katies over Boon meent te kunnen signaleren, deze aan hem door te geven.
Lexicon Nederlandse Letterkunde: A. Bossers, H. Pleij en R. van de Velde, allen verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek, hebben van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk de opdracht gekregen het noodzakelijke materiaal bijeen te brengen ten behoeve van de samenstelling van een naslagwerk voor auteurs, namen, begrippen, titels en zaken van de Nederlandse letterkunde. Voorlopig is de datum van voltooiïng van de opdracht bepaald op 1 januari 1974. Inmiddels hebben genoemden een uitvoerige schets voor de opzet van het lexicon ontworpen en zijn reeds enige proefartikelen vervaardigd. Zij hopen in de loop van het voorjaar 1972 te kunnen beginnen met het systematisch bijeenbrengen van het benodigde materiaal en zij rekenen daarbij op de steun van de diverse specialisten van het Instituut voor Neerlandistiek. Er bestaan kontakten met een uitgever over de publikatie van het lexicon.
Prenten van letterkundigen: In de Afd. DNL bevindt zich een verzameling prenten van een 1500-tal letterkundigen, letterkundige onderwerpen, taalkundigen, humanisten, bibliotekarissen en boekverkopers, voornamelijk uit de 17e, 18e en 19e eeuw. De prenten zijn gekatalogiseerd op de afgebeelde persoon of het afgebeelde onderwerp alsmede op eventuele faksimiles en gedichten die op of bij de afbeeldingen zijn afgedrukt. In de loop van het voorjaar 1972 zal worden nagegaan in hoeverre de staat van volledigheid van de verzameling een publikatie van de katalogus gewenst maakt. Mogelijk zal alleen een overzicht van die prenten worden gepubliceerd die zich niet ook al in de verzamelingen van het Prentenkabinet van het Rijksmuseum te Amsterdam bevinden.
Pseudoniemen-apparaat: In de Afd. DNL is een pseudoniemen-apparaat in opbouw dat te zijner tijd als aanvulling kan dienen op de bekende pseudoniemen-apparaten (zie A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen en A.N. Paasman. Vermakelijk bibliografisch ganzenbord. 2e herz. en verm. dr. Gron. 1971, hfdst. I, p. 42-43). Behalve een aantal ‘toevalsvondsten’ zijn inmiddels gegevens inzake pseudoniemen, schrijversnamen, zinspreuken, motto's, initialen en andere moeilijk te identificeren signeringen verwerkt uit de volgende bronnen: