Spektator. Jaargang 13
(1983-1984)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |||||||
De taalkundige als methodoloog
| |||||||
[pagina 204]
| |||||||
Onze kritiek was gericht op die punten waar Botha o.i. onjuiste of tegenstrijdige spelregels geeft: zijn empiristische wetenschapsvisie, zijn eclecticisme betreffende wetenschapstheoretische opvattingen en zijn orthodox-Chomskyaanse reconstructie van het generatieve taalonderzoek. In Botha's reactie op OGGT vormen deze onderwerpen resp. de punten 1-3, punt 4, en de punten 5-7. Met name uit de punten 4-7 blijkt hoe sterk zijn visie op methodologische reconstructie van de onze verschilt. Daarom gaan we daar eerst op in. Vervolgens staan we nog even kort stil bij de punten 1-3.
Ons verwijt van eclecticisme (punt 4) was uitsluitend gericht tegen de daaruit voortvloeiende inconsistenties. Dat Botha uit verschillende wetenschapstheoretische bronnen heeft geput, of heeft moeten putten, zoals hij in zijn verdediging uitvoerig uiteenzet, is voor ons onbelangrijk. Het enige interessante voor een methodologisch handboek is de houdbaarheid van de gehanteerde wetenschapstheorie, ongeacht zijn herkomst, uit één methodologisch handboek kant en klaar overgenomen, zelf bedacht, of uit talrijke bronnen gecompileerd. Ons punt was dat Botha's eclecticisme tot ernstige inconsistenties leidt, met name tussen een empiristisch-atomistisch en een meer holistisch wetenschapsbeeld, zoals we in paragraaf 3 van OGGT uiteenzetten. Botha heeft dit punt kennelijk gemist, en denkt ten onrechte als we in paragraaf 5 die inconsistentie nogmaals noemen, dat de daarop volgende alinea's daarvoor de argumenten moeten bevatten; deze gaan echter over een heel ander punt. Geheel in één lijn met het vorige punt leidt Botha's descriptivisme bij punt 5 tot een uitvoerige opsomming van wetenschapstheoretische literatuur waaruit moet blijken dat theoretische intuïties daarin wel degelijk een rol spelen. Nog afgezien van het feit dat de opsomming dit helemaal niet aantoont - hij heeft betrekking op intuïties in het algemeen, en niet op de voor het generatieve taalonderzoek zo specifieke theoretische intuïties -, gaat het ons daar helemaal niet om. Botha lokaliseert de kritiek die besloten ligt in de vraag ‘Over wat voor vreemde kennisbron gaat het hier, die verder nergens in de algemene wetenschapsleer voorkomt, en die je je blijkbaar eigen kan maken door geruime tijd als taalkundige werkzaam te zijn?’ (OGGT blz. 535) uitsluitend in de bijzin ‘die verder nergens in de algemene wetenschapsleer voorkomt’. Maar ook al zou zijn opsomming wel terzake zijn, dan zouden we alleen deze bijzin inslikken! Ons wantrouwen jegens de houdbaarheid van het concept ‘theoretische intuïties’ zoals dat in de generatieve taalkunde functioneert, zou onverminderd blijven voortbestaanGa naar eind1. Botha's punten 6 en 7 illustreren voor de methodologie van de taalkunde wat hiervoor al op algemeen-methodologische punten duidelijk werd: Botha denkt een methodologische analyse te kunnen geven zonder enig eigen standpunt of evaluerend moment. In paragraaf 5 van OGGT tonen wij al aan hoe weinig waarheidsgetrouw dit zelfbeeld is. Op tal van punten reconstrueert Botha de TGG met behulp van noties die bij het generatieve taalkundig onderzoek zelf geen rol spelen, en problematiseert hij deze onderzoekspraktijk ook. Toch verschuilt hij zich nu achter Chomsky op de punten waar wij vinden dat IGT tekort schiet als reconstructie van die onderzoekspraktijk. Voor ons telt - het zal zo langzamerhand wel duidelijk zijn - alleen de houdbaarheid van de reconstructie. Een aantal keren hebben wij in OGGT als verzachtende omstandigheid gewezen op de ingeburgerdheid, ook in TGG-kringen, van misvattingen die we ook bij Botha tegenkwamen. Dit betekent in onze opinie geenszins dat ‘IGT | |||||||
[pagina 205]
| |||||||
has achieved what it set out to do’. Evenmin als een methodologisch handboek voor mechanica-onderzoek van een inductivistische wetenschapsopvatting moet uitgaan omdat Newton zijn onderzoek in die termen analyseerde, moet een handboek voor generatief taalonderzoek uitgaan van het Chomskyaanse mentalisme omdat Chomsky dit onderzoek in deze termen analyseertGa naar eind2. Wat het problematiseren betreft stelt Botha dat systematische explicatie aan kritiek vooraf moet gaan, en dat een combinatie van beide ook didactisch niet te verdedigen valt. Onze kritiek is echter niet dat IGT naast wat het aan explicatie biedt nog kritiek had moeten leveren. Explicatie is bij uitstek een kritische aangelegenheid. Toen Carnap het begrip ‘explicatie’ introduceerde als essentieel onderdeel van het logisch-positivistische programma stond de kritische functie voorop: via explicatie moesten problematische begrippen van hun problematische kanten ontdaan worden. IGT nu ontdoet het generatieve taalonderzoek o.i. te weinig van zijn problematische kanten en schiet daarom als explicatie tekort. Als dit juist is, dan zal een intelligente lezer op die problemen stuiten en zich door IGT in de steek gelaten voelen: ook didactisch is een kritische, maar houdbare explicatie te verkiezen boven een neutrale, maar gebrekkige.
