Spektator. Jaargang 24
(1995)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 263]
| |
De negentiende eeuw (1800-1880) in Spektator
| |
[pagina 264]
| |
Mathijsen laat voor het eerst zien welke gevolgen negentiende-eeuwse technische vernieuwingen in de boekdrukkunst voor de tekstoverdracht hadden. In de discussie over brievenedities (18, 5 en 19, 3) tussen Hooykaas en Mathijsen, beide editeurs van negentiende-eeuwse brieven, botsen de tegengestelde belangen van geschied- en letterkundigen. De intertextuele benadering vindt men terug bij Elsa Folkers-Loosjes in een studie van Toussaints ‘De Hertog van Alba in Spanje’ (9, 1). In dit kader past ook Diana van Dijks onderzoek naar de invloed van Robert Burns in Nederland (13, 1). Een buitenbeentje vormt Rob Wolfs met zijn voorstel tot een dekonstruktieve lezing van Busken Huets Lidewyde. Eigenlijk levert hij de enige tekstanalyse in 24 jaar (14, 6), als men de korte interpretatie van een jeugdwerk van Multatuli door R.D. de Vries niet meetelt (17, 2). Een vorm van meta-onderzoek werd toegepast door de onlangs gepromoveerde Evert Wiskerke in twee artikelen over de literatuurgeschiedschrijving van de zeventiende eeuw in de negentiende eeuw (17, 5 en 18, 3). G.J. Vis publiceerde één van zijn reeks artikelen over de geschiedenis van de beoefening van de neerlandistiek in de negentiende eeuw (in dit geval over de prosodiestudie) in Spektator (21, 2). Een fiks artikel over begripsgeschiedenis komt in Spektator niet voor. Een losse aanzet over nationalisme geeft W. van den Berg in een squib (18, 5). De literair-theoretische bijdragen in Spektator zijn steeds van grote waarde geweest voor het vak, en hebben ook in het denken over de studie van de negentiende eeuw doorgewerkt. Dat geldt voor een beknopte begripstheoretische afbakening als die van Maarten van Buuren, ‘Grenzen aan het realisme-begrip’ (10, 6), waarin een deel over het negentiende-eeuwse realisme. Ook het themanummer over literatuur en geschiedenis heeft invloed gehad op negentiende-eeuwse studies (16, 1). Twee historici poogden daarna nogmaals de waarde van literatuur voor geschiedenis te bepalen. Van den Braembussche schreef in een volgend nummer over ‘Literatuur, mentaliteit en ideologie’ en F. Ankersmit constateert een chiastische verhouding tussen literatuur en geschiedenis (beide in 16, 2). In de voorlaatste jaargang van Spektator wordt een poging gedaan twee literatuurbenaderingen te verenigen. De bestudering van het literaire veld zou gecombineerd kunnen worden met het moderne poëtica-onderzoek (23, 2). Vooral de laatste bestuderingsmethode is in Spektator toegepast. G.J. Vis onderzocht poëticale poëzie van Bilderdijk en Kinker (17, 2). Toos Streng schreef over de kunstopvatting van Alberdingk Thijm en Cramer (19, 2). Onderzoek van het literaire veld, bij voorbeeld van genootschappen, bibliotheken, onderwijs, uitgeverijen, is vrijwel niet verschenen in Spektator.
Al met al blijft de conclusie dat de opbloei van de studie van de negentiende eeuw niet in Spektator heeft plaats gevonden. De specialisten op dit gebied, van Amsterdam of elders, hebben slechts weinig bijgedragen aan het blad. Van de Amsterdamse negentiende-eeuwers staat Wim van den Berg slechts met een | |
[pagina 265]
| |
kort algemeen artikel en een squib genoteerd, Marita Mathijsen slechts met artikelen over teksteditie, Bernt Luger heeft alleen recensies geleverd, George Vis, Toos Streng en Evert Wiskerke ieder twee artikelen. Ontbreken enige promovendi en post-doc's zoals Lisa Kuitert en Gert-Jan Johannes. Beoefenaars van de negentiende-eeuwkunde van buiten Amsterdam, zoals Peter van Zonneveld, Nop Maas, Olf Praamstra, Berry Dongelmans, Joke van der Wiel, Joost KloekGa naar eind2 en Eep Francken zijn geheel afwezig. In de beginjaren van Spektator was het al niet anders, ook al was er toen nog een oudere generatie hoogleraren elders actief, bij voorbeeld Margaretha Schenkeveld, A.L. Sötemann, J. Kamerbeek, J. Brandt Corstius en G. Stuiveling. Spektator en de negentiende eeuw: het is slechts een vluchtig contact geweest. |