Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse, Geestkens onbevreest.Singt met aendacht. | |
[pagina 347]
| |
Staet op ende vraecht, na den wegh, sonder mincken
Dat Godt best behaecht, t'selve alleene doet
Ga naar margenoota Gheen sorge draecht//voor cleets eten noch drincken
In als onvertsaecht, weest oprechtich ghemoetGa naar margenoot+
Tzy ebbe ofte vloet//werpt sorge onder voet
Ga naar margenootb En op svogels verfraeyen//siet
Die saeyen noch en maeyen//niet
Nochtans gevoedt, zijn sy met vol voorspoet.Ga naar margenoot+
2Ga naar margenootc De lelien jent//hier oock wasdom ghewinnen
Onder tfirmament//op groeyende oorraetGa naar margenoot+
claerlic ist bekent//sy maeyen noch en spinnen
Nochtans excellent//elck verciertsel ontfaet
Sorcht God door sijn raet//voor dat te velde staet
Veel meer sijn uytvercoren//al
Hy besorgen al vooren//sal
Want tmenschelijc saet//sulcke te boven gaet
3Ga naar margenootd Die tsaet den saeyer geeft//sorchvuldich boven maten
Sal oock seer beleeft//geven t'sagelijcx broot
Ga naar margenoote Want hy ghesproken heeft//ick sal u niet verlaten
Daerom die hem aencleeft//volstandich totter dootGa naar margenoot+
Ga naar margenootg De hant sijns bystants groot//is niet vercort ter noot
Is hy altijt sorchvuldelijckGa naar margenoot+
mits dien in wederstoot//werpt sorge in svaders schoot.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 348]
| |
Ga naar margenooth 4 Niet is God te swaer//te doen alsoo wy weten
Ga naar margenooti Als sijn oochappel claer//bewaert hy ons subijt,
Ga naar margenootk Al mochte openbaer//een moeder tkint vergheven
Ga naar margenoot+ Ghy sijn volck voorwaer//gheensins vergheten zijt
Ga naar margenoot+ Giericheyts profijt//daerom ter neder singt
Ga naar margenootl En sorcht ongherustelijck
Ga naar margenoot+ Werpt op den Heere lustelijck.
Ga naar margenoot+ Want door hem bevrijdt//wert ghy tot alder tijt.
5 Hoe sorcht ghy nacht en daqch//hier voor eenige saken.
Sorchvuldich geclach//maeckt niet dan discomfoorty
Ga naar margenootm Oock met sorghen mach//hem niemant langer maken
Ga naar margenoot+ In als godt verdrach//hebt na schriften rappoort,
Vriendekens van nu voort//gheloovich soot behoort
Ga naar margenootn Beveelt den Heere, u meenen//snel
Ga naar margenoot+ Nootdruft sal hy verleenen//wel
Boven dien met accoort//betrout op sHeeren woort.
Ga naar margenooto 6 Wie heeft op God betrout, en is van hem begeven:
Ga naar margenootp Op Heliam aenschout van Iesabel verdreven
Wonderlijck onverflout//heeft hem God by gestaen
Ga naar margenootq Voort nae Davids vermaen//het rechtveerdelijc graen,
Hoement hier oock versteken//siet
David segt noyt ghebreken yet
Noch eenichsins belaen//sijn kinders om broot ga?.
| |
[pagina 349]
| |
7 Princelijck bassael//niet leeft de mensche alleeneGa naar margenootr
by t'broot materiael//binnen taertsche foreestGa naar margenoot+
Gods woort is t'principael//d'welck siele en lijf ghemeene
Voetsel geeft liberael//inwendich aldermeest
Daniel onbevreest, onder s'leeuwen tempeestGa naar margenoot+
Want Gods sorge oprijsendeGa naar margenoots
Was hem nootdruftich spijsende
Elck recht geloovich geest, smaect hier af wel den keest.
|
|