Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– Auteursrechtvrijop de wijse, Weest al gegroet, prijs Heeren van der stede men singet met partyen.Singt met aendacht. Hoort en verstaet,Ga naar margenoota
Hoe dat het woort des Heeren,Ga naar margenoot+
Is comen voort,Ga naar margenoot+
Door Gods wille van boven,Ga naar margenoot+
Gaf Moysen raet,Ga naar margenootb
Om de menschen te leeren,Ga naar margenootc
Sijn heylich woortGa naar margenootd
Al watmen moet gelooven,
Te schrijven hoortGa naar margenoot+
In een boeck bequame,Ga naar margenoot+
Dat elck hem spoort,Ga naar margenoot+
Na Gods regel al tsame,Ga naar margenootf
Dat sijn name,Ga naar margenoot+
De menschen souden weten,Ga naar margenootg
Op dat sijn woort, niet soude zijn vergeten.
2 God heeft alleenGa naar margenoot+
Met sijn vinger geschreven,
Twee tafels net,Ga naar margenoot+
Al in Hebreesche spraken,Ga naar margenoot+
In herden steen,Ga naar margenootk
| |
[pagina 382]
| |
En Moyses die gegeven
Dat hy de wet
Sijn volck soude wijs maken,
Ga naar margenooti Maer tort belet,
Ga naar margenoot+ Deur t'volck sondige schanden
Ga naar margenootk Moyses ontset,
Ga naar margenoot+ Brack die, worpt uyt sijn handen,
Met verstanden,
Op dat twoort soude blijven
Ga naar margenootl Gedood God hem, ander tafelen te schrijven.
Ga naar margenoot+ 3 God die geboodt,
Ga naar margenootm Beschrijven claerIn eenen boeck getrouwe,
Op dat devoot//
Ga naar margenoot+ De Coningen Gods knechten
Ga naar margenoot+ Trecht volghen daer,
Ga naar margenootn En sijn geboden houwe,
Moyses gaf daer,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ T'wet boeck na Gods behagen,
Ga naar margenooto Den Priesters waer,
Om t'boeck vooren te dragen,
Ga naar margenootp Tallen daghen,
Moesten twetboec tot desen,
Op den Sabbath, den volck vooren lesen.
4Ga naar margenoot+ Ieremias,
Ga naar margenootq En Esaias mede,
Seer excellent,
Vele so propheteren,
Ga naar margenoot+ Want in haer was,
Ga naar margenoot+ Gods Geest ende waerhede,
| |
[pagina 383]
| |
In haer gesent,Ga naar margenoot+
Deur haer neerstich studeren,
Hebben ghekent,Ga naar margenootr
Ga naar margenoots Vele verborgen saken,
Beschreven geënt,
Om God bekent, te maken,Ga naar margenoot+
En te smaken,Ga naar margenootu
Sijn wonderlijcke daden,
Geboot God haer te schrijven zijn genaden.Ga naar margenoot+
5 Gheen Prophecien,Ga naar margenootx
En zijn uyt menschen wijse,
Ons voortgebrachtGa naar margenoot+
Maer deur des Heeren crachten
Ga naar margenooty God dreef toe dien,Ga naar margenoot+
Mannen tot sijn selfs prijse,Ga naar margenoot+
En gaf haer macht,Ga naar margenoot+
Wijsheyt in haer gedachtenGa naar margenoot+
Nament in acht,Ga naar margenoot+
Soot den geest haer verclaerde,
Ga naar margenootz Dat bewaerde
Sy, en schrevent in boecken,Ga naar margenoot+
Dat men, daer in dat leven mochte soecken.Ga naar margenoot+
6 De schrift is recht,Ga naar margenoota
Ga naar margenootb Geschreven om den menscheGa naar margenoot+
Op dat hy troost,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootc Soude hebben int lijden,
Diet over legt:Ga naar margenootd
Die sal oock na sijn wensche,Ga naar margenoot+
West ende oost,
Int lijden hem verblijden,
| |
[pagina 384]
| |
Ga naar margenoote Met goet propoost,
Ga naar margenoot+ Dat cruys geerne aenveerden,
Diet wel beklooft,
Ga naar margenootf Wat vreucht is doch op eerden,
Ga naar margenoot+ God van weerden,
Ga naar margenootg Vergheten niet door eten ende drincken
Laet ons altijts gedincken.
|
|