: 2 (1972-73) 421-37. |
Smith, Norval S.H., Vowel Harmony in two languages of Surinam: 4 (1974-75) 315-20. |
Smith, Norval S.H., In support of D-deletion: 5 (1975-76) 17-22. |
Smith, Simon, Intertekstualiteit in opmars: 24 (1995) 32-54. |
Smits, R. en J. Vat, Met jouw tanden in mijn bek, een onderzoek naar met-constructies: 14 (1984-85) 445-70. |
Smits-Veldt, Mieke B., Samuel Costers Teeuwis de Boer, ‘vol soeticheyt van sin en woorden’: 5 (1975-76) 668-711. |
Smits-Veldt, Mieke B., Vondels Vredewensch aen Constantyn Huigens (1633) als bijdrage tot een aktuele diskussie: 7 (1977-78) 217-45. |
Smits-Veldt, M.B., De opening van de ‘Neerlandtsche Academia De Byecorf’. Melpomene presenteert Gijsbrecht van Hogendorps Orangien-tragedie: 12 (1982-83) 199-214. |
Smits-Veldt, Mieke B., Bredero en Timanthes: 14 (1984-85) 288-94. |
Smits-Veldt, Mieke B., Vondels Gysbrecht van Aemstel onder de loep. Twee gevallen van tekstinterpretatie: 17 (1987-88) 381-96. |
Smits-Veldt, Mieke B., ‘Waer in ons daden, boven de Romeynsche zijn te prijsen’. Rederijkers dragen bij aan het Hollands zelfbewustzijn, Rotterdam 1598: 21 (1992) 83-100. |
Smits-Veldt, Mieke B., Renaissance en Verlichting in Spektator: 24 (1995) 265-71. |
Snow, Catherine zie Besten, Hans den |
Spies, Marijke, De krisis in de historische neerlandistiek: 3 (1973-74) 493-512. |
Spies, Marijke, Het epos in de 17e eeuw in Nederland, een literatuurhistorisch probleem: 7 (1977-78) 379-411, 562-94. |
Spies, Marijke, Vondel tussen Van Mander, Heinsius en Hooft: 17 (1987-88) 28-42. |
Steehouder, Michaël en Carel Jansen, Hulp aan schrijvers van instructieve voorlichtingsteksten: 16 (1986-87) 327-39. |
Steenwijk, K. van, De ijzeren pijnappelklier. Een interpretatie van W.F. Hermans' Manuscript in een kliniek gevonden als metafoor: 22 (1993) 275-89. |
Steinmetz, Horst, Waarom geeft lezen plezier?: 13 (1983-84) 225-32. |
Steinmetz, Horst, Historische en literairhistorische verandering tussen struktuur en evenement: 16 (1986-87) 67-79. |
Sterkenburg, P. van, Groot woordenboek van hedendaags Nederlands en Grote Van Dale, een eerste vergelijking: 14 (1984-85) 135-52. |
Stolk, Gert, Lotti Fuehrscheim en Ludwig Wittgenstein: 3 (1973-74) 554-73. |
Stouten, Hanna, Het dagboek van Jacob van Loo, een verkenning I: 5 (1975-76) 712-24. |
Stouten, Hanna, Het dagboek van Jacob van Loo, een verkenning II: 6 (1976-77) 97-108. |
Straten, Roel van, De oorsprong van Pers' Bellerophon van 1614: 13 (1983-84) 324-33. |
Streekstra, N.F., Een nieuwe inleiding in de transformationele taalkunde. Bespreking van H.J. Verkuyl e.a., Transformationele taalkunde. Utrecht 1974: 5 (1975-76) 450-65. |
Streng, Toos, Gekweld door de kopieerlust. De kunstopvatting van J.A. Alberdingk Thijm en J.W. Cramer, 1842-1850: 19 (1990) 145-59. |
| |
| |
Strengholt, L., Hoofts verzen voor Christina van Erp (1609-1610): 11 (1981-82) 3-14. |
Stroop, Jan, Metathesis van s en p: 11 (1981-82) 224-48. |
Stroop, Jan, Polariserende regels: 13 (1983-84) 346-60. |
Stuiveling, Garmt, Bij een naderend afscheid: 1 (1971-72) 383-84. |
Stumpel, Bob, De bedrieglijke praktijken van meester Joachim Hubrechtsz. van Bieselingen. Populaire medische vakliteratuur uit de 16e eeuw: 9 (1979-80) 54-74. |
