Het Soes-dijcker nachtegaeltje singht en queelt met de herders en herderinnetjes(na 1678)–Anoniem Het Soes-dijcker nachtegaeltje singht en queelt met de herders en herderinnetjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [IOosje wil een Vrijster koopen] Stem: Fijtje Floris mijn speel-meysje. IOosje wil een Vrijster koopen, Voor sijn langh verspaerde Geldt, Och de knecht is onstelt, Ick moet hem wat helpen hoopen, In dees jammerlijcke noodt, Of hy krijt sich selven doodt. 'k Weet by gort een aerdigh meysje, Had hy dees maer tot sijn Wijf? Wel is waer, 't is kost'lijck vleysje, Hy komt mee van Rijcke Luy, Dat en scheelt dan niet een bruy. Heeft sy Paerden hy de Wagen Heeft sy vleys dat haer verveeldt, Hy is oock niet mis-gedeelt, Want sijn Vader heeft sorgh gedragen Dat's gien Spaens, verstaje dat: 't Is een heylijck in sijn gat. Schoon al isse mal gebooren, Groot van mondt, van Neus, van Kin, Dat en brengt geen onlust in: Want hy heeft mee wat verlooren: Daerom kies ick desen uyt; 't Zijn twee penn'gen om een duyt. Hoe fel Joosje dan gaen proncken Met sijn brackje op de zy: Struyf hier is geen weer-ga by, Die soo moy beknopt kan loncken: Al het Volck raeckt op de bien, Om dit paertje te besien. Vorige Volgende