Spektator. Jaargang 8
(1978-1979)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een noot bij een vertoog van Van Effen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien er maar in ons heele land zes hondert Lezers inschrijven willen, voor een dubbeltje per half blad, (dat immers schande koop is) zal ik den Spectator een geruste nacht wenschen, en aanstonds met het vervolg, van myn' doorluchtigen Bato te voorschyn komen. Goed veertien dagen later, te weten op 19 april (vertoog 259), kwam de Spectator op de zaak terug. Zijn voorstel was bij het publiek goed gevallen, zei hij, weshalve hij bij dezen een nadere prospectus van het werk en de voorwaarden van intekening zou brengen. De intekening, bij de boekhandelaars waar de Spectator toen te krijgen was, zou drie weken openstaan; de prijs per ‘stukje’ - een halfvel, de maat van de Spectator, - zou een dubbeltje zijn voor 'de inschrijvers, dog niet minder dan drie stuivers voor de genen die binnen drie weken niet zullen hebben ingetekend (...) ik zou hier wel byvoegen dat 'er geen stukje zal gedrukt worden, boven het getal der intekenaars op straffe van duizend gulden aan de armen te geven, maar dat zijn uitgediende streeken, daar men de luiden niet meer mee foppen kan. Hij kon dat er natuurlijk niet bijvoegen, ook als het geen ‘uitgediende streek’ was, want dan had hij geen prijs moeten noemen voor losse nummers. Hij zou geen geld vooruit vragen, maar pas na levering. Hij zou daarom geen intekenaars aannemen dan lieden die bekend stonden als prompte betalers. Die zouden dan iedere vier maanden voor zestien hele bladen een ducaton moeten dokken, wat nog een stuiver korting betekende! Dat is dus acht halve bladen per maand, globaliter hetzelfde tempo als de Spectator. En inderdaad: 16 × f. 0,20 maakt f. 3,20, terwijl de ducaton toen f. 3.3. - gold. Hij begrootte de omvang van het gehele werk op een deeltje of twaalf wat dan vier jaar zou vergen en in totaal dus twaalf ‘ducatonnetjes’ zou belopen. Hij gaf toe, het was nogal wat, maar het ging op afbetaling, zodat de schrijver er meer weet van zou hebben dan de koper. Het was natuurlijk moeilijk om de omvang van een werk dat de schrijver alleen nog maar in zijn hoofd had, exact te bepalen, maar mocht het werk uitdijen tot dertien of misschien wel veertien delen, dan zouden de inschrijvers het meerdere gratis krijgen. Nou, zeggen we, met de oplettende lezer van 1734: die stuiver korting plus het meerdere gratis kon er wel af, want de Spectator kostte perslot maar anderhalve stuiver ‘het stukje’, en daar zat men niet eens aan de band van de intekeningGa naar eindnoot6. Eerlijkheidshalve: de inschrijvers op de Bato konden iedere drie maanden stoppen, als ze de voorafgaande termijn maar betaalden, maar de auteur had tè hoge dunk van zijn kunnen op dit terrein om zoiets van wie dan ook maar te verwachten. Hij gaat dan zijn werkwijze aanbevelen door hem te vergelijken met die van ‘collegaas’, zoals hij ze dus zelf noemt. Ik moet zeggen dat dat Van Effen zijn zakelijke positie in de Bato-zaak even onduidelijk houdt - voor ons tenminste - als hij in de onderneming-Spectator was. Luidens alle ‘Voorreden’ van de Spectator-edities- 1731-35 die ik ken, werden de ‘blaadjes’ voor rekening en verantwoording van Uitwerf op de markt gebracht, maar zagen de ‘deeltjes’, van ieder 30 vertogen, voor rekening van Van Effen het licht, ‘met toestemming van den uitgeever’. Wat men zich hierbij precies moet voorstellen is mij althans niet zo helder. Een opzet als die Van Effen zich van de Bato spelenderwijs voorstelde, uitgave in eigen beheer dus, is niet helemaal onbekend, en was zeer impopulair bij de boekhandelaars-uitgevers. Van Effen had in 1719 zelf een poging in die richting gedaan met zijn Nouveau jour- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nal historique et politique [...] dat hij samen met Potin, dezelfde die later iets aan Van Effens biografie zou doenGa naar eindnoot7, en ene Janiçon van de grond probeerde te krijgen. De Amsterdamse uitgever du Sauzet, die zelf een ‘journal’ uitgaf, de Nouvelles litéraires, schrijft er over aan Desmaizeaux: het was een blaadje van niks en daarbij ongehoord duur. Zou het in de toekomst beter worden dan zouden ‘nos Libraires’ het ogenblikkelijk nadrukken en voor de helft van de prijs op de markt brengenGa naar eindnoot8. Wangunst van twee kanten: de boekhandelaars gunden de schrijvers blijkbaar niet te veel; de schrijvers waren bang dat de boekhandelaars te snel rijk zouden worden aan hun geesteskinderen. Als Van Effen het heeft over de ‘gewoonte’ van de boekhandelaars om het inschrijfgeld bij de intekening langer vast te houden dan strikt noodzakelijk was, zegt hij dat men daarbij mensen de beurs spekte die het niet zo direct nodig hadden. De gemeenschappelijke basis van dit soort opmerkingen was waarschijnlijk dat ondanks de grote activiteit op het terrein van de boekhandel, schrijvers noch uitgevers in de Nederlanden makkelijk echt rijk werden in hun métiers. Ook Weyerman ‘vaceerde’ zo nu en dan voor de inschrijving op zijn werk, zo voor de Historie des Pausdoms, in het ‘Londensch Coffihuys’ in de Kalverstraat, maar men kon op dat werk ook intekenen bij de gerenommeerde boekhandelGa naar eindnoot9. Waren zijn bemoeienissen concurrentie of, ook de boekhandel niet onwelkome, reclame, iets als het signeren van een boek door de schrijver onder de ogen van de koper bij de Atheneumboekhandel of de Bijenkorf? Hij was perslot iets als een beroemdheid. Liepen niet, toen hij eenmaal vastzat op de Gevangenpoort, zoveel mensen bij hem op dat de cipier zich over de drukte beklaagde?Ga naar eindnoot10 Veel van deze zaken vraagt, eventueel, nader en gedetailleerd onderzoek. Van Effen dan eiste, tegen de gewoonte in, geen geld op voorhand. Collega's, zegt hij, beloofden in zo'n geval weliswaar dat de eerste aflevering dan en dan zou verschijnen, maar belofte maakt in zulke gevallen niet altijd schuld. Er waren altijd wel excuses: 't lag nu eens aan de drukkers die niet vlijtig genoeg waren of ander werk hadden aangenomen, dan weer aan de plaatsnijders. En ondertussen moesten de boekhandelaars het ontvangen geld wel ‘een reisje of twee door hun negotie laten draven om te bezien of het niet met een zoet profijtje weder thuis [zou] komen.’ En die beginvertraging zette natuurlijk door, zeer tot verdriet van de vrome boekhandelaars. Hij betoogt dan dat de boekhandelaars geen werk bij intekening uit zouden moeten brengen waarvan ze de complete tekst niet in hun bezit hadden: vaak werd bij ‘versterven’ of ‘verlopen’ van de oorspronkelijke schrijver de voltooiing aan knoeiers overgedragen. En zijn eigen Bato dan? Ja, maar hij had een vriend wie hij de hele opzet van het werk had toevertrouwd en die, al vóór eventueel verloop of versterf, zo nu en dan een stukje zou bijdragen. Een aardig brokje ironie dat voortgezet werd in vertoog 264 van 7 mei '34 en afgerond in 287 van 26 juli. Maar het is ook wel leuk om in gedachte te houden dat Van Effen zelf de stof voor zijn blijspel Les petits maîtres ontleende aan Le Sages pikereske Gil Blas. Tot zover de vertogen, wat gecomprimeerd en geselecteerd. En dat de ironie van de Spectator ten opzichte van zijn lezers niet helemaal misplaatst was: Verwer meldt dat overdag de jongens van de Latijnse school en in de schemering de lieden van fatsoen zich op de stoep van Uitwerf verdrongen om op die Bato in te tekenenGa naar eindnoot11. Liep het met de praktijken der boekhandelaren nu de vaart die de Spectator suggereert? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veel secondaire literatuur om dit te controleren hebben we niet. Vaderlandse studies hierover ken ik niet en Gaskell, Chavandes, Plant, Koehler, Muehlbrecht, Mumby, Pottinger, Kapp zwijgen over de intekening of spreken er in zeer algemene termen overGa naar eindnoot12. Meer om enig oog te krijgen op Justus als moralisator, dus professionele overdrijver, dan om de geschiedenis van de boekhandel, heeft een kleine groep kandidaten van het Instituut voor Neerlandistiek van de UvA in 1975 een oriënterend onderzoekje ingesteld naar ‘bij intekening’. De groep werd begeleid door ondergetekende. Meer dan een aanloop tot onderzoek van dit facet van de techniek van de boekhandel is het niet en pretendeert het ook niet te zijn. Als noot bij Van Effens essai kan het allicht door de beugel; vandaar dat ik zijn verhaal, dat niet ieder bij de hand heeft, wat uitvoerig heb naverteld. De intekencondities werden gewoonlijk door middel van een prospectus dat de relaties van de uitgever werd toegezonden, bekendgemaakt. Ze zijn vaak, als 18de-eeuwse titelpagina's, zeer uitvoerig en men mag aannemen dat de boekhandelaars ze in de winkel ophingen of aan mogelijk geïnteresseerden ter hand stelden. Onder het vele opgeprikte papier dat de wanden van Warnars boekhandel op de Vijgendam sierde zullen naast aankondigingen van veilingen condities van intekening gehangen hebbenGa naar eindnoot13. Dat zal redelijk gewerkt hebben: boekhandels waren in de 18de en vroege 19de eeuw halve sociëteiten voor de liefhebbers. Er zijn van die prospecti genoeg over om ons een duidelijke indruk te geven van hoe ze er uit zagen. De mooiste collectie is allicht die van de Leeuwarder boekhandelaar Cahais die alles (?) wat hij tussen 1780 en 1837 op dit gebied ontving in heeft laten binden, een collectie die nu in de bibliotheek van De Vereniging berustGa naar eindnoot14. Maar veelal maakte ook de Boekzaal de condities, verkort of in extenso, wereldkundig. En men vindt daar dikwijls meer dan dat. Ook mededelingen betreffende het verdere verloop van de onderneming - berichten omtrent vertraging, kennisgeving van het beschikbaar zijn van het geheel of delen van het werk - treft men er aan, en voor deze gegevens zijn deze tijdschriften, voor zover ik nu weet, de enige min of meer gestaag voortvloeiende bron. In het laatste kwart van de eeuw lijken sommige intekeningsprospecti een aanhangsel aan het corpus van de Boekzaal: iets ander papier, iets andere letter. Men kan allerhande hypothesen opstellen over de betekenis van dit ‘feit’.
De opzet van het onderzoekje was om per vijfjaarlijkse periode, tussen 1700 en 1800, steeds één geval te kiezen waarvan het hele verloop, voor zover openbaar, in de Boekzaal te volgen was; bovendien zou er een exemplaar van het boek voor autopsie voorhanden moeten zijn de UBA of KB. Dit bleek niet altijd haalbaar en soms, gezien het zeer voorlopige kader van dit onderzoek, overbodig. Om te beginnen bleek de omschrijving van ‘een exemplaar van het boek’ niet zo makkelijk te hanteren, omdat een aantal boeken in verschillende uitvoering het licht zag: kwarto, folio, groot folio met of zonder (alle) platen, wit of blauw, op ‘gewoon’ of schrijfpapier, zwitsers of hollands om maar een paar variaties te noemen. Het bleek vaak in de korte looptijd van de werkgroep onmogelijk om alle uitvoeringen op tafel te krijgen en zeker niet op één tafel tegelijk. Aan minimumeisen voldeden ten slotte dertien titels, tussen 1722 en 1789, maar het is wel zeker dat bij meer krachtsinspanning zeer veel meer onderzocht kan worden en dat nagenoeg ieder geval iets curieus zal bevatten.
Men kan zich een aantal redenen en subredenen indenken waarom een uitgever een boek bij intekening op de markt bracht. Aan de ene kant een eenvoudig markton- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
derzoek, aan de andere - Van Effens hatelijkheid - de begeerte om gratis handelskapitaal in handen te krijgen bij gebreke aan of ter vermeerdering van eigen, en alle schakeringen daartussen. Wat overigens de attractie was van het zo inhanden krijgen van andermans geld ontgaat ons, mensen van de jaren 1970, die zo gemakkelijk krediet hebben, alweer bij gebrek aan doorgaande en begrijpelijke literatuur over dit onderwerp. De rentevoet was dooreengenomen laag, zo'n procent of vier. Eiste men voor leningen exorbitante zekerheden of was er, zoals nu, sprake van fiscale trucage? Het eigenaardige is dat het in negen van de dertien gevallen die hier behandeld zijn om herdrukken of vertalingen gaat (vijf om vier), boeken dus waarvoor marktonderzoek min of meer overbodig was. De uitgever zegt er dan ook veelal bij dat het werk hier of in het buitenland veel succes had (gehad) of antiquarisch buiten proportie duur was. Soms heeft men de indruk dat de uitgever erg onzeker was over het op te leggen aantal en daarom liet intekenen. Het is vanzelfsprekend dat men daarbij toch enig geld vroeg want, om Van Effen zelf te citeren: belofte maakt, ook bij de klant, zeg ik erbij, nog niet altijd schuld. Er is duidelijk sprake van marktonderzoek als de uitgever de prijs laat afhangen van het aantal aanmeldingen, zoals bij no. 11 van de tweede tabel hierna. Marktonderzoek-puur was ook de intekening van L. Moens te Middelburg op een Handleiding tot de boekdrukkunst in 1789. Hij vroeg geen geld op voren en zou dat ook niet doen, maar hij wilde weten of er belangstelling voor bestond. Hij had ooit eens zelf ingetekend op zo'n boekje, maar die onderneming was niet doorgegaan. De belangstelling was niet erg gegroeid want ook Moens' Handleiding heeft nooit het licht gezien. De dertien titels die niet al te moeilijk te hanteren waren omdat er althans één exemplaar voorhanden was, het hele verloop van de affaire in de Boekzaal te volgen is en de gegevens onderling vergelijkbaar zijn, volgen hieronder. Er is, om de buitengewone eigenaardigheid van het geval, één uitzondering gemaakt: voor nummer 7, waarvan we geen exemplaar machtig konden worden. De titels zijn verkort, indien mogelijk zodanig dat de lezer zich een globale indruk van de aard van het werk kan vormen. Ze zijn in chronologische volgorde genummerd. De V of H achter het nummer duidt aan of het om een vertaling of herdruk gaat. Staat er niets dan is het een oorspronkelijk werk. Wordt er een vertaler genoemd dan is diens naam in de titelbeschrijving verwerkt. Jaren zijn in arabische cijfers gegeven; maanden in romeinse. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen zijn in guldens, stuivers en duiten. Uit de geboden gegevens kan ieder die er lust toe voelt per werk uitrekenen hoe de prijsverschillen tussen intekening en vrije verkoop percentueel lagen. Niet altijd geeft de uitgever een vrije prijs op. Hij wilde dan blijkbaar de mogelijkheid openhouden om als de markt verzadigd was, het restant te verramschen, of anders van de hand te doen. Een enkele maal legde hij niet meer, of niet noemenswaard meer, op dan het aantal intekeningen. Dat was bijv. het geval bij de zeer specialistische uitgave van de Spiegel historiaal. Het prijsverschil tussen vrij en intekening lag gewoonlijk tussen de 20 en 40 procent van de prijs bij intekening, maar liep een enkele maal veel hoger, zoals voor sommige uitvoeringen van Goetzees Bijbel, waar het ca. 60 procent werd. Maar Goetzee zat (zoals we nog zullen zien), bitter om contanten verlegen. Van een louter nominaal verschil is eigenlijk nergens sprake. Het was dus inderdaad om het geld te doen hoewel bij een al te kleine vooruitbetaling de intekenaar op den duur de zaak | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel erg gemakkelijk kon laten lopen waardoor de uitgever het risico liep om met zijn handel te blijven zitten. Soms geeft de uitgever bij de opening van de intekening niet de prijs op voor het boek maar die per vel druks en per illustratie. Dan was blijkbaar de tekst nog niet klaar of de plannen voor de definitieve uitvoering waren nog niet rond. De illustraties zijn alle in koperdiepdruk: ets of gravure, of mengvormen. Vaak zijn de illustratoren de meest gerenommeerde van die dagen, zoals Punt of Reinier Vinkeles. Men zou kunnen veronderstellen dat vertragingen aan de, uiteraard, drukke bezetting van die ‘groten’ lag, maar dat was in ieder geval niet altijd zo. Punt was met zijn vele werk voor Goetzees Bijbel gewoonlijk op tijd en Vinkeles voor de Zeetriumph ook. De opgegeven data zijn die uit de Boekzaal. Er is reden om aan te nemen dat een intekening wel eens eerder openstond dan uit dit tijdschrift blijkt, maar de moge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lijkheden om dit te controleren zijn niet groot en het is de vraag of de investering in zo'n onderzoek aan tijd in evenwicht met het te verwachten rendement zou zijn. Het aantal intekenaars is meestal ontleend aan de lijsten voorin sommige edities. De getallen zijn minima. Boekhandels tekenden vaak voor een aantal exemplaren in. Door een omissie bij de opzet van dit onderzoekje zijn soms de intekenaars, soms de aantallen gesteld. Men kon intekenen bij ‘de boekhandel’. Er is, op één uitzondering na, maar één geconsulteerd exemplaar opgegeven, hoewel er meestal veel meer op tafel zijn geweest. Het gaat in onze dertien, min of meer at random uitgewerkte gevallen, zonder uitzondering om bijzondere, kostbare ondernemingen, of qua omvang, of qua uitvoering of in beide opzichten. Van de omvang kan de lezer dezes zich een indruk vormen uit de bibliotheeksignaturen. Valentijn, Miller, d'Ulloa, Goetzee horen tot het mooiste wat in de 18de eeuw in de Nederlanden gedrukt is. Goetzee liet voor zijn Bijbel een nieuw corps gieten en Huysman zocht als drukker Jacobus van Kambeek in Den Haag, ‘'s Lands Klein-Zegel en Stads-Drukker’. Er is geen reden om aan de eerlijkheid van Goetzee te twijfelen als hij zegt ‘ik durf wel rondtborstig met een opregt gemoet betuigen dat ik in de voltoijing meer de ere als 't voordeel bedoele’.
Hieronder volgen nog een paar aantekeningen per boek.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De omvang die het boek zou krijgen lag nog in de schoot der goden: het ging, redeneerde de romantisch georiënteerde Allart, perslot om een gedicht en daar kwam de onvoorspelbare inspiratie aan te pas. Maar hij gaf toch geen prijs per vel op: het boek zou tussen de zes en zeven gulden gaan kosten. Het zou rijk geillustreerd worden. Hij motiveert de intekening met erop te wijzen dat zijn productiekosten hoog waren. Gewiekst zakenman als hij was zal hij er ook wel aan gedacht hebben dat er gemakkelijk allerhande factoren in het spel konden komen die de belangstelling voor de Zeetriumph zouden kunnen doen afnemen.
Inderdaad deden alle bezwaren die Van Effen tegen de intekening aanvoerde zich hier en daar voor en is van alle excuses die uitgevers bij onregelmatigheden konden aanvoeren, gebruik gemaakt. Zelfs blijft ‘versterven’ of ‘verlopen’, ruim geïnterpreteerd, niet helemaal buiten het beeld. In 1742 zegt Goetzee dat het vertrek van een van zijn dominees, Bachiene, als predikant naar het leger - we zijn in de Oostenrijkse Successieoorlog - wat ongerief veroorzaakt. De uitgevers hadden zelf, zoals is gebleken, wel neus voor de kwade geur waarin de intekening was komen te staan. Maar men heeft, en daar komt het meer op aan, toch nergens de indruk van de kwade trouw die Van Effen suggereert. De ondernemingen waren meest zo zwaar dat de intekengelden er wel van het begin af aan in geinvesteerd zullen zijn. Het grootste deel van Justus' ervaringen lag bij de big business, in Den Haag vooral, die zich specialiseerde in Franstalige uitgaven. Het ging daar veel roeziger toe dan in de wat provincialere wereld van de Boekzaal. Van Effen was trouwens zelf tenminste een, en waarschijnlijk twee keer ‘verlopen’. De zekere keer liet hij de Amsterdamse uitgever du Sauzet, voor wie hij een soort voortzetting van de Journal literaire zou verzorgen, zitten: ‘la fortune l'obligeant de se transporter dans un autre climat’: het Zweedse. du Sauzet voorspelde hatelijk: ‘il reviendra aussi gueux qu'il étoit à son départ’, wat uitkwam. De tweede, onzekere, brak hij de vertaling van Van Loons Gedenkpenningen voor een Haagse compagnie, halverwege af. Hij werd voltooid door Catuffe, die als auteur althans, voor zoveelsterangs gold. Maar de ruzie die oorzaak was van Van Effens vertrek kan ook aan de compagnie gelegen hebben. Bion, zijn eerste biograaf (Eloge historique de Mr. van Effen voorin de Misantrope-editie, Amsterdam, 1742) had al gezegd dat M. van Effen ‘n'avoit pas le coeur aussi philosophique que la tête’.Ga naar eindnoot15Ga naar eindnoot16Ga naar eindnoot17 |
|