Sturm, A.N. en T. Pollmann, Is S een X in de bar-notatie?: 6 (1976-77) 476-78. |
Stutterheim, C.F.P., Driemaal een bosje bloemen in een zijden band. Palmerijn, Stommen Ridder, Groot Lied-boeck: 14 (1984-85) 242-50. |
Suurmond, Georges en Leo Ross, Twee visies op de dichter Remco Campert: 1 (1971-72) 60-73. |
Taeldeman, Johan, ‘De soep is wel eetbaar maar niet etelijk’. Over deverbatieven op -(e)lijk in de Vlaamse dialekten en het A.N.: 15 (1985-86) 94-103. |
Taeldeman, Johan, Nederlandse deverbatieven op -(e)ling, een geval van tematische motivering: 17 (1987-88) 17-27. |
Tellegen-Van Delft, S.B., Wanneer pakt een kind een boek? Tussentijds verslag van een onderzoek: 11 (1981-82) 108-22. |
Toorn, M.C. van den, Pas is niet al: 6 (1976-77) 479-81. |
Toorn, M.C. van den, Van godevolen tot computergestuurd: 13 (1983-84) 405-16. |
Toorn, M.C. van den zie Klein, M. |
Treffers, Jeanine zie Klootwijk, Ankie |
Trommelen, Mieke, Nederlandse schwa, zijn vorm, zijn gedrag, en zijn rol in het rijm: 11 (1981-82) 302-14. |
Trommelen, Mieke zie Backhuys, Kees-Jan |
Trommelen, Mieke zie Kager, René |
Trommelen, Mieke en Wim Zonneveld, Klemtoonaantrekking bestaat niet: 19 (1990) 265-93. |
Uden, Erik van, Hoera er is niets. Een interpretatie van Luceberts ‘haar lichaam heeft een typograaf’: 11 (1981-82) 471-79. |
Vandevoorde, Hans, Een duur geheim. Mythe, 22 (1993), realisme en allegorie in Gorters Mei: 22 (1993) 223-37. |
Vat, J. zie Smits, R. |
Veenstra, F., Twee Venussen en twee amores: 1 (1971-72) 464-72. |
Veenstra, F., Enkele aantekeningen bij de edities van de Griane I: 2 (1972-73) 225-42. |
Veenstra, F., Enkele aantekeningen bij de edities van de Griane II: 2 (1972-73) 333-48. |
Veenstra, F., Dromen zonder Freud: 4 (1974-75) 582-616. |
Velde, Bob van de, Neerlandistiek en planning: 1 (1971-72) 352-66. |
Velde, Bob van de, Een projekt voor een bibliografisch onderontwikkeld gebied: 1 (1971-72) 510-25. |
Verdaasdonk, H., Kwaliteitshiërarchiën in boeken ten behoeve van het onderwijs in de Nederlandse literatuur: 13 (1983-84) 233-55. |
Verdaasdonk, H. en C.J. van Rees, De lektuur van literaire teksten en de analyse van literaire teksten: 6 (1976-77) 204-23. |
Verdaasdonk, H. en G. Seegers, Keuzes zonder voorkeur: 18 (1988-89) 387-92. |
Verdaasdonk, Hugo, Analyciteit en rhetorika: 1 (1971-72) 142-59. |
Verhagen, Arie, Fokusbepalingen en grammatikale theorie: 8 (1978-79) 372-402. |
Verhagen, Arie, Koncepties in het grammatica-onderzoek. N.a.v. Ger J. de Haan, Conditions on Rules. The proper balance between syntax and semantics. Dordrecht 1979: 10 (1980-81) 340-68. |
Verhagen, Arie zie Kirsner, Robert S. |
Verhoeff, Han, Kan psychoanalyse eigenlijk nog wel in literatuurwetenschap?: 10 (1980-81) 554-59. |
Verhoeven, G. zie Assink, E.M.H. |
Verhoeven, Gerard, Onregelmatigheid van klankveranderingen, als gevolg van lexicale geleidelijkheid: 4 (1974-75) 29-41. |
Verkruysse, P.J., Over diplomatisch editeren van handschriften en het gebruik daarbij van diacritische tekens: 3 (1973-74) 325-46. |
| |
| |
Verkuyl, H.J., Een interpretatieve beschrijving van aspecten: 4 (1974-75) 190-230. |
