Spektator. Jaargang 6
(1976-1977)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 433]
| ||||||
Een beperking op NSR
|
Ga naar eind1 |
Eenmaal toegekend primair accent blijft gehandhaafd tot en met de laatste cyclus, i.e. de syntactische oppervlaktestruktuur. Een consequentie hiervan is dat een lexikaal element uit een hogere S slechts dàn primair accent kan ontvangen als dat element strikt identiek is aan een eerder in het derivatieproces primair geaccentueerd en vervolgens gedeleerd lexikaal element.
Illustratie
Klaas verbrast het geld dat Marie verdient
Onderliggende structuur, vrij naar Bresnan.Ga naar eind2
2. Problemen
Aan de vele problemen en/of misverstanden die de NSR-hypothese al heeft opgeroepen (zie o.a. Language, 1972, vol. 48,2 en 3), zullen wij er vier toevoegen.
a. De prominentieverhouding in de gegeven illustratie vinden wij niet acceptabel. Met name de verhouding 3-3 voor de constituenten in de ingebedde zin deugt niet. Volgens ons is er geen hoorbaar prominentieverschil tussen Marie verdient als hoofdzin, dat via NSR verhouding 2-1 zou krijgen en via een ritmeregel (SPE, 1968, 116) 3-1, en Marie verdient met een gedeleerd object, als ingebedde zin, zoals in het voorbeeld.
b. De ritmeregel, 2-1 wordt 3-1, is de enige mogelijkheid om in een matrix de constituenten voorafgaand aan een primair geaccentueerde constituent een waarde la-
ger dan 2 toe te kennen. Een onaangename consequentie hiervan is dat cyclische accenttoekenning voor een matrix soms kan resulteren in een monotone reeks 2-tjes, en wel wanneer er een primair geaccentueerde constituent in een lagere S zit.
Illustratie:
Klaas verbrast nu vrolijk etc. het geld dat op de bank staat.
Onderliggende vorm (interne structurering van S achterwege gelaten):
c. Een probleem waar Bierwisch (1968) al op wees is het volgende: Gegeven de principieel onbegrensde mogelijkheid tot zinsinbedding, kunnen de accentwaarden van oorspronkelijk primair geaccentueerde elementen tot in het oneindige worden verlaagd. NP en S als cyclische knopen aannemend, leveren bijvoorbeeld 5 cycli al accentwaarden van 5 op.
Illustratie:
Jaap houdt vol dat de bank betreurt dat Klaas het geld verbrast dat Marie verdient.
Onderliggende structuur:
Het valt gemakkelijk in te zien dat iedere hieraan toe te voegen nieuwe cyclus automatisch de niet primaire accentwaarden reduceert, in principe ad infinitum. De hypothese van Bresnan laat dit probleem echter ongemoeid.
d. Omdat de NSR per cyclus geordend is na de syntactische transformaties, kan een in de eerste cyclus primair geaccentueerd element er een cyclus hoger uitgewipt worden, bijvoorbeeld via Equi-NP deletie. 2a Onze intuities kunnen het echtter slecht verteren dat een via de NSR geaccentueerde abstractie zijn directe omgeving accentueel domineert en beïnvloedt, om vervolgens te verdwijnen. Dit is evenwel een kernpunt van Bresnan's hypothese, waarbij zowel NSR als Equi-NPdeletie kunnen worden gehandhaafd.
Gemist wordt nu de meer oppervlakkige generalisatie, dat de NSR aan een zin als
Marie verdient dezelfde prominentieverhouding toekent als aan bijvoorbeeld Marie slaapt en Marie is gewond. De NSR trekt zich dus niets aan van gedeleerde objecten en verleent primair accent aan het werkwoord wanneer dit niet door een constituent (NP of PP) wordt gevolgd. Het werkwoord krijgt geen primair accent als er wél een constituent (binnen dezelfde VP) op volgt.
3. Suggestie
Om aan de problemen 2 a, b, c en d enigszins het hoofd te bieden stellen wij voor het domein van de NSR in te perken tot een clause (S-knoop).Ga naar eind3
Deze beperking maakt het mogelijk prominentieverhoudingen per cyclus te regelen, waardoor de problemen 2 a, b en c verdwijnen:
De NSR behandelt bij 2a de ingebedde S als Szonder meer, en zo'n S krijgt verhouding 2-1 via NSR en 3-1 via een ritmeregel.
In geval 2b wordt het mogelijk het geld (in de non-restrictieve lezing) primair accent te verlenen en een daaraan voorafgaand secundair accent met 1 te verlagen en in geval 2c wordt met de infiniete regressie afgerekend: die is er gewoon praktisch niet en theoretisch ook niet.
Probleem 2d zou opgelost zijn als Equi-NP deletie niet bestond, m.a.w. als een direct object dat later gedeleerd wordt niet lexicaal aanwezig zou zijn in onderliggende strukturen. Een pro-element of wat voor abstracte, niet gelexicaliseerde vorm ook, zou op die objectsplaats geen verwarring stichten. Pro-elementen krijgen normaalgesproken toch geen primair accent en welke accentuering dan ook van abstracties lijkt ons bij voorbaat uit den boze.
Ter ondersteuning van ons betoogje geven we hier het effect van een beperkte NSR, geïllustreerd aan zin 2c.
Door hier te abstraheren van Equi-NP deletie komen we tot vier in plaats van vijf cyclische knopen. Dat is echter, gegeven de beperking van de NSR niet van invloed op de uiteindelijke, oppervlakkige prominentieverhouding.
Bibliografie
Berman, Arlene en Szamosi, Michael, ‘Observations on sentential stress’, Language 48, 2, 1972, 304-26. |
Bierwisch, Manfred, ‘Two Critical Problems in Accent Rules’. Journal of Linguistics, vol. 4, 1968, pp. 173-8. |
Bresnan, Joan W., Sentence stress and syntactic transformations’. Language 47, 2, 1971, pp. 257-82. |
Idem, ‘Stress and syntax: a reply, Language 48, 2, 1972, pp. 326-43. |
Chomsky, Noun en Halle, Morris, The Sound Pattern of English, New York, 1968. |
- eind1
- De NSR is voorgesteld, door Chomsky-Halle 1968, voor de categorieën NP, VP en S, maar Bresnan beschouwt alleen NP en S als cyclische knopen.
- eind2
- a. Het mechanisme waarmee het ingebedde object kan worden gedeleerd wordt bij Bresnan niet toegelicht. Zie voor kritiek Berman-Szamosi, 1972.
De bedoelde transformatie hebben wij, o.i.v. Bresnans ongemotiveerde analyse, misschien tegen de gewoonte in, Equi-NP deletie genoemd. Iets als Relativisalie-iransformalie zou natuurlijk ook een passende naam zijn, maar voor het betoog doet deze kwestie niet ter zake.
b. Wij hebben bij deze ambigue bijzinnen alleen de non-restrictieve lezing bekeken. Een restrictieve interpretatie verdraagt nooit primair accent van het direct object (i.e. van de head noun ervan).
- eind3
- Zou Equi-NP deletie c.q. Relativisatie een goed gemotiveerde regel zijn, dan zou de clause conditie voor de NSR wel veel moeilijkheden ondervinden. Het meest voor de hand liggende alternatief zou dan zijn het domein van NSR te beperken tot direct aangrenzende zinnen. Maar daar hebben we verder niet al te veel over nagedacht. (Met dank aan Frans Zwarts, zonder wie op zijn minst deze derde noot niet was geschreven.)