| |
| |
| |
Bob van de Velde
Vrije nieuwsgaring
De rubriek Vrije nieuwsgaring wordt verzorgd door medewerkers van de Afdeling Dokumentatie Nederlandse Letterkunde (in het vervolg afgekort tot Afd.DNL) van het Instituut voor Neerlandistiek, Lambert-ten-Katehuis, 3e verdieping, kamers 319 en 321, Herengracht 330-336, Amsterdam-C., tel. 020 - 21.78.78, toestellen 3276 en 3271. Ieder die op enigerlei wijze wil reageren op mededelingen in deze rubriek gedaan, wordt verzocht zich tot de Afd. DNL te wenden. Voor het geval er daarnaast ook behoefte is aan rechtstreeks kontakt met de personen of instellingen die in deze rubriek worden genoemd, worden hun adressen opgenomen in de adressenlijst elders in deze aflevering van Spektator.
| |
Vermeldingen
Bredero, Bibliografie van de literatuur over -: In het kader van de werkzaamheden van de Bredero-commissie, die naar aanleiding van de Brederoherdenking in 1968 de uitgave van de verzamelde werken ter hand heeft genomen, bereidt de Afd.DNL sinds 1966, als afsluiting van deze verzamelde werken, een bibliografie voor van de literatuur over Bredero. Opgenomen wordt de literatuur die verschenen is vanaf de tijd van Bredero's leven tot aan 1970. De grens is gelegd bij 1970 omdat vanaf dat jaar de literatuur te vinden is via de BNTL. Niet opgenomen in principe zijn schoolbloemlezingen van na 1900. Als aparte kategorie is er een lijst van artikelen uit dagbladen; hierbij is niet naar volledigheid gestreefd. Bij ieder item van de literatuurlijst wordt in het kort kommentaar gegeven.
De chronologisch geordende literatuur wordt toegankelijk gemaakt door twee indices. Allereerst is er een alfabetische index op namen van auteurs, editeurs en titels van tijdschriften en kranten. Daarnaast is in bewerking een systematische index, waartoe alle literatuur doorgenomen en betrefwoord wordt. De trefwoorden worden ondergebracht in ± 15 hoofdkategorieën met tientallen onderverdelingen die Bredero's leven en werken in het algemeen omvatten. Bij de afzonderlijke werken wordt aangegeven welke tekstedities er zijn, of er tekstkritiek geleverd wordt, welke biezondere onderwerpen er met betrekking tot het desbetreffende werk in de
| |
| |
literatuur behandeld worden en - per versregel - of er woordverklaring of kommentaar te vinden is.
Het systematisch verzamelen van literatuur is nu voltooid; aanvullingen op dit materiaal berusten verder op toevalsvondsten. Tot op heden is ongeveer de helft van het materiaal systematisch bewerkt; raadpleging ervan is mogelijk op de Afd.DNL na voorafgaande afspraak met een der bewerkers, E.K. Grootes en P.J. Verkruysse. Zij zullen het buitengewoon op prijs stellen wanneer degenen die menen moeilijk vindbare literatuur over Bredero te kunnen aanwijzen, hen daarvan op de hoogte stellen. (E.K. Groots en P.J. Verkruysse; febr. 1972).
Interuniversitaire Studiekonferentie Fries 1972: In het kader van de vierde Interuniversitaire Studiekonferentie Fries wordt op vrijdag 31 maart 1972 in het ‘Kunstsintrum Prinsetún’ te Leeuwarden een symposium gehouden over het onderwerp The position of old, relatively less influential vernaculars in Europe in the 16th and 17th century. Sprekers zullen zijn dr. R.M. Jones (University College of Wales, Aberystwyth) over The situation of the Welsh Language 1536-1642 en prof. dr. Robert Lafont (Université Paul Valéry, Montpellier) over La double pousée de la consciense occitane au xvie siècle. Een inleider over De positie van het Nederduits omtreeks 1600 is gevraagd. Inlichtingen over het symposium bij het sekretariaat van de Interuniversitaire Studieraad Fries (ISF).
Gorter, Herman: De Biblioteek van het Instituut voor Neerlandistiek heeft in het najaar van 1971 een vrij omvangrijke kollektie boeken, brochures en krantenknipsels van en over Herman Gorter kunnen aankopen. Van het 70-tal werken dat vermeld staat in het Overzicht der afzonderlijk verschenen werken, opgenomen in de Mededelingen van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, zijn er, al dan niet in herdruk, ruim 40 aanwezig in de Instituutsbibliotheek. Zo mogelijk zullen de ontbrekende werken worden aangekocht. De kollektie knipsels is momenteel in bewerking.
Leesbaarheidsonderzoek: Onder de titel Vijftig jaar leesbaarheidsonderzoek, een alfabetische en systematische bibliografie hebben Piet van Caldenborgh en Fritz Zondervan een bibliografie samengesteld van publi- | |
| |
katies over leesbaarheidsonderzoek. Hun bibliografie bevat:
a. | 313 Amerikaanse publikaties over de ease of understanding vanaf 1958 t/m 1971, alfabetisch op auteur gerangschikt met vermelding van de bron; |
b. | 27 publikaties over legibility en interest-value uit dezelfde periode; |
c. | een subjekt-index, waarin de nummers zijn geordend op onderwerp; |
d. | buitenlandse niet-Amerikaanse publikaties uit dezelfde periode; |
e. | Nederlandse publikaties; |
f. | een lijst van tijdschriften met gebruikte afkortingen, alfabetisch gerangschikt met opgaaf van het aantal publikaties dat zij bevatten. |
De inleiding van beide auteurs tot de bibliografie staat elders in dit nummer afgedrukt.
De bibliografie zal vanaf 1 maart 1972 bij de Administratie van de Afdeling Taalbeheersing van het Instituut voor Neerlandistiek verkrijgbaar zijn. De eerste oplaag is 100 eksemplaren groot; de prijs is nog niet bekend.
Leesbaarheidsprojekt: In februari 1970 werd in de doktoraalopleiding van de vrije studierichting Taalbeheersing van de Fakulteit der Letteren van de Universiteit van Amsterdam een leesbaarheidsprojekt opgezet door Piet van Caldenborgh en Fritz Zondervan, beiden student in deze studierichting. Het projekt bestaat uit drie fazen:
1. | Een inventarizatiefaze. Hierin werd een onderzoek verricht naar de metodologie van het Amerikaanse leesbaarheidsonderzoek en naar de statistische procedures die voor dit onderzoek relevant zijn. In juli 1971 verscheen hiervan een verslag: Piet van Caldenborgh en Fritz Zondervan. Leesbaarheid. Deel 1. Een methodologische verkenning. Van de in deze faze verzamelde en van later gevonden literatuur is een bibliografie samengesteld, waarvan elders in deze rubriek gegevens staan vermeld. |
2. | Een evaluatiefaze. Hierin wordt verslag gedaan van de ontwikkelingen in het leesbaarheidsonderzoek in Amerika tussen 1960 en 1971. |
3. | Een onderzoeksfaze. Het projekt zal worden besloten met de ontwikkeling van Nederlandse leesbaarheidsformules voor Nederlandse teksten. |
De tweede en derde faze van het projekt zijn in voorbereiding. Het gehele projekt zal worden afgesloten in december 1972.
Literatuur en Kritiek: Het op 20, 21 en 22 december 1971 te Amsterdam gehouden XXe Congres voor Neerlandici over het tema Literatuur en Kritiek werd bijgewoond door vijftig deelnemers: neerlandici uit alle Nederlandse universiteitssteden en een aantal bij literatuur en/of kritiek betrokkenen. De organizatie was in handen van H.E.L.I.O.S., fakulteits- | |
| |
vereniging van neerlandici aan de Universiteit van Amsterdam. Een uitgebreide samenvatting van het besprokene is voor belangstellenden verkrijgbaar door storting van f 2, - op postgirorekening 63.29.82. van Mw. W.R.D. van Oostrum, F.C. Dondersstraat 26d, Bussum. Zie voor het verkrijgen van het Kongresboek Spektator 1 (1971-2), nr. 3, p. 171. Een verslag van het kongres komt in het volgend nummer van Spektator.
