Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse: Ghy die Christum hebt aenghedaen.Singt met aendacht. | |
[pagina 621]
| |
Singhet den Heer een nieuwe liedt,Ga naar margenoota
Ga naar margenootb Sijn lof verbreyt en swijghet niet,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootc O Zyon prijst sijn name,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootd Ghedenckt welck een liefde ons is geschiet
Ga naar margenoote Comt laet ons in sijn naem versamen,
Sonder schamen.Ga naar margenoot+
2 Hoe soud wy ons schamen, tis Christus wil
Ga naar margenootf Om Zyon can ick niet swijghen stil,
Ga naar margenootg Mijn hert singt van vreuchden,
Ga naar margenooth T'ghebreeckt ons aen wercklap, dit is t'geschil
O Heer, oft ghyse toevoechde,
Die u ghenoechde.
3Ga naar margenooti O Heer seynt doch arbeyders tis van noot
Ga naar margenootk Hier is groot hongher maer niet na broot,
Maer na u woort o Heere,
Ga naar margenootl Gedenckt aen u oogst die schoon is en groot
Ga naar margenootm Op dat deur de wilde Beeren,
Niet om keeren.
4 De Beer die wroet, de Leeuw die knaecht
Daer is nau een diese wech jaecht,
Seer snel comt Satan vlieghen,
Tserpent gaet om Eva de teere Maecht,
Dat hyse mocht weder bedrieghen
Met sijn lieghen.Ga naar margenootn
5Ga naar margenooto O Heer geeft ons u sweert aen ons sijdt
Dat wy verslaen die teghen ons strijdt,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootp Vleesch en bloet willen wy waghen,
Ga naar margenootq Dat helsche serpent die u bruyt benijdt,
| |
[pagina 622]
| |
Helpt ons met t'sweert des geests wechjagen
Onvertsaghen.
6 Zijt goets moets u wederghebaerde Eva
Ga naar margenootr Al schiet de Draeck sijn stroom u na,
Ga naar margenoot+ Vreest niet de Slanghe bevende,
Ga naar margenoots V nieuwe gheboorte staet neerstich gae,
Ga naar margenoot+ so mach hy u niet verslinde,
Ga naar margenoot+ Met u kinde.
7Ga naar margenoott T'serpent is nu vertreden sijn hooft,
Ga naar margenoot+ Door Christum die ons was belooft,
Ga naar margenootv Ghenaed' is ons verschenen,
Ga naar margenootx Laet ons waken, dat Satan ons niet berooft
Ga naar margenooty Als hy ons noch sterckt in ons senen,
Dat wy weenen.8Ga naar margenootz Och lijdt en ghedoocht doch dit cleyn casty
Ga naar margenoota Dat niet weert te ghelijcken en zy,
So d'eeuwighe vreucht des Heeren,
Ga naar margenootb Als onse vervolghers zijn int ghecry,
Ga naar margenootc En roepen, o berghen valt neere,
Ga naar margenootd T'sal u niet deeren.
9 O Prince Herder van Israel,
Ga naar margenoot+ Bewaert u arme schaepkens wel,
Ga naar margenoot+ Wilt daer den Wolf uytkeeren,
Ga naar margenoote Den Draec, het Serpent, en den Leeu rebel
Die u ghemeynte dick temteeren,
Met valsche leeren.
10 Oorlof vrienden vry moedich strijt,
Ick groet u hertelijck waer ghy zijt,
Met Gods eeuwighe vrede,
Ga naar margenootf Gheloof, hoop en liefde blijft by u altijt,
| |
[pagina 623]
| |
Ga naar margenootg Houdt eendracht als Christus leve,
Dats mijn bede.
11 Die dit liedeken eerst ghesonghen heeft,
Ga naar margenooth O God sijn sonden hem vergheeft,
Ga naar margenooti Treet niet met hem int rechte,
Ga naar margenootk sterckt hem int geloove so lang als hy leeft
Ga naar margenootl Bewaert o Heer u teeren knechte
Recht en slechte.
|
|