Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse: Ick sal u met vreuchden openbaren.Singt met aendacht. O Zyon wilt u vergaren,
Ga naar margenoota Doet blinckende cleederen aen,
Verbeyt den Heer der Heyrscharen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootb Siet, hy sal comen saen,
Ga naar margenootc Dat eynde van aller dinghen
Is nu ghecomen na by,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootd Ontwaeckt, wilt uyt den slaep ontspringenGa naar margenoot+
So maeckt u Christus vry.Ga naar margenoote
2 Hoort ghy mijn stemme heden,Ga naar margenoot+
En verhart u herte niet,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 330]
| |
Ga naar margenootf So sy in de woestijne deden,
Waerom datse de Heere verliet,
Ga naar margenootg Sy en quamen niet in der rusten,
Dits gheschreven tot onsen vermaen,
Ga naar margenooth Op dat ons gheen quaet en soude lusten,
Alsoot Israel heeft ghedaen.
3Ga naar margenooti En wilt niet murmureren,
Ga naar margenoot+ Teghen den Heere uwen God,
Ga naar margenootk En wilt oock Christum niet temteren
Maer onderdanich wesen sijn ghebodt,
Ga naar margenootl Wy zijn gheworden deelachtich
Ga naar margenoot+ Christus in des vaders schoot,
Ga naar margenoot+ Houden wy sijn wesen waerachtich,
Ga naar margenootm Volstandich tot in den doot.
4Ga naar margenootn Weest danckbaer vroech end spade,
Ga naar margenooto Doet den bant der liefden aen,
Ga naar margenootp En versuymt niet de groote ghenade,
Die Christus ons heeft ghedaen,
Ga naar margenootq De werelt sal haer verblijden,
Ghy sult treuren ende droevich zijn,
Ga naar margenootr Sy moeten al vervolginghe lijden,
Ga naar margenoot+ Die in Christum ghelooven fijn.
5Ga naar margenoots Broeders, wilt wesen lanckmoedich,
Ga naar margenoott Staet int gheloove, bidt ende waeckt,
Al rasen u vyanden verwoedich,
Ga naar margenootu De toecomste des Heeren naeckt,
Ga naar margenootx Siet hy comt in de wolcken,
Alle ooghen sullen hem sien,
Dan sal daer onder alle volcken,
Groot weenen end huylen gheschien.
| |
[pagina 331]
| |
Nu maeckt een bitter claghen,Ga naar margenooty
Ghy vervolghers over al,
Wat sult ghy doen in dese dagen,Ga naar margenoot+
Als u God besoecken sal,Ga naar margenoot+
Ghy meynt ons te beswaren,Ga naar margenootz
Maer u straffinghe naket schier,
Onsen God sal hem openbaren,
Voor hem gaet een verslindende vyer.Ga naar margenoot+
7 Hy sal sijn vyanden legghenGa naar margenoot+
Tot sijner voeten banck,Ga naar margenoota
Dan sullen de gherechtighe segghen,Ga naar margenoot+
Dit is de man diet al bedwanck,
Dan sullen de rechtveerdighe fijn,Ga naar margenoot+
In grooter volstandicheyt staen,Ga naar margenoot+
Teghen die daer ongherechtigh zijn,
End haer druck aen hebben ghedaenGa naar margenoot+
8 Dan sullen de quade suchten,Ga naar margenootb
Groot beclaghen sal daer gheschien,Ga naar margenoot+
Dit zijnse die wy deden vluchten
Ende nu in glorien saen,
Och wy ontsinnighe dwasen,Ga naar margenootc
Hebben gemist den rechten padt,Ga naar margenoot+
Wy seyden dese lieden rasen,Ga naar margenootd
Maer sy hebben t recht voor ghehadt.Ga naar margenoote
9 Dus sal haer den moet ontsincken,Ga naar margenootf
Als sy sullen sien der sonden loon,
Maer de gherechtighe die sullen blincken,
Ghelijck de Son in haere vaders troon,Ga naar margenootg
O ghy verstroyde Israelijten,
Weest vrymoedich tot in den endt,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 332]
| |
Ga naar margenooth Al wil u dat beest verbijten,
Vwe God is een eeuwich regent,
10 Hy salse rechten alle gader,
Ga naar margenooti Als Christus u bruydegom seyt,
Ga naar margenootk Comt beminde van mijnen vader,
Dat rijcke dat is u bereyt.
Maer tot der slincker zijde
Ga naar margenootl Sal hy spreken met wreeden moet,
Gaet van my ghy vermaledijde,
In de eeuwighe helsche gloet.
11 Siet, daer worden sy al verdreven,
Die ter werelt waren seer groot,
Ga naar margenootm Maer d'oprechten sullen eeuwich leven,
Ga naar margenootn Want sy lijden ter werelt noot,
Na der Goddelooser ghedachten
Ga naar margenooto Sullen sy hare oordeel ontfaen,
Ga naar margenoot+ Die den rechtveerdighen verachten,
End zijn van den Heere wech ghegaen,
12 O Heer wilt u niet van ons keeren,
Merckt ons lijden om uwen naem,
O Christe, weert al ons verseeren,
Maeckt ons door uwen wil bequaem,
O Vader God ende Heere,
O Princelijcke Majesteyt,
Ga naar margenootp V zy alleen lof, prijs, end eere,
Ga naar margenoot+ Van nu tot in der eeuwicheyt.
|
|