Smallegange, Mattheus: De naam van de zeventiende-eeuwer Smallegange (1624-1710) komt in geen enkel handboek der Nederlandse literatuurgeschiedenis voor; hij is immers vrijwel uitsluitend bekend als kompilator van de Cronyk van Zeeland en als zodanig meer een onderwerp van de historiografie dan van de nederlandistiek. Toch lijkt de voorlopige konklusie die kan worden getrokken uit een nog niet geheel afgerond literatuur- en archiefonderzoek, gewettigd dat hij ten onrechte niet in de handboeken figureert. Naast enkele historisch-genealogische werken heeft Smallegange ook een aantal vertalingen van literair werk op zijn naam uit het Italiaans en Spaans, al of niet via het Frans. Voor de literatuurhistorie van het Nederlands zitten hieraan enkele interessante aspekten die ik te zijner tijd - in het kader van Smalleganges bio- en bibliografie - in een proefschrift hoop uit te werken. Voor literatuurverwijzingen betreffende Smallegange, al lijken ze nog zo onbelangrijk, houd ik me van harte aanbevolen. Ook gegevens over werken van hem in partikulier bezit zijn me zeer welkom. (P.J. Verkruysse)
| |
Notities
Vondels Hierusalem verlost: Hoewel de geschiedenis van Vondels handschrift van de Tasso-vertaling Hierusalem verlost uitvoerig door De Vreese is behandeld (VMVKA 1911, p. 113-152) en hoewel daarna Sterck (Oorkonden over Vondel en zijn kring, p. 83-104), Simons (VMKVA 1922, p. 985-1018; 1923, p. 610-666) en Aleida Nijland (Vondelkroniek 1930, p. 97-108; 1931, p. 57-67, 103-113, 159-169; 1938, p. 81-82) verder op de zaak zijn ingegaan, heb ik nergens een korrektie aangetroffen op Unger. In de Bibliographie van Vondels werken, p. 225, bij de beschrijving van ‘verloren geraakt’ handschrift nr. 69, staat nl. ‘Torquato Tasso. Hierusalem verwoest’ met als bron de auktie-katalogus van de boekerij van Van Damme (1764), nr. 1592. Dit nommer nu is het later door De Vreese ontdekte Petersburgse handschrift van Hierusalem verlost, dus niet ‘verwoest’. De beschrijving in de katalogus-Van Damme heeft ook duidelijk ‘verlost’. Bij mijn weten is deze autograaf
| |
| |
van Vondel nooit in zijn geheel geëditeerd, evenmin als de apograaf uit de Bodleian Library te Oxford, hoewel Aleida Nijland plannen in die richting schijnt gehad te hebben (zie Vondelkroniek 1938, p. 81-82). Als het Petersburgse handschrift weer kan worden gelokaliseerd, lijkt het me de moeite waard om het - samen met de apograaf uit Oxford - te editeren. (P.J. Verkruysse)
Zeep eten bij De Roovere: De enkele zotte refreinen die van Anthonis de Roovere zijn overgeleverd, munten thans voor ons niet uit door hun helderheid. De pointe van het refrein op de stok ‘Ey Leckaert hoe gheerne eedtse zeepe’ (ed. Mak, p. 402-3) is vooralsnog onduidelijk. Het draait om de figuurlijke betekenis van zeep eten, hetgeen het meisje doet dat van haar slome vrijer af wil komen. De onduidelijkheid begint meteen in de eerste twee regels: ‘Een nauwe Maechdeken plach inde somere // Voor sinte Christoffels met zcepe te sittene’, waar Mak in zijn kommentaar geen raad mee weet. Van Eeghem merkte op (in: Revue Belge 35, 1957, p. 106 vlg.) dat De Roovere hiermee zijn verhaal ent op een Brugse situatie: in de buurt van de voormalige St. Christoffelkerk stonden destijds marktkramen. Dat zal wel, maar het is anekdotiek die de interpretatie van de tékst niet verder helpt. Ik geloof dat deze beginregels, gevoegd bij de mededeling in de stokregel, in verband gebracht moeten worden met de typering van een bepaald soort bedelaars in Der Fielen, Rabauwen, oft der Schalcken Vocabulaer (1563), uitgegeven door V. de Meyere en L. Baekelmans in 1917 in hun werk Het boek der rabauwen en naaktridders.
