Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse van den 6. Psalm. Ofte van den Coopman die de Perle sochte.Singt met aendacht. Des Heeren vrede uytghelesen,
Die moet altijt ghepresen,
Ga naar margenoota Mijne vriendinne zijn,
Ga naar margenoot+ By u tot sijnder eeren,
Ga naar margenoot+ Wassen ende vermeeren
Is de groete van mijn,
| |
[pagina 603]
| |
2 Tot u mijn vrient ydoone,
Ga naar margenootb Op dat ghy s'levens croone,
Van God door sijn ghena,Ga naar margenoot+
Oock mede meucht verwerven,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootc Daermen bevrijt van sterven,
Sal sijn vroech ende spa,Ga naar margenoot+
3 Vroech ende spa wilt trachten,Ga naar margenoot+
Den Heer in u ghedachten,Ga naar margenoot+
Altijt te houden goet,Ga naar margenoot+
Op dat hy u mach steuren,Ga naar margenoot+
End leyden t'aller uren,
Na sijnen wille goet.
4Ga naar margenoote Die na sijnen wille leven,
Sullen worden verheven,
Ende morghen ontfaen,
Ga naar margenootf Den inganck tot sijn rijcke,
Seer schoon en heerlijcke,
Ende met vreuchden staen.
5 Staende met grooter vreuchden,
Ga naar margenootg Voor den Heere vol deuchden,
Sullen sy hooren jent,Ga naar margenoot+
Ga naar margenooth Comt ghy ghebenedijden,
Besie nu met verblijden,
Dat eewich rijck present,
6 Dat eeuwich rijck wilt hooren,
Dat bereyt is te vooren,
Al van s'werelts begin,
Ga naar margenooti Comt ghy knechten ghetrouwe
Doet wech nu alle rouwe,
End gaet met blijdtschap in.
| |
[pagina 604]
| |
7Ga naar margenootk Dese blijtschap sonder treuren,
die sal daer eeuwich dueren,
Sonder ophouden siet,
Noyt ooghe hoort mijn vermonden,
Ga naar margenootl En heeft tot deser stonden,
Ga naar margenoot+ Dees vreucht sonder verdriet
8 Ghesien, noch te gheen ooren
Ga naar margenoot+ En hebben dit te voeren
Ga naar margenoot+ Ghehoort, noch het en is
Ga naar margenoot+ In gheen herte ghecomen,
Ga naar margenoot+ Des menschen, dat den vroomen
Ga naar margenoot+ Verwacht na desen wis.
Ga naar margenoot+ 9 Na desen sy verwachten
Ga naar margenoot+ dat haer, wilt hier op achten,
Ga naar margenootm Sal werden afghedaen,
Ga naar margenoot+ Die tranen van haer wanghen,
Ga naar margenootn Sy moghen wel verlanghen,
Ga naar margenoot+ Om dit al te ontfaen,
Ga naar margenoot+ 10 Te ontfaen mijn lief vercooren,
Ga naar margenoot+ Is ons bekent te vooren,
Ga naar margenooto Dat die God dienen wel,
Ga naar margenoot+ Sulckes sullen ghenieten,
Ga naar margenootv Dus laet u niet verdrieten,
Ga naar margenootp Te doen na Gods bevel,
Ga naar margenoot+ 11 Mijn lieve schaep ghepresen,
Ga naar margenoot+ Wilt doch ghedachtich wesen,
Ga naar margenootq Op dese vreuchde groot,
Ga naar margenootr Al ist dat wy hier treuren,
Ga naar margenoots Het sal niet langhe dueren,
Ga naar margenoot+ Vreest den Heere devoot,
| |
[pagina 605]
| |
12 Oorlof wilt doch verbeyden,
Al zijn wy nu verscheyden,
Ick hoop wy sullen bly,
Haer weder by een comen,
Laet ons slecht als de vromen,
Dienen den Heere vry.
13 Adieu mijn liefste op aerden,Ga naar margenootx
Met u schaepkens van waerden,Ga naar margenoot+
Mijn lieve kinderkens kleyn,
Groet doch alle de vrienden,
Segt adieu die bekenden,
Van my u dienaer pleyn.
|
|