Verkuyl, H.J., Het performatieve van: 6 (1976-77) 481-83. |
Verkuyl, H.J., Prominentie, functionele hiërarchie en de uniforme Drie-Niveauhypothese: 8 (1978-79) 403-414. |
Verkuyl, H.J. zie Kerstens, J.G. |
Vermeulen, Y.G., Een schoon historie. De presentatie van Nederlandstalige literatuur 1477-1540, de titelpagina: 12 (1982-83) 249-69. |
Verschuren, Harry, Receptie-onderzoek, leerdoeldiscussie en literatuuronderwijs. Ter illustratie de ontwikkeling van het begrip humor in de literatuur van de vroege 18e eeuw: 13 (1983-84) 281-94. |
Vet, J.J.V.M. de, Smits Kalliope voortgezet. Het Nederlandse epos uit de 18e eeuw in kaart: 15 (1985-86) 201-13. |
Vet, J.J.V.M. de zie Beijer, C.H.M. |
Vet, J.P., Aspekten, een kwestie van tijd: 6 (1976-77) 137-55. |
Vis, G.J., Denken en doen. Poëticale poëzie van W. Bilderdijk en J. Kinker: 17 (1987-88) 105-28. |
Vis, G.J., Van harmonie en tongval, prosodiestudie in de negentiende eeuw: 21 (1992) 101-15. |
Vis, George, Bleke zorgen in een luie stoel: 1 (1971-72) 193-97. |
Vis, George, Een lied over uitzuigers: 1 (1971-72) 526-38. |
Visch, Ellis zie Kager, René |
Vlier, Everdien van der zie Bol, Gerard |
Vliet, H.T.M. van, Leesedities en wetenschappelijke tekstuitgaven, een valse tegenstelling: 19 (1990) 315-31. |
Vogel, Marianne, Mythische literatuurwetenschap. Schrijfsters tussen 1945-1960 en de literaire canon: 22 (1993) 260-74. |
Vonderen, José van, Romansupplementen, een onontgonnen gebied van de productieve receptie: 11 (1981-82) 193-211. |
Voskuilen, W., Droomlot: 1 (1971-72) 223-28. |
Voskuilen, Wouter, Na de dood van Wilfred Smit: 2 (1972-73) 246-48. |
Voskuilen, Wouter zie Hamans, Camiel |
Vriend, G. de, Rationele interpretatie. Het TeS-WeS model van Petöfi en Rieser: 6 (1976-77) 224-37. |
Vriend, G. de, De (leerling)lezer centraal, maar hoe?: 10 (1980-81) 560-65. |
Vriend, G. de, De fictie van fictionaliteit. Een proeve van grondslagenonderzoek: 15 (1985-86) 85-93. |
Vriend, G. de, Verwachtingen van lezers en onderzoekers: 15 (1985-86) 463-71. |
Vriend, G. de, Een exclusieve kinderwereld in de jeugdliteratuur: 18 (1988-89) 393-95. |
Vriend, G. de en Ch. Engeler, Lucebert en zijn lezers. Over de receptie van Lucebert in interpretaties: 15 (1985-86) 315-29. |
Vries, Anne de, Hieronymus van Alphen en de kinderen van zijn tijd: 11 (1981-82) 142-70. |
Vries, J.W. de, Opvattingen over het A.B.N.: 9 (1979-80) 222-30. |
Vries, J.W. de zie Heuven, V.J. van |
Vries, R.D. de, Multatuli, schrijver tegen wil en dank: 17 (1987-88) 99-104. |
Vriesema, Paul, Over spotters, schelmen en een nonnenklooster. Aantekeningen bij enkele teruggevonden volksboeken: 9 (1979-80) 517-36. |
Waerden, Kees van der, De figuur van de cockijn in het abel spel Vanden Winter ende vanden Somer: 15 (1985-86) 268-77. |
Warnar, Geert, Het Nuttelijc boec en het Hollandse hof. Over het ontstaansmilieu van een laatmiddeleeuwse prekenbundel: 18 (1988-89) 290-304. |
Weber, Jeroen zie Zuidema, Johan |
Weerman, Fred, Over enkele verschillen tussen Mnl en Nnl: 14 (1984-85) 374-80. |
Weide, Jack van der, Mors subita met schreeuw. Over Willem Brakman en Francis Bacon: 20 (1991) 187-96, 377-80. |
Werkgroep doctoraal studenten Moderne Letterkunde, Literatuuropvattingen van feministische auteurs en critici, een tussentijdse balans: 7 (1977-78) 513-27. |
Wezel, René, Fons amoris, een nog niet bestudeerde emblematische bron: 19 (1990) 160-70. |
| |
| |
Wiers, E.L. zie Kooij, J.G. |
Wiers, Evelyn, Kleins ‘Appositionele constructies’: 8 (1978-79) 62-80. |
Willemsen, F.W., Mariken van Nieumeghen: 2 (1972-73) 348-59. |
Willemsen, Mariëtte zie Kirsner, Robert S. |
Wilmink, Willem, Bij een gedicht van Piet Paaltjens: 1 (1971-72) 119-24. |
Winden-De Ley, Jos van, Van Eeden in sociale zaken: 8 (1978-79) 259-78. |
Wiskerke, Evert, Visies op de katholieke Vondel 1780-1850: 17 (1987-88) 447-56. |
Wiskerke, Evert, Twee katholieke Vondelianen uit het begin van de negentiende eeuw, F.J. Hoppenbrouwers en J.M. Schrant: 18 (1988-89) 203-10. |
Wolfs, Rob, Lidewyde, een kwadratuur van de cirkel: 14 (1984-85) 412-27. |
Wolfs, Rob, Sara Burgerhart, een mozaïekspel zonder perspektieven?: 15 (1985-86) 359-72. |
Wouden, Ton van der zie Heylen, Dirk |
Wijma, Marleen, Leeservaringen van 10-tot 12-jarigen. Resultaten van vijf jaar werken met een kinderjury in het licht van de receptie-esthetica: 11 (1981-82) 123-41. |
Wijngaards, N., De wijsgerige verhandeling over de schouwburg (1775), pleidooi voor een vernieuwd, modern toneel door Cornelius van Engelen: 6 (1976-77) 74-96. |
Zaalberg, C.A., 't Vrolijck hof van weelden. De schilderijen in Moortje vs. 1659 en 1667-68: 14 (1984-85) 251-53. |
Zemel, R.M.T., De hoofse wereld van de Beatrijs: 12 (1982-83) 345-76. |
Zemel, R.M.T., Het vergeten vergrijp van Galiene: 18 (1988-89) 262-82. |
Zemel, R.M.T., Ene behagele coninginne. Over de heldin van de Ferguut en haar voorgangsters 22 (1993) 181-97. |
Zondervan, Fritz, Eindbeoordeling en feedback in het leerproces van produktief-schriftelijke taalbeheersing: 3 (1973-74) 296-301. |
Zondervan, Fritz zie Caldenborgh, Piet van |
Zondervan, Fritz en Piet van Caldenborgh, Taalbeheersing is communicatiewetenschap: 1 (1971-72) 177-86. |
Zondervan, Fritz en Piet van Caldenborgh, Leesbaarheidsformules, constructie en betrouwbaarheid (1): 1 (1971-72) 341-51. |
Zonneveld, Ron van zie Heijloo, Marijke |
Zonneveld, Ron van zie Hoeksema, Jack |
Zonneveld, Wim, A reanalysis of D-deletion in Dutch: 4 (1974-75) 231-39. |
Zonneveld, Wim, Nope 2, D-deletion as Peyton Place: 6 (1976-77) 27-35. |
Zonneveld, Wim, The descriptive power of the Dutch theme-vowel: 11 (1981-82) 342-65. |
Zonneveld, Wim, De morfologie van de mens, het hoofd: 14 (1984-85) 380-85. |
Zonneveld, Wim, 700 jaar Nederlandse klemtoon (en weinig veranderd): 22 (1993) 198-222. |
Zonneveld, Wim zie Backhuys, Kees-Jan |
Zonneveld, Wim zie Berendsen, Egon |
Zonneveld, Wim zie Trommelen, Mieke |
Zuidema, Johan zie Neijt, Anneke |
Zuidema, Johan, Anneke Neijt en Jeroen Weber, Hiërarchieën op de knieën: 23 (1994) 137-63. |
Zuiderent, Ad, Lucebert in het Duits: 5 (1975-76) 81-98. |
Zwart, Jan-Wouter, Zinsstructuur en Woordvolgorde in de Syntaxis van het Nederlands: 24 (1995) 120-129. |
Zwart, Jan Wouter zie Hoekstra, Eric |
Zweden, J. van, De dromen van Frits Egters: 5 (1975-76) 342-63. |
|
|