loulou van buren
politoer
De hangmat hing stil. Voor vijf minuten was nog het schurend geluid van de haak en het gekreun van het oude houten balkon te horen.
De hand die telkens tegen het traliewerk afduwde was enkel zichtbaar boven de hangmat, die de omtrek van een lichaam weergaf.
Ze staarde met nietsziende ogen in het halfdonker van de stadsnacht. De wind die de oorzaak was van haar bewegingloos zijn, blies door haar verwarde haren, streelde en koelde haar blote armen en schouders. ‘Als de wind warm en droog wordt, gaat mijn bloed gisten. Dan moet ik dansen en kermis vieren, varen op de rivier en zwemmen in een zwarte kreek. Ik moet de rauwe lucht van zwampvissen ruiken en de zoete geur van anijs-bladeren.
De rook van houtvuur moet mijn ogen doen tranen. In een hangmat moet ik kijken naar de dans van glimwormen en mij laten vangen door de betovering van een tropen-nacht met het geluid van de tamtam in de verte.’
Met de herinnering stak weer de pijn, die ze al verjaard en vergeten gemeend had.
‘Ik ben een bohémien in hart en nieren. Mijn vrouw maakt me gek met haar burgerlijkheid.’
Waarom zei hij dat allemaal tegen haar. Voelde hij dat zij een klankbord was van zijn gedachten?
‘En nu als een zoete jongen terug naar het kooitje. Ze maakt me wel dol, maar is toch lief genoeg om haar dit te besparen.’
Had hij gelijk? Met zijn ‘compromis met het leven’. Wie had er gelijk? De puriteinen, de achtenswaardige gezeten burgers, de gezapigen, de bon-vivants, de ‘krukken’ van goede wil?
Haar vingers tastten naar het verkreukelde pakje sigaretten.
‘Rook toch niet zoveel kind’. ‘Ach Ma, wij zetten alles om in rook.’
‘Het leven is geen illusie, maar een realiteit die je beleven moet, schat. Het geluk zit in het ondergaan, niet in de vlucht.’
Dat ze dit nog kon zeggen. Of had ze op haar eigen manier toch gelijk? En met haar al die andere mensen, die ‘gewoon’ gelukkig probeerden te zijn met het leven van alledag?
In hun pogen en mislukken hieraan wat glans te geven? Ze zuchtte vermoeid. Haar hand zocht weer het traliewerk.
Even later kreunde het balkon en steunde de haak op de cadans van de wiegende hangmat.