naties) worden nu eens wel, dan weer niet aangegeven en als ze gezet worden is dat volmaakt systeemloos. Vaak wordt het onderscheid tussen de korte en de lange e (e vs ) niet gemaakt en worden diakritische tekens niet gezet, waardoor z en ž, s en s̆ samenvallen.
Vrijwel alle werkwoordsvormen, of ze nu in de eerste (raukiù (i.v. ruig)) of derde persoon (máuja (i.v. mouw)) ev. pres. ind., dan wel in de infinitief worden aangehaald, zijn steevast met een infinitief vertaald.
a. Een paar van de vele tientallen voorbeelden: (spannen) spéndzu ‘valstrikken spannen’ lees: spéndžiu ‘ik...’ enz.
(vragen) praszau ‘verzoeken’ lees: prašaū ‘ik verzoek’
(ra) rekles, lees: rklės of ríekls
(egel) ežus, lees: ežỹs
(ijf) jëwa, lees: (j)ievà
(grijpen) grebiù, lees: grbiu indien de vorm is bedoeld, maar dit betekent ‘ik hark’, dan wel griebù als de betekenis is bedoeld: ‘ik grijp’
(kraag) gurkli, lees: gurklỹs
(kudde), gutas, cf. guta in de vorige druk. lees: guõtas of guotà
(los) lūszis, lees lušis ‘los’, lušìs betekent ‘spie’ (bederven) dírbù, lees: dirbu.
b. Enige kritische opmerkingen:
(1) (bui) bûrys, lees: būrỹs, dat ‘menigte’ betekent en in de verbinding lietaũs burỹs ‘massa regen’ = regenbui. Het woord heeft zelf dus weinig met bui van doen.
(2) (merg) opr. muzgeno, lees: musgeno; er staat (Voc. 74) mulgeno waarvan de l is verschreven voor oorspr. lange s.
(3) (smoken) lit. smáugti betekent ‘wurgen’; de toevoeging ‘door rook’ is blijkbaar allen gebeurd om verband met smoken mogelijk te maken.
(4) (spijker) lit. speigliai, waarom meervoud? lit. speiglỹs betekent ook ‘stoppel, stekel’. Fraenkel. LiEW verbindt het niet met spijker, maar met lets spaiglis ‘kreeftenspies’.
4. Het Slavisch ondergaat helaas hetzelfde lot als het Baltisch.
a. De zgn. jus bol'šoj (= oorspr. genasaleerde
o < PIE
n, m, ǒn, ǒm) wordt nu eens op de Poolse manier door
, dan weer op de thans gebruikelijke wijze met
weergegeven. Ter verwarring wordt de nasaal-haak in beide gevallen vaak niet geschreven. Daar werkwoorden in de le p. sing. pres. ind. worden aangehaald, die de genoemde uitgang heeft, verschijnen deze dus in vier varianten. Om de chaos compleet te maken worden ze vaak met een infinitief vertaald.
(mogen)
mog ‘kunnen’:
+ verkeerde vertaling.
(spoed) speja ‘succes hebben’: a + verkeerde vertaling.
(spinnen)
pĭn ‘spannen’:
+ verkeerde vertaling.
(melken)
mlŭz ‘ik melk’:
+ goede vertaling.
De meest voor de hand liggende vorm,
+ goede vertaling, heb ik niet aangetroffen!
b. Een typografisch probleem is de weergave van de zgn. jers, (russ. twjordyj resp. mjagkij znak). Als men niet over de originele tekens beschikt, geeft men ze veelal weer als u resp. i met een boogje erboven. Dit boogje nu is vaak weggelaten. waardoor oksl. u < PIE ou, russ. u < slav. an, am en ŭ < PIE u, o in de tekst zijn samengevallen. Hetzelfde geldt m.m. voor i en ĭ.
Dit leidt tot grote verwarring:
(kraken) grochotu, ziet er nu als een dat. uit, terwijl de nom. grochotŭ bedoeld is; (dochter) dušti lees: dûŝti; (rogge) ruži lees: rŭžǐ.
c. Deze mjagkij znak geeft in mod. russ. een palatale uitspraak van de voorgaande klank aan; in transscriptie een j of een apostrof achter de palataal te realiseren klank. In dit boek is deze etymologische, orthografische en fonische aanduiding weggelaten: (sabel) sobol, (pierewaaien) pirowat.
d. Erg ongelukkig is de door DeT gebruikte aanduiding oslav. Daarmee labelt hij de vormen uit de oudere perioden van alle slav. talen, behalve die van het Bulgaars, waarvoor hij de term Oudbulgaars (obulg.) reserveert. Daarnaast gebruikt hij nog de term Kerkslavisch (ksl.) die gebruikt lijkt voor kerkslavische teksten behalve de Bulgaarse, maar die vaak dezelfde inhoud heeft als oslav. Dit leidt tot ontsporingen als: (snaar) snucha dat in het obulg. niet is overgeleverd, zoals DeT meent, maar wel in het oruss. en scrvisch kerkslavisch; (melken) mlŭz, lees: mlŭz, geen obulg. wel russisch ksl.; daarnaast (gruwen) grŭdŭ dat weliswaar oslav. is maar ook obulg. en (haai) skŭ ‘tak’, lees: skŭ, dat obulg. met de betekenis ‘spaander’ voorkomt; of het woord chomestorŭ, dat bij DeT russ. heet, terwijl het woord ‘hamster’ russ. chomjak luidt; wel is russ. kslav. chomestorŭ overgeleverd.
e. enige andere kritische opmerkingen:
(1) (bolsjewiek) russ. bolšewîk (waarom geen mouilleringsteken achter de l en waarom wel een lengteteken boven de i?) betekent niet ‘meerderheid(spartij)’ maar ‘aanhanger van de meerderheidspartij’.
(2) (deur) obulg. dvorŭ betekent ‘hof’, obulg.