Ten aanzien van de kwestie empirisme/atomisme-holisme (de punten 1-3) maakt Botha ons het reageren moeilijk door ons met drie onderling niet verenigbare wapens tegelijk te willen bestrijden:
Hoewel de onderlinge strijdigheid van de punten 1-3 Botha's verweer als geheel bij voorbaat al ontkracht, gaan we kort op alledrie de punten in: Ad (i): IGT geeft ‘logically distinct aspects of generative inquiry’. Hoe zeer je ‘aspect’ ook van ‘fase’ onderscheidt, dit betekent dat de verschillende ‘activiteiten’ die samen het onderzoek constitueren, in principe als fasen gerealiseerd kunnen worden. Ons standpunt is dat wetenschappelijk onderzoek niet alleen in de praktijk, maar ook in principe niet uit dergelijke ‘logically distinct aspects’ bestaat. Hooguit fungeren die aspecten bij het bedrijven of bij de presentatie van onderzoek als aandachtspunten. Ook als in de door Botha geciteerde passage op blz. 512 van OGGT in plaats van ‘fase’ ‘aspect’ had gestaan - wat correcter zou zijn geweest - dan was ons kritiekpunt gelijk gebleven, in tegenstelling tot wat Botha suggereert. Het citaat uit IGT (blz. 47), door Botha bedoeld om de lezer ervan te overtuigen hoezeer onze kritiek er de plank misslaat, bevat in feite voor de lezer van OGGT niets nieuws. Het is bijna woordelijk gelijk aan het citaat uit IGT (blz. 79) dat wij op blz. 515 gaven als een van de voorbeelden van holistische Fremdkörper binnen het empiristische IGT- raamwerk. Ook de andere holistische elementen uit IGT die Botha aandraagt bevestigen alleen maar onze analyse: IGT is opgezet vanuit een empiristisch-atomistisch kader dat de hele structuur van het boek bepaalt, maar het bevat, o.a. door het genoemde wetenschaps-theoretische eclecticisme, een aantal elementen van een meer holistische visie die daarmee inconsistent zijn (OGGT paragraaf 3). Ad (ii): Als de OGGT-‘brand of holism generates obscurities’ door de notie ‘maximale generalisatie’ centraal te stellen die inhoudsloos is, dan van tweeën één: óf de notie is inderdaad inhoudsloos, en dan is iedere poging tot nadere | |||||||
[pagina 206]
| |||||||
specificatie tot mislukking gedoemd, òf de notie is niet inhoudsloos (wat voor IGT en voor ons te hopen is) en dan maakt nadere specificatie per onderdeel van het onderzoek de notie per geval concreter en daardoor gemakkelijker te begrijpen, maar voegt aan de centrale inhoud van de notie niets toe. Ons kritiekpunt was, dat de lezer van IGT bepaalde algemene begrippen onthouden worden, die daardoor het verband tussen de specifieke gevallen mistGa naar eind3. Ad (iii): Om ons ervan te overtuigen dat de rol van maximale generalisatie in wetenschappelijk onderzoek een andere is dan we in OGGT suggereren, is een simpele verwijzing naar uitspraken van Chomsky met die strekking niet bepaald voldoende. Doorslaggevend is daarbij niet het feit dat Chomsky's wetenschapstheoretische inzichten bij ons niet erg hoog staan aangeschreven, maar dat argumenten ontbreken.
[Discussie gesloten, Redaktie] |
|