Op p. 29 staat: ‘Item sommige vallen neder voor die kereken, oft in andere plaetsen daer vele volcx is, ende nemen zeepe in haren mont, also dat haer den schuym groot op gaet.’ Ze doen dat om vallende ziekte voor te wenden teneinde aalmoezen te verkrijgen. Waarom het meisje dan juist voor de St. Christoffelkerk gaat zitten, wordt nu ook duidelijk: Christoffel was onder andere de beschermheilige tegen pest en epilepsie (Knippenberg in: Volkskunde 60, 1959, p. 55). Een interpreatie van het gehele refrein in het licht van deze associatie lijkt me nieuwe mogelijkheden te hieden. (H. Pleij)
| |
Vragen
Boon, Louis Paul: In Het Vlaamsche land (Reichsausgabe, 1940-1944) zou ergens een artikel over Boon voorkomen, waarschijnlijk over zijn Abel Gholaerts. In mijn bron ontbreekt iedere nadere aanduiding en ook het tijdschrift zelf is mij onbekend. Graag zou ik hierover informatie ontvangen (G.J. van Bork)
| |
| |
Feith, Rhijnvis: 1. Wie weet eksemplaren in privé bezit van de twee in 1783 bij C. van Hoogeveen Junior te Leiden verschenen drukken van Feiths Julia? 2. Wie beschikt over een eksemplaar van, c.q. gegevens betreffende de eerste druk van de waarschijnlijk door H.J. Jansen verzorgde Franse vertaling van Feiths Julia, tussen 1783 en 1972 (te Parijs?) verschenen? 3. Wie beschikt over gegevens uit andere dan de openbare archieven betreffende korrespondentie tussen H.J. Jansen en Feith, buiten de reeds door P.J.A.M. Buijnsters in Tussen twee werelden (Assen 1963) genoemde brieven? 4. Wie beschikt over gegevens uit andere dan de openbare archieven betreffende korrespondentie van Cornelis van Hoogeveen Junior met Feith en anderen? (Wa. R.D. van Oostrum).
Hoefnagel, Nikolaas (Klaas): 1. In Neerlandsch Echo of Weerklank van Klugtige...Gerugten, een spektator in 56 nummers uit 1771-1772, geschreven door Hoefnagel, is in nr. 5 sprake van een verder ongenoemde drukker die een pseudoverbod van de Echo in de drinkgelegenheden verspreidt, en in nr. 17 van een persoon ‘wiens negotie bestaat in zinnebeelden van de ECHO te verkoopen’. Is iemand dit pseudoverbod of deze zinnebeelden bekend?
2. In het Apparaat-Van Stockum op de Bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels komt de volgende titel voor: ‘N.H......[Hoefnagel]. Het zeldzame leven van een vermaerde en alom beroemde troep France Comedianten. Naer 't Fransch van den heer S.....door+. Amst. 1779. 2 dln.’. Weet iemand welk origineel bedoeld kan zijn en waar deze vertaling is te vinden?
3. Is iemand de verblijfplaats bekend van het werk Levensgevallen van Lodewyk of den vermaarden Frederik en deszelfs Zuster Dorate, of de vermomde Karolina, naderhand gemalinne van de heer Stephanus D***. Amsterdam, F. de Kruyff en P. Cramer, 1777? Het boek komt voor in Abkoude-Arrenberg 17882, p. 315, en in de katalogus Buisman als nr. 1428 (zonder vindplaats); het is echter niet in KB, CC en de diverse UB's. Waarschijnlijk is het werk het vervolg van Hoefnagels Het wonderlyk lotgeval van twee broeders en één zuster, zynde geboore Hagenaars [...]. Amsterdam, W.A. Leeuwendaal en P. Kramer, 1775, waarin dezelfde personages voorkomen.
4. Van de politieke spektator of weekblad De Onmondige of het kind spreekt de waarheid; Vervat in een Samenspraak tussen een Oome en zijn Nigje daar hy Voogd over is is alleen nr. 11, van 12 augustus 1782, bekend; het bevindt zich in de KB, de auteur is Hoefnagel. Kent iemand de verblijfplaats van de overige nummers? (A.J. Hanou). |
|