Bij de introductie van een Zuidafrikaanse dichter
Adriaan Van Dis
De belangstelling voor de Zuidafrikaanse letterkunde in Nederland is gering. Want alle Afrikaner schrijvers zijn rascisten. Daarover kan immers geen twijfel bestaan.
We zijn allergisch voor Zuid-Afrika. De politiek van de blanke onderdrukker is ons onsymphatiek. We voelen ons betrokken met het lot van de zwarte en bruine bevolking en de apartheidsideologie van de Afrikaners nodigt niet uit tot een nadere kennismaking met hun kultuur. Zeker in een land waar kultuur verward wordt met ras. Daarom negeren wij het liefst de Afrikaanstalige letterkunde. De geschiedenis heeft ons overgevoelig gemaakt voor rassen bewustzijn. Wie deze voor ons redelijk toegankelijke cultuur ignoreert, weet niet wat hij verliest. Dat is gemakkelijk. Op die manier weigerje te erkennen dat zij bestaat. Maar liet zou vreemd zijn wanneer dit betekent dat dichters van het kaliber Opperman en Breytenbach voor ons niet behòren te bestaan. Daarom een kennismaking met de jonge dichter Fanie Olivier. Twee verzen in een voor ons beladen taal
Fanie Olivier heeft tot nog toe twee dichtbundels gepubliceerd: Gom uit die Sipres (1971) en Om alleen te reis (1973). Beide bundels zijn in Zuid-Afrika goed ontvangen. Voor zijn debuut ontving hij de Zuid- afrikaanse Reina Prinsen Geerligs-prijs. Olivier wordt wel de Breytenbach van de jaren '70 genoemd, dat is vleiend maar onjuist en vooral een bewijs hoe bitter weinig politiek geëngageerde Afrikaner-dichters er zijn. Want Oliviers morele verontwaardiging is van een andere aard dan Breytenbach's actieve politieke verzet. Nu is het niet eenvoudig om binnen de Afrikaner gemeenschap een oprecht sociaal-betrokken dichter te zijn. De Afrikaanstalige schrijver heeft - of hij nou wil of niet - meer privileges dan de zwarte schrijvers van zijn land en zelfs zijn literaire protest wordt misbruikt als versiering van de liberale façade. De dichter wordt beschermd als de cultuurdrager van het Volk.
Thematisch is de vergelijking met Breytenbach juister. Ook Fanie Olivier schrijft sterk sociaal-betrokken gedichten en daarnaast de prachtigste liefdes- en stemmingsverzen. Maar behalve deze vage invloed heeft Olivier duidelijk een eigen stijl. Volgens hem gaat hun verwantschap niet verder dan een gemeenschappelijke verontwaardiging en belediging over wat in Zuid-Afrika gebeurt. Hij wil zijn rol van opgedrongen cultuurdrager gebruiken om invloed uit te oefenen bij zijn eigen mensen. Als ‘ceremoniemeester’ bij het verzoenings-huwelijk tussen wit en zwart.