| |
| |
| |
Vrije nieuwsgaring
Nadat in het tweede nummer van de vorige jaargang de rubriek was geïntroduceerd (p. 96-102), is Vrije nieuwsgaring met ingang van nummer 3 van Spektator in iedere aflevering verschenen. Uit de respons op de rubriek leiden zowel de Spektator-redaktie als de rubrieksredakteur met enige tevredenheid af dat de verschijning van een rubriek als deze -zoals dat dan in het cliché-Nederlands heet- ‘in een behoefte voorziet’. Ilierop hoeft nauwelijks nog een nadere toelichting te worden verschaft als men weet dat er steeds zoveel kopij voor de rubriek werd aangedragen dat doorgaans diverse items moesten ‘overstaan’ tot een volgend nummer. Dit vormde voor de redaktie en de rubrieksredakteur aanleiding voldoende om in de tweede jaargang van Spektator met Vrije nieuwsgaring door te gaan. De wetenschap dat zich ook in het recente verleden nog weer gevallen hebben voorgedaan dat onaangekondigd onderzoek bij publikatie dubbel bleek te zijn gedaan, betekende een aansporing te meer voor de redaktie zeker ook ruimte vrij te houden voor informatie omtrent alle stadia van verricht en te verrichten onderzoek, al leeft bij haar wel de wens dat de vrees dubbel werk te verrichten aanstaande onderzoekers een aansporing zal zijn tijdig hun plannen bekendheid te geven. Dat de rubriek Vrije nieuwsgaring zich daarbij als mogelijk medium opdringt, houdt zeker niet in dat de redaktie zich in een konkurrentiepositie wil manoeuvreren tegenover Dokumentaal. Zoals al eerder meegedeeld (Spektator 1 (1971-1972), nr. 6, p. 371) is met Dokumentaals redakteur W.A. Hendriks overeengekomen dat met een beslissing over de toekomst van de Spektator-rubriek zal worden gewacht totdat het voltooien van de eerste jaargang van Dokumentaal inzicht heeft gegeven van de mogelijkheden van een
afzonderlijk informatie- en kommunikatiebulletin voor nederlandisten.
De veranderingen in de opzet van Spektator zullen ook enigszins hun neerslag vinden in de rubriek Vrije nieuwsgaring, hetgeen wil zeggen dat bij de samenstelling van de rubriek zal worden getracht rekening te houden met het speciale karakter van de aflevering waarin zij verschijnt: in een taalkundeen taalbeheersingsnummer zal het aksent vallen op informatie die betrekking heeft op de vakgebieden taalkunde en taalbeheersing, in een letterkundenummer op letterkundige informatie. Maar absolute voorrang zal steeds worden gegeven aan onderwerpen waarvan de aktualiteit spoedige berichtgeving wenselijk maakt. De eerste rubriek van deze tweede jaargang vormt
| |
| |
een goed specimen van dit uitgangspunt.
Het begin van een nieuwe jaargang leent zich goed voor het aanbrengen van enkele technische verbeteringen. De eerste is dat op verzoek van de rubrieksredakteur zijn naam boven de rubriek verdwijnt, waardoor niet meer tot zijn (en mogelijk ook andermans) ergernis het auteurschap van de in Vrije nieuwsgaring gepubliceerde teksten bij hem lijkt te berusten. Ten aanzien van de aanduiding van dat auteurschap zal ook meer duidelijkheid worden geschapen doordat in de eerste plaats voortaan bijdragen die berusten op een of andere vorm van eigen onderzoek (in de ruimste betekenis van het woord), volledig zullen worden ondertekend en in de tweede plaats geheel uitgeschreven berichten en mededelingen die de redakteur ter plaatsing worden aangeboden, zullen worden gesigneerd door tussen ronde haakjes de initialen te plaatsen van de inzender, tenzij zijn ingezonden kopij een mededeling van algemene aard bevat die geen rechtstreekse betrekking op hem zelf heeft. Deze kopij en alle andere kopij die door de redakteur wordt samengesteld op basis van hem verschafte gegevens, blijft onondertekend. De verantwoordelijkheid daarvoor berust in eerste aanleg bij de redakteur, al wil dat geenszins zeggen dat hij wèl ondertekende mededelingen steeds ongemoeid heeft gelaten: de redakteur houdt zich het recht voor alle kopij aan te passen aan de eisen die de rubriek stelt. Tenslotte zullen voortaan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam en deszelfs afdelingen en onderafdelingen kortweg met ‘het Instituut’ worden aangeduid, om geen andere reden -misverstanden moeten hier absoluut worden vermeden- dan dat de volledige naam zo'n mondvol is, wat vooral bij de vele noodzakelijke herhalingen hinderlijk gaat worden.
Tenslotte moge hier nog eens worden herhaald wat bij de start van de rubriek in nummer 3 van de vorige jaargang werd opgemerkt: ‘het spreekt vanzelf dat het slagen van de rubriek staat en valt met de medewerking van ieder die over gegevens beschikt die voor opname in de rubriek in aanmerking komen’. Met enige nadruk kan daar nog aan worden toegevoegd dat tijdige berichtgeving omtrent datgene waarmee men bezig is, niet alleen anderen van dubbel werk kan afhouden, maar ook bijdraagt tot effektieve zelfbescherming.
Amsterdam, 27 juni 1972
Bob van de Velde
De rubriek Vrije nieuwsgaring wordt verzorgd door de Afdeling Dokumentatie Nederlandse Letterkunde (in het vervolg afgekort tot Afd. DNL) van het Instituut voor Neerlandistiek, Lambert-ten-Katehuis, 3e verdieping, kamers 319 en 321, Herengracht 330-336, Amsterdam-C., tel. 020-5.25.91.11
| |
| |
toestellen 3276 en 3271. Ieder die over informatie, in welke vorm dan ook, beschikt die in aanmerking voor publikatie in deze rubriek komt, en ieder die op enigerlei wijze wil reageren op mededelingen in deze rubriek gedaan, wordt verzocht zich tot de Afd. DNL te wenden. Voor het geval er daarnaast ook behoefte is aan rechtstreeks kontakt met de personen of instellingen die in deze rubriek worden genoemd, worden hun adressen opgenomen in de adressenlijst elders in deze aflevering van Spektator.
| |
Vermeldingen
Bibliografie van vertalingen:
Zomer 1972 is het derde deel verschenen in de reeks Het Nederlandse boek in vertaling. Bibliografie van vertalingen van Noord- en Zuidnederlandse werken ('s-Gravenhage 1972), dat onder auspiciën van de Koninklijke Bibliotheken te Den Haag en Brussel is samengesteld door E. van Raan. Dit deel bevat de in 1970 verschenen vertalingen alsmede de nagekomen vertalingen over het voorafgaande jaar. Zoals bekend is informatie over de recent verschenen vertalingen te vinden in Ons erfdeel dat voorlopige lijsten van deze vertalingen publieeert. Van de jaarlijkse uitgaven van Het Nederlandse boek in vertaling, dat zich overigens beperkt tot het terrein der geesteswetenschappen, wordt na vijf jaar een kumulatieve uitgave gepublieeerd; de eerste kumulatieve uitgave kunnen we dus in 1974 tegemoel zien. In het derde deel, dat dezelfde ingenieuze inriehting heeft als de beide even fraai verzorgde voorgaande delen waardoor een maximale hoeveelheid informatie optimaal wordt gepresenteerd, zijn 523 nummers opgenomen; het deel voor 1968 bevatte 480 nummers, het deel voor 1969 524 nummers, waaruit moet worden gekonkludeerd dat er nog geen sprake is van een spektakulaire groei van het aantal vertalingen van nederlandstalige werken op het gebied van de geesteswetenschappen.
| |
International Congress of Linguists:
Van 28 augustus t/m 2 september 1972 wordt te Bologna, Italië, The Eleventh International Congress of Linguists / Xième Congrès International des Linguistes gehouden onder auspiciën van de CIPL. De officiële kongrestalen zijn Engels, Frans en Russisch terwijl voor alle mcdedelingen en diskussies ook Duits, Haliaans en Spaans zijn toegestaan. Deelname kost voor leden US $ 20,00, voor niet-leden US $ 15,00, en voor studenten $ 10,00. Het deelnamegeld kan eventueel nog bij aankomst te Bologna worden betaald aan het sekretariaat van het kongres. Tijdens het kongres zal een tentoonstelling worden gehouden van publikaties op het gebied van de taalwetenschap. Alle korrespondentie met inbegrip van het bespreken van hotels dient men te richten aan het kongressekretariaat. De cirkulaires die met gegevens inzake het kongres zijn verschenen liggen ter inzage bij de Afdeling Moderne Taalkunde van het Instituut.
| |
Linguistisch kolloquium:
Van 27 t/m 30 september 1972 wordt te Nijmegen het 7e Linguistische Kolloquium gehouden, georganizeerd door medewerkers van de instituten voor germanistiek en linguistiek van de Groningse en Nijmeegse universiteiten, van wie A.P. ten Cate als sekretaris van het kolloquium optreedt. De Nijmeegse universiteit heeft voor het kolloquium enige zalen ter beschikking gesteld. Inmiddels hebben reeds een twintigtal wetenschappers uit onder meer Duitsland, de Verenigde Staten, de Skandinavische landen, Oostenrijk, Zwitserland, Engeland, Nederland en Japan toegezegd referaten te houden. Het is de bedoeling
| |
| |
dat voor februari 1973 de gebundelde referalen als bock worden uitgegeven. De voertaal van het kolloquium is Duits en Engels. Na twee eerdere rondschrijvens met gegevens inzake het kolloquium zal begin september a.s. in een 3e rondschrijven het definitieve program worden bekend gemaakt met samenvallingen van de referaten, een deelnemerslijst en enige organizatorische details. De deelname kost fl. 20, -. De officiële aanmeldingstermijn is op 1 juli jl. gesloten, maar men kan voor inlichtingen steeds met het sekretariaat kontakt opnemen. De rondschrijvens met gegevens liggen ter inzage bij de Afdeling Moderne Taalkunde van het Instituut.
| |
Materialistische literatuurteorie:
Eind juni 1972 hebben Yves van Kempen, Anthony Mertens, Cyrille Offermans en Frits Prior (die optreedt als kontaktpersoon) hun gemeenschappelijk werkstuk voor het doktoraaleksamen aan het Instituut gepubliceerd onder de titel Materialistische literatuurtheorie. De literair-theoretische opvattingen van Frank van der Goes, Herman Gorter, Franz Mehring, Henriëtte Roland Holst en C.S. Adama van Scheltema gezien vanuit het werk van Theodor W. Adorno, Walter Benjamin, Bertolt Brecht en Georg Lukács. (Amsterdam, mei 1972). ‘Voor hen die de wereld willen veranderen zonder hem te interpreteren, heeft dit werkstuk niets te bieden. Voor wie het serieuzer meent wil dit werkstuk vooral studiemateriaal zijn. Het zal hem daarbij opvallen dat er nog steeds meer vragen zijn dan antwoorden.’, aldus het Voorwoord, waarin verder onder meer een toelichting op de (onder)titel van het werkstuk wordt gegeven. Het boek bevat IX + 254 dubbelzijdig gestencilde bladzijden van A-4 formaal met een omslag (waarop in de titel de naam van Adama van Scheltema ontbreekt) en een afzonderlijk inlegvel met errata. Het bestaat naast het eigenlijke werkstuk uit een uitvoerige inhoudso pgaaf (6 blzn.) en een bibliografie (4 blzn.). Na 1 juli 1972 is het verkrijgbaar bij de Athenaeum Boekhandel te Amsterdam voor een prijs die vermoedelijk ongeveer fl. 7, - zal bedragen.
| |
Moderne grammatika voor de brugklas:
Van de nieuwe inzichten die ‘Chomsky's revolutie in de linguistiek’ (J. Searle) heeft opgeleverd, is in het Nederlandse onderwijs op primair en sekundair niveau nog zo goed als niets doorgedrongen. Ook goed opgeleide leraren kunnen bij gebrek aan behoorlijke leermiddelen weinig uitrichten. Om dat gebrek te verhelpen zijn in februari 1971 een (wisselende) groep taalkundekandidaten en de docenten W.G. Klooster, M.K. van Dort-Slijper en J.H.J. Luif met een ‘schoolbockenprojekt’ gestart. Het doel van dit projekt is het schrijven van een serie schoolboeken gebaseerd op de uitkomsten van transformationeel-grammatisch onderzoek en op een grondige doorlichting van de doelstellingen van het grammatikaonderwijs. Om praktische redenen is men niet bij het basisonderwijs begonnen, maar bij het voortgezet onderwijs, waar verscheidene taalkunde-kandidaten les geven.
De eerste faze van het projekt -het schrijven van een boek voor de brugklas- is nu bijna afgesloten. De titel van het nieuwe boekje wordt vermoedelijk Moderne grammatika voor de brugklas. De oorspronkelijke opzet ervan is op grond van steeds weer heropende doelstellingen-diskussies in de loop van de tijd ingrijpend gewijzigd. De uiteindelijke inhoud is enigszins af te lezen aan de werktitels die de hoofdstukken nu hebben:
1. | Nadenken over taal. |
2. | Zinnen met dezelfde betekenis. |
3. | Zinnen met méér dan één betekenis. |
4. | Zinsdelen. |
5. | Samengestelde zinnen. |
6. | Van één zin meer zinnen maken. |
7. | Wat we niet met zoveel woorden kunnen zeggen. |
| |
| |
Wat uit deze serie titels misschien niet blijkt, is dat het boek -mede op basis van onderzoeksresullaten uit de ‘generatieve semantiek’ - sterk semantisch is georiënteerd. Zo sluil bijvoorbeeld hoofdstuk 6 nauw aan bij de predikatenlogika. Een van de doelstellingen van het boekje is (heel korl geformuleerd) dan ook: de leerlingen te leren nadenken over wat iets nu wel en niet betekent. Deze gerichtheid op de belekenis hangt ongetwijfeld ook samen met het feit dat de auteurs steeds hebben proberen aan te knopen bij de intuitie en de interesse van de leerling. Ook meer traditionele informatie over de zinsstruktuur komt aan bod. Maar daarbij wordt eerder het aksent gelegd op het feit dàt een zin een struktuur heeft dan op de preeieze naam van elk zinsdeel.
Het boekje is nu zo ver klaar dat de werkgroep voor de eerste faze ontbonden kan worden. De erbij betrokken doeenten, die tegelijk formeel de auteurs zijn, leggen er de laatste hand aan. De bedoeling is dat het in augustus 1973 op school gebruik kan worden. Er zijn over een uitgave van het bockje overigens nog geen definitieve afspraken gemaakt met een uitgever. Intussen kan een nieuwe groep studenten en doeenten met de tweede faze van het projekl beginnen: het schrijven van een boekje voor de volgende klas van het voorlgezet onderwijs. (J.H.J.L.: 22-vi-1972).
| |
Taalkundige bibliografie:
Onder redaktie van G.E. Booij, S. de Haan en H.J. Verkuyl is juni 1972 als uitgave van de Afdeling Moderne Taalkunde van het Instituut een Taalkundige bibliografie verschenen. Deze bibliografie is een herziene en uitgebreide versie van de Literatuurlijst Afdeling Moderne Taalkunde van het Instituut en is voornamelijk samengesteld ten behoeve van studenten die zich willen oriënteren in de moderne taalkunde. ‘Compleetheid is onberecikbaar, gezien de storlvloed van publicaties. Vandaar, dat de hier gepresenteerde bibliografie een seleelie is van de redactie. Daarbij is geprobeerd zoveel mogelijk relevante literatuur over de eentrale problemen in de huidige discussies bijeen te brengen. De ordening is subjectief be paald; er zijn eenvoudig geen duidelijke ordeningscriteria vast te stellen. Een aantal nummers is van commentaar voorzien, dat geheel voor rekening van de redactie komt’. Aldus het Voorwoord. De bibliografie omvat 594 nummers, die naar onderwerp zijn onderverdeeld in 47 paragragen. De paragrafen zijn alfabetisch geordend.
De Taalkundige bibliografie kan worden besteld door per eksemplaar f 2, - te storten op Postgirorekening-nummer 13500 Inv. Gemcentegirokantoor Amsterdam onder vermelding van: tgv. rekening-nummer B 42579 van G.E. Booij, Grunder 108, Amsterdam, betreft Taalkundige bibliografie. Ook is rechtstreeks overmaking van f 2, - mogelijk op de genoemde rekening van G.E. Booij bij de Gemeente-Giro Amsterdam.
| |
Verkuyl, H.J.,
handelseditie proefschrift: Zomer 1972 zal bij D. Reidel Publishing Company een handelseditie verschijnen van H.J. Verkuyls proefschrift On the compositional nature of aspects (Amsterdam 1971; Diss. Utrecht) als deel 15 van de Foundations of Language Supplmentary Series. De omvang van het boek zal ongeveer 200 bladzijden bedragen, de prijs ongeveer f 50, - of $ 16,50. Zie voor een uitgebreide bespreking van het proefschrift door Th. van den Hock elders in dit nummer van Spektator. |
|