Herkenning van het onbekende; een literaire quiz
G.J. Dorleijn
Een citaat
M., letterkundige te G., was jarig en kreeg een boek. Voorin stond een opdracht: ‘Dit is het verst gegevene van u: / dat ik mij voel verevenen met u.’ Dat moet een citaat zijn, dacht M. maar van wie? Hij bladerde voor het slapen gaan nog even in de Verzamelde gedichten van Leopold, maar kon het regelpaar zo gauw niet vinden. De volgende dag kwam hij zijn collega D. tegen, die redelijk in Leopold thuis heette. D. meende echter vrij zeker te weten dat het fragment niet van de dichter die Cheops schreef stamde, hoewel hij moest toegeven dat de regels oppervlakkig bezien wel iets Leopoldachtigs hadden. Van wie was het citaat dan wel? Boutens of A. Roland Holst waarschijnlijk niet, Slauerhoff was vrijwel uitgesloten - nee, D. kende de regels niet. Zou het niet van de vroege Achterberg zijn, opperde hij toen, uit een van de eerste bundels? Verdraaid, zei M., dat zou best wel eens kunnen. Hij haastte zich naar de bibliotheek, sloeg Achterberg op, keek in het register en vond direct ‘Dit is het verst gegevene van u’, de beginregel van ‘To be or not to be’ uit Achterbergs (officiële) tweede bundel Eiland der ziel van 1939. Vervolgens kon M. de gulle gevers hartelijk danken voor het cadeau: ‘ik was zeer getroffen door de mooie, ik denk tè mooie, opdracht met die regels van Achterberg.’
Wat is hier gebeurd? Twee personen worden geconfronteerd met een tekstfragment dat ze nog niet eerder hebben gezien. Ze proberen het thuis te brengen en slagen daar in. M. komt wel niet op Achterberg, maar hij zoekt direct in de goede richting: het is poëzie, uit Nederland, eerste helft van deze eeuw, met een zeker verheven, ‘poëtisch’ karakter (M. zoekt niet bij Dèr Mouw of Van Ostaijen, en zelfs niet bij Nijhoff). D. weet zelfs, na enige aarzeling, de juiste auteur te noemen.
Dit voorbeeld uit de praktijk illustreert een wonderlijk probleem. Hoe is het mogelijk dat een lezer een niet eerder door hem gelezen tekst kan toeschrijven aan de auteur? Hoe kan hij een onbekende tekst herkennen? Een tekst draagt kennelijk auteurspecifieke kenmerken (idiolect) en een lezer heeft het vermogen dit idiolect te herkennen: hij kent de regels van het idiolect. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om idiolectherkenning en niet om tekstherkenning (het herkennen van een eerder gelezen tekst - dit zou gebeurd zijn als M. de Achterbergspecialist F. had geraadpleegd). De herkenning van het onbekende wordt natuurlijk niet alleen gepractiseerd bij literaire teksten: ook in de muziek en de beeldende kunst werkt het mechanisme. Om het bij de muziek te houden: de oprechte amateur is in staat een nooit eerder gehoord muziekstuk aan de juiste